EINDE VAN PROCEDURE
LET OP:
Als er vloeistof in de disposable set zit
terwijl het systeem niet aan staat, moet
de
patiëntlijn
dichtgeklemd
wanneer het deurtje wordt geopend, om
ongecontroleerde
doorstroming
vloeistof te voorkomen.
HANDBEDIENING IN NOODGEVALLEN
Als het systeem gedurende een procedure
niet meer operationeel is, kan er als
noodmaatregel handmatig vloeistof
worden geïnfundeerd met gebruikmaking
van druk of zwaartekracht.
WAARSCHUWING!
Bij handmatige noodbediening zijn alle
veiligheidsvoorzieningen
systeem
uitgeschakeld.
patiëntlijn om zeker te stellen dat er
geen lucht in het lichaam van de patiënt
binnendringt. Oefen geen overmatige
kracht op de vloeistofzak uit, zodat
scheuring van de disposable set of
beschadiging van bloedcellen wordt
voorkomen.
1. Druk op STOP als de pomp aan staat.
2. Klem de patiëntlijn en de zakkenspikes af.
3. Zet het systeem met de hoofdschakelaar op
STANDBY.
blijven
4. Open het deurtje en neem de disposable set uit het
systeem. Ga bij het hanteren en afvoeren van
van
biologisch bedreigend materiaal te werk volgens het
standaard ziekenhuisbeleid.
5. Voer voor het reinigen en desinfecteren van het
systeem de in hoofdstuk 4, pagina 28 beschreven
reinigingsprocedures uit.
1.
Leg het systeem stil door de hoofdschakelaar op
STANDBY te zetten.
2.
Open het deurtje, zodat de vloeistof de rollerpomp
kan omzeilen.
3.
Neem de infuuslijn van de klepstaaf. De rest van de
disposable
achterblijven, maar kan ook worden verwijderd.
4.
Open de zak- en patiëntlijnklemmen. Ondersteun
van
het
de doorstroming door druk op de vloeistofzak uit te
Bewaak
de
oefenen.
Om
beschadiging van bloedcellen te voorkomen mag u
geen overmatige druk op de zak uitoefenen.
14
Hoofdstuk 2: Bediening
set
kan
intact
scheuring
van
de
in
het
apparaat
disposable
set
of