HET HOOFDSYSTEEM VULLEN
Vul het hoofdsysteem met een met bloed
verenigbare vloeistof. Vul het systeem
niet met bloed.
Systeemvulscherm
LET OP:
Verwijder gelekte vloeistof onmiddellijk van
het apparaat.
DE PATIËNTLIJN VULLEN
Scherm systeem gevuld
Scherm patiëntlijn gevuld
1. Druk
op
VULLEN
recirculeren op een snelheid van 500 ml/min, zodat
de lucht wordt verwijderd en het hoofdsysteem met
vloeistof wordt gevuld.
2. Het vulvolume, 100 ml, wordt op het scherm
zichtbaar afgeteld. Het vullen stopt automatisch als
bij het aftellen 0 ml is bereikt. Het scherm
SYSTEEM GEVULD verschijnt.
•
Als er 30 seconden zijn verstreken en het
vulvolume nog steeds 100 ml bedraagt, stopt
het systeem, geeft het een alarm af en krijgt
de gebruiker aanwijzingen de klemmen van
de lijnen te halen en het vullen te hervatten.
•
Druk op STOP als het vullen moet worden
beëindigd. Het afgetelde vulvolume blijft op
het scherm staan. Druk op HERHAAL
PRIME om het vullen voort te zetten.
Lucht uit de patiëntlijn verwijderen:
1. Open de rolklem en neem de luerdop van de
patiëntlijn.
2. Druk op PT. LIJN VULLEN
Eenmaal drukken: vulsnelheid 50 ml/min. Ingedrukt
houden: vulsnelheid 200 ml/min.
3. Druk op STOP als de lucht uit de patiëntlijn is
verdwenen.
WAARSCHUWING!
Voordat u verdergaat, moet u een inspectie
uitvoeren om zeker te stellen dat de patiëntlijn
geheel gevuld en luchtvrij is. Als er voorbij de
klepstaaf nog luchtbelletjes in de patiëntlijn zitten,
moeten
deze
worden
procedure veilig kan worden voortgezet.
9
Hoofdstuk 2: Bediening
om
100 ml
vloeistof
verwijderd
voordat
te
de