INFUSIE ONDERHOUDEN
Infusiescherm
•
Drukregeling
Regel de pompsnelheid zodanig dat
de lijndruk onder de door de gebruiker
ingestelde druklimiet blijft.
•
Automatisch ontluchten
Controleer de patiënt en de systeemparameters op het
scherm regelmatig. Reageer op systeemalarmen en los
de oorzaken op.
Vervang de reservoirkamer of de disposable set
wanneer het filter verstopt raakt. Indien het verstopt
raakt zal de geen-vloeistof sensor geactiveerd
worden, waarbij een akoestisch alarm klinkt, het
bericht 'Geen vloeistof, controleer de slangen aan de
ingang en het filter, voeg meer vloeistof toe'
verschijnt en de pomp stopt.
In de fabriek is de druklimiet ingesteld op een
maximumgrens van 300 mmHg. De limiet kan worden
gewijzigd; zie hoofdstuk 4, pagina 26.
Als het systeem drukgecontroleerd werkt, dan verschijnt
"Drukgecontroleerde infusie. Bericht "Druk op Snelh.
Instelling voor gelijkstelling aan Actuele Snelheid"
verschijnt, drukstatus knippert en alarm klinkt elke 10
seconden.
De
drukgereguleerde
geactiveerd door de kleine opening van de infuuscanule
of door eventuele blokkades in de lijn.
Druk
op
de
toets
drukgecontroleerde werking op te heffen en over te
gaan op de snelheid die het systeem kan aanhouden
zonder alarm of gebruik van canule met juiste diameter
(zie grafiek voor het kiezen van infusieset bij
flowsnelheid en vloeistoftype op pag. 10).
Telkens wanneer 500 ml vloeistof is geïnfundeerd,
ontlucht het systeem zich automatisch door de infuuslijn
te sluiten en de recirculatielijn enkele seconden te
openen.
De recirculatiesnelheid wordt tijdelijk op 500 ml/min
ingesteld als de flowsnelheid lager is dan of gelijk is aan
500 ml/min, en op de werkelijke flowsnelheid als de
flowsnelheid hoger is dan 500 ml/min.
Op de statusregel SNELHEID is gedurende dit proces
LUCHT VERW. te zien. De volume-uitlezing (VOL) blijft
tijdens het automatisch ontluchten onveranderd en het
tellen wordt hervat als het infunderen weer begint.
Bij hervatting van het infunderen keert het systeem terug
naar de eerder ingestelde snelheid.
11
Hoofdstuk 2: Bediening
LET OP:
werking
wordt
voornamelijk
'SNELH.
INSTELLING'
om