PROBLEEMOPLOSSING VOOR ANDERE WERKINGSPROBLEMEN
Er kunnen zich problemen voordoen die niet onder het bewakingssysteem vallen vanwege verkeerde
setup, storingen in randapparatuur of interne storing van een component. In de onderstaande tabel
worden enkele van die mogelijke problemen beschreven, het alarm dat er mogelijk bij wordt
gegenereerd (of niet), en de te treffen herstelmaatregelen.
PROBLEEM
Batterij, geen
verwarming
Donkere
schermweergave
Flowsnelheid
vertraagt of bereikt
de ingestelde
snelheidswaarde niet
Toetsenbord
accepteert geen
input
Het toetsenbord is
overgevoelig of
reageert niet
Geen melding, alleen
piepsignaal
MOGELIJKE OORZAAK
Het netsnoer is niet op een
netvoedingsbron
aangesloten.
De beeldhelderheid is in
Systeeminstellingen in de
laagste stand gezet.
Het systeem houdt de druk
in de lijn onder de
druklimiet door de
infusiesnelheid te verlagen.
Het toetsenbord staat
constant onder druk.
Storing toetsenbord.
De toetsenbordrespons is
in Systeeminstellingen op
snel of langzaam ingesteld.
Hoofdschakelaar niet
geheel ingedrukt of storing
membraanschakelaar.
Hoofdstuk 3: Alarmen En Probleemoplossing
HERSTELMAATREGEL OPERATOR
Sluit het systeem op een netstopcontact aan;
controleer de netsnoerverbinding. Houd het
systeem op netvoeding aangesloten om de
batterij op te laden.
Verhoog de beeldhelderheidsinstelling in
Systeeminstellingen, zie hoofdstuk 4, pagina 26.
Controleer de lijnen op knikken of obstructies en
verwijder deze.
Gebruik de in de handleiding aanbevolen
geschikte infusieset. Stel de flowsnelheid en het
vloeistoftype in op de infuusset, zie hoofdstuk 2,
pagina 10.
Verhoog de flowsnelheid door de druklimiet te
verhogen. Stel in menu Kalibratie/Setup de
druklimiet in op een hogere limiet (de maximale
druklimiet is 300 mmHg), hoofdstuk 4, pagina
26.
Haal de druk van het toetsenbord en het
constante piepsignaal houdt op.
Zet het systeem uit en laat het repareren als het
alarm aanhoudt.
Reset de toetsenbordrespons in
Systeeminstellingen, zie hoofdstuk 4, pagina 26.
Druk de hoofdschakelaar geheel in. Vervang de
membraanschakelaar als het probleem
aanhoudt.
21