ALARMEN EN PROBLEEMOPLOSSING
In dit hoofdstuk worden mogelijke oorzaken van alarmmeldingen beschreven, met suggesties voor
herstelmaatregelen. Wanneer de RI-2 een situatie herkent die de effectiviteit van het infunderen
bedreigt, stopt het systeem met pompen en verwarmen en zet het de klepstaaf in recirculatiestand.
Ook verschijnt er op het scherm een alarmmelding en instructies voor herstelmaatregelen, en geeft
het systeem een geluidsalarm af. Om een alarm te dempen, selecteer de DEMPEN toets op het
scherm met het alarmbericht. Als de DEMPEN toets is geselecteerd, dan wordt deze toets verlicht op
het scherm.
A. WERKINGSALARMEN
ALARMMELDING
LUCHTDETECTIE
Alarmmeldingscherm luchtdetectie
Scherm Bijvul(len)
Hoofdstuk 3: Alarmen En Probleemoplossing
MOGELIJKE
HERSTELMAATREGEL OPERATOR
OORZAAK
Lucht in de lijn.
Open het deurtje om het alarm te
dempen.
De lijn in de
sensor van de
Controleer op luchtbellen en lekken.
luchtdetector is
niet goed in de
Knijp in de slang direct onder de
detector gedrukt.
luchtdetector om de gevangen lucht te
verwijderen.
Lek in de
ingevangen lucht in de luchtdetector zijn
disposable.
achtergebleven.
Sensor van
Controleer de luchtdetector en verzeker
luchtdetector is
u ervan dat hij schoon is en dat er geen
verontreinigd.
obstructie in de sensor zit.
Herplaats de slang in de luchtdetector en
zorg dat de slang stevig in de sensor
vastzit.
Druk
hoofdsysteem opnieuw te vullen. Als het
systeem het bijvullen niet voltooit omdat
het filter in de reservoirkamer verstopt is,
moet de reservoirkamer of de disposable
set worden vervangen en moet het
systeem opnieuw worden gevuld. Na
Elektronica van
voltooiing van het opnieuw vullen hervat
luchtdetector
het systeem het infunderen.
defect.
Zet het systeem uit en laat het repareren
als de storing aanhoudt.
15
Er
mag
dan
op
BIJVUL(LEN)
om
geen
het