Inhoudsopgave
Advertenties
Meten met een tachometer:
i.
Sluit het deurtje. Stel de pompsnelheid in op 10 ml/min. Meet met een tachometer de
rotatiesnelheid van de pompkop. De geaccepteerde tolerantie is 1,95 rpm ± 25%.
ii.
Druk nogmaals op POMPSNELHEID om de pompsnelheid te wijzigen in 100 ml/min.
De geaccepteerde tolerantie is 19,65 rpm ± 10%.
iii.
Druk nog eens op POMPSNELHEID om de snelheid te wijzigen in 500 ml/min en
herhaal de meting. De geaccepteerde tolerantie is 97 rpm ± 10%.
iv.
Druk nogmaals om de snelheid te wijzigen in 750 ml/min en herhaal de meting. De
geaccepteerde tolerantie is 146 rpm ± 10%.
v.
Voor de 1000 ml/min optie drukt u nog eens om de snelheid te wijzigen in 1000
ml/min en herhaal de meting. De geaccepteerde tolerantie is 195 rpm ± 10%.
Ingangs- en uitgangstemperatuuropnemers en het alarm "Temperatuur te hoog"
e.
Maak minstens 2 liter vloeistof van 37º - 43ºC klaar.
Sluit de 'vloeistofvoorraad' aan op de disposable set. Verwijder de patiëntlijn van de
i.
luer-connector. Steek het thermo-element ca. 5 cm in de connector die eerder op de
patiëntlijn was aangesloten.
ii.
Zet de klep in de infusiestand door op de toets KLEP RECHTS te drukken. Open de
'vloeistofvoorraad' en stel de pompsnelheid in op 500 ml/min.
iii.
Laat de temperatuur stabiliseren; wacht ten minste 2 minuten. De waarden van
INGANGSTEMPERATUUR en UITGANGSTEMPERATUUR (de waarden die niet
tussen haakjes staan) moeten binnen een marge van (2ºC) liggen.
iv.
Vergelijk de op het scherm weergegeven getallen met de uitlezing van het thermo-
element. De geaccepteerde tolerantie is 1ºC voor vloeistoftemperaturen tussen 30ºC
en 40ºC, en 2ºC buiten dit bereik.
v.
Zet de pompsnelheid terug op 0 ml/min door op POMPSNELHEID te drukken.
vi.
Druk op ANNUL. om terug te keren naar het scherm Kalibratie/Setup.
vii.
Druk op EXIT SERVICE om naar het VULLEN-scherm terug te keren.
viii.
Vul de set en de patiëntlijn met water op kamertemperatuur.
Maak minstens 2 liter vloeistof van 43º - 45ºC klaar.
Sluit de 'vloeistofvoorraad' aan op de disposable set. Infundeer met een snelheid van
ix.
500 ml/min.
x.
Vergelijk de op het scherm weergegeven getallen met de uitlezing van het thermo-
element. Als de schermaflezing tussen 42º en 42,5ºC ligt, gaat er een geluidsalarm
af.
Noteer de temperatuur waarbij het alarm "Temperatuur te hoog" optreedt. De
xi.
geaccepteerde tolerantie van het verschil tussen de temperatuurwaarden op het
thermo-element en op het scherm moet binnen 1º – 2ºC liggen.
Hoofdstuk 4: Parameterinstellingen En Preventief Onderhoud
37
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
