Bijlage
9.2.2
Startblokkering
Startblokkering activeren
De startblokkering is zelfactiverend, d.w.z.
zonder aanvullend inschakelen of afwijkende
handelingen.
Als de mechanische startschakelaar in stand
"0"(klem 15 uit) staat, is de startblokkering
geactiveerd.
•
Zet de sleutel van de contactschakelaar vanuit
een willekeurige stand in stand "0".
•
De startblokkering wordt na 5s automatisch
geactiveerd.
•
De startblokkering wordt en blijft ook
geactiveerd, als de sleutel in stand "0" blijft
steken.
Startblokkering deactiveren
Het deactiveren van de startblokkering
gebeurt als er een geldige mechanische
sleutel en een geldige elektronische sleutel
(transponder) aanwezig is.
•
Zet de sleutel van de contactschakelaar in stand
"1".
•
Het lezen van de transponder gebeurt pas als de
mechanische sleutel in de contactschakelaar de
klem 15 heeft ingeschakeld. Daardoor is het
noodzakelijk eerst het mechanische
sluitsysteem te openen, voordat de
elektronische sleutel gecontroleerd wordt. Het
manipuleren van de startblokkering bij
uitgeschakeld contact is daardoor niet mogelijk.
Nieuwe sleutel inleren
Het inleren voor nieuwe sleutels gebeurt door een
mastersleutel, die gekenmerkt is door een rode
sleutelknop.
De mastersleutel moet zorgvuldig bewaard worden,
voor elke startblokkering is maar één mastersleutel
beschikbaar.
Deze mastersleutel kan alleen worden gebruikt voor
het inleren van nieuwe sleutels, niet voor de
deactivering van de startblokkering. Daardoor wordt
verhinderd dat de mastersleutel gebruikt wordt voor
het gebruik van het voertuig.
•
Steek de mastersleutel in het contactslot.
•
Zet de mastersleutel gedurende max. 5s in stand
"1" (klem 15 aan).
•
Zet de mastersleutel in stand "0" (klem 15 uit).
•
Trek de mastersleutel eruit.
118/126
Kap09_Bijlage_nl.fm 26.10.09 Ver. 1.0
TL160