5.3
Werkinstructies
5.3.1
Laden
De laadschop moet, gevuld of leeg, op de
transportroute altijd zo dicht mogelijk bij de grond
worden gehouden.
Voor zover mogelijk lange transportroutes
vermijden!
Opmerking
• Voor het laden de laadschop neerlaten en
de snijkant parallel aan de grond zetten.
Rijsnelheid indien nodig verlagen door
inchen.
• Laadschop in het te laden materiaal
bewegen.
• Als de laadschop wordt gevuld, het
hefframe iets optillen en de laadschop
inkippen.
• Voor het legen de laadschop zo ver
optillen, dat deze zich boven het
uitstortpunt bevindt en dan uitkippen.
5.3.2
Schrapen, egaliseren
•
Hefframe omlaag brengen en de snijkant van de
laadschop onder een kleine hoek in de grond
schuiven. Niet te diep insteken om zo zonder
schokken af te schrapen.
•
Tijdens het schrapen mag de diepte alleen door
het in- of uitkippen van de laadschop worden
bijgesteld.
5.3.3
Uitgraven
•
Bij het uitgraven van een bouwput zoveel
mogelijk gelijkmatige lagen afgraven.
•
De uitgraafwerkzaamheden zo plannen, dat de
wiellader met de volle laadschop vooruit uit de
bouwput kan rijden.
•
De uitrit uit de bouwput zo vlak mogelijk houden.
TL160
Kap05_Werken met de machine_nl.fm 26.10.09 Ver. 1.0
Werken met de machine
63/126