4.3.2
Bewaken van de machine tijdens het
bedrijf
Motorschade
door niet opgeloste storing.
• Verhelp de storing, voordat u motor en
machine weer in bedrijf neemt.
•
Bij het oplichten van de laadcontrolelamp (13/22)
of de motoroliedrukcontrole (13/31), de motor
onmiddellijk uitzetten en de oorzaak vaststellen,
evt. servicepersoneel erbij halen.
•
Bij het overschrijden van de toelaatbare
koelvloeistoftemperatuur (13/25), de
werkzaamheden onderbreken, de motorkap
openen en de motor stationair laten draaien,
zodat deze weer af kan koelen.
•
Na afkoelen de motor afzetten en de oorzaak
vaststellen, evt. servicepersoneel erbij halen.
•
Bij het oplichten van de onderhoudsindicatie
"Luchtfilter" (13/32) moet onderhoud worden
uitgevoerd aan het luchtfilter.
4.3.3
Motor uitzetten
Opmerking
De motor niet vanuit vollast uitzetten, maar
nog kort onbelast laten draaien op het lage
stationaire toerental.
•
Contactsleutel naar stand "0" draaien.
•
De motor slaat automatisch af.
TL160
22
Afbeelding 13 Motor bewaken en afzetten
Kap04_Bediening_nl.fm 25.6.08 Ver. 1.0
25
P
12 Km/h
-
+
00014,0 h
1/2
0
Bediening
31
32
4/4
43/124