WERKING BATTERIJVOEDING
Scherm batterijwerking
LET OP
Batterijwerking zou slechts gedurende
korte tijd of met zeer lage flowsnelheden
gebruikt moeten worden, omdat er geen
verwarming is.
PER ONGELUK UITZETTEN
Scherm voor per ongeluk uitzetten
1.
Druk op de toets RECIRC om de vloeistof in de
reservoirkamer voor te verwarmen.
2.
Neem de stekker van het systeem uit het
wandstopcontact.
In
temperatuur
weergeeft
BATTERIJ GEEN VERWARM. Dit betekent dat het
systeem op dat moment in de batterijmodus staat,
dat de maximale flowsnelheid 50 ml/min is en dat de
verwarming tijdelijk is uitgeschakeld.
3.
Stel de flowsnelheid bij door op de toets INFUS.
SNELH. ▲ of INFUS. SNELH. ▼ te drukken, of druk
op 50 ML/MIN om de infusiesnelheid direct op de
maximumwaarde van 50 ml/min in te stellen.
4.
Wanneer het systeem weer op de netvoeding wordt
aangesloten, blijft de flowsnelheid van 50 ml/min
gehandhaafd als de vorige flowsnelheid hoger was
dan 50 ml/min. Het systeem keert terug naar de
vorige flowsnelheid als die 50 ml/min of minder
bedroeg.
5.
De normale looptijd in de batterijmodus is ten minste
30 minuten.
BATTERIJ LAAG
Als de batterij bijna is uitgeput, toont het systeem de
melding BATT. LAAG en wordt er een geluidsignaal
afgegeven. Het systeem moet dan op netvoeding worden
aangesloten om de werking voort te zetten en de batterij
op te laden.
De normale oplaadtijd is 8 uur.
Als de hoofdschakelaar in de STANDBY-stand is gezet
terwijl het systeem nog pompt, staakt het systeem het
pompen en geeft het een alarm af. Deze melding dient
ter bescherming van het systeem tegen per ongeluk
uitzetten tijdens een procedure.
Zet het systeem door op de knop POWER UIT op het
scherm te drukken.
Om
de
procedure
hoofdschakelaar op AAN worden teruggezet. De werking
wordt dan hervat.
13
Hoofdstuk 2: Bediening
de
statusregel
die
knippert
de
melding
voort
te
zetten
moet
de
de