Pagina 1
Wiellader HANDLEIDING Taalversie: 2010-03 Uitgave: 5780200390 Bestelnummer: TL02100101> Vanaf voertuig-id.-nr.: Originele gebruiksaanwijzing...
Pagina 2
® Terex Compact Germany GmbH Kraftwerkstraße 4 74564 Crailsheim Germany Tel. +49(0)79 51/9 35 70 Fax +49(0)79 51/9 35 76 71 www.terexconstruction.com e-mail: info@terex-compact.com Gelieve vóór inbedrijfstelling van de wiellader in te vullen: Voertuigtype: ..................Voertuig-ident.-nr.: ..................Bouwjaar: ..................Inbedrijfstelling op: ..................
Pagina 3
Inzet bij gevaar door vallende voorwerpen ....25 3.14 Werkzaamheden in de buurt van ondergrondse leidingen ..25 3.15 Werkzaamheden in de buurt van elektrische bovenleidingen . . 26 TL210 1 / 184 01_Inhoudsopgave_nlIVZ.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 4
Inhoudsopgave 3.16 Inzet in gesloten ruimtes ......27 3.17 Werkonderbrekingen ....... . .27 3.18 Gebruik als hijswerktuig .
Pagina 5
Transporteren ........154 TL210 3 / 184 01_Inhoudsopgave_nlIVZ.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 6
Inhoudsopgave Specificaties ..........155 Aanzichten.
Pagina 7
Auteursrecht Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Hij mag zonder onze voorafgaande schriftelijke goedkeuring niet volledig noch in fragmenten verveelvoudigd, verspreid of voor concurrentiedoeleinden onbevoegd gebruikt worden. TL210 5 / 184 02_Inleiding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 8
• lichamelijk en geestelijk geschikt zijn, • het 18de levensjaar voltooid hebben, • een gefundeerde school- en beroepsopleiding hebben, • door Terex in de serviceactiviteiten aan de wiellader geschoold zijn, • in de gedragsregels voor storingsgevallen geschoold zijn. 6 / 184 TL210 02_Inleiding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 9
Maatregel voor het afwenden van het gevaar Veiligheidssymbool Instructies Aanwijzing Wijst op informatie die belangrijke informatie over het gebruik en/of de werkwijze bevat. Het negeren kan storingen tot gevolg hebben. TL210 7 / 184 02_Inleiding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 10
Niet-doelmatig gebruik De inzet van de Terex wiellader voor de volgende werkzaamheden geldt als niet-doelmatig: • transport van personen • Vervoer van lading op de openbare weg •...
Pagina 11
Vervangbare uitrustingen van de firma Terex of van andere fabrikanten mogen alleen worden gemonteerd en gebruikt indien de montage ervan op de betrokken grondverzetmachine door de firma Terex voorzien is. In alle andere gevallen is een aparte schriftelijke goedkeuring van de firma Terex verplicht.
Pagina 12
Inleiding 10 / 184 TL210 02_Inleiding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 13
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die – wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht genomen worden – materiële schade, licht of middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. VORSICHT VOORZICHTIG TL210 11 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 14
Veiligheid Voorzichtig - Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die – wanneer de zonder veilig- veiligheidsvoorschriften niet in acht genomen worden – materiële schade tot heidssymbool gevolg kan hebben. VOORZICHTIG 12 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 15
Waarschuwing voor voor het milieu schadelijke stoffen Wanneer de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet getroffen worden, kunnen deze stoffen aanzienlijke schade aan het milieu veroorzaken. TL210 13 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 16
De veiligheidssymbolen zijn op de volgende plaatsen aan de machine aangebracht: 4560_3001 Afb. 3-1 Plaatsen van de veiligheidssymbolen Veilige afstand (rechter- en linkerkant aan het hefframe) Veilige afstand Gevaar voor letsel Pletgevaar 14 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 17
De volgende pictogrammen kunnen aan de machine aangebracht zijn: Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Reservoirdruk- Voorgloeien vulling rem Accu-laadcontro- Parkeerrem Koelmiddeltem- Rijrichting vooruit / peratuur achteruit Knipperlicht links Groot licht-controle /rechts Motoroliedruk Luchtfilter Brandstof Rijsnelheid snel Overdrive Uitschakeling werkhydrauliek TL210 15 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 19
Veiligheid Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Vastsjorpunten Aanhangpunten voor verladen met een kraan Eerste Hulp Brandblusser doos, verband- trommel Tussensmering Accu-uitschakeling TL210 17 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 20
Wanneer niet met de voorgeschreven adembescherming gewerkt wordt, dan kan gezondheidsschade het gevolg zijn. Werken met gezichtsscherm Wanneer er niet met het voorgeschreven gezichtsscherm gewerkt wordt, kan dit leiden tot gezichtsverwondingen. 18 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 21
Zet de werkinrichting neer op de grond. Zet de aandrijfmotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Vergrendel resp. sluit vensters en deuren af. TL210 19 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 22
Voor bepaalde werkzaamheden moet u een veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, een beschermende helm, beschermhandschoenen, reflecterende vesten, gehoorbescherming enz. gebruiken. 20 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 23
Gebruik voor het instappen en betreden van de machine de daartoe voorziene opstappen en standplaatsen. Zorg ervoor dat de bestuurdersplaats, opstappen en loopvlakken van de machine vrij van vuil, vet, olie, ijs en sneeuw zijn. TL210 21 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 24
Er bestaat met name gevaar bij werkzaamheden (graven en optillen) op zachte ondergronden. Bij hellingen vanaf 10° (17,6%) is extra voorzichtigheid geboden. Bij het eenzijdig rijden over hindernissen wordt de kantelschuinstand hoger. 22 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 25
Overschrijd nooit de maximaal toegelaten hellingshoek van de machine. Beveilig de machine tegen wegrollen of wegglijden. Begin de werkzaamheden op een laag tempo. TL210 23 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 26
Belaad de machine vanaf een zo gering mogelijke hoogte. Werk op stortplaatsen alleen met de machine, wanneer er geschikte maatregelen getroffen zijn om wegrollen of omlaag storten te voorkomen. 24 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 27
Bij onvermoed aantreffen of beschadigen van ondergrondse leidingen of hun beschermafdekkingen moet u de werkzaamheden onmiddellijk staken en de opzichter hierover informeren. TL210 25 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 28
Dit kan worden bereikt door b. v.: • uitschakelen van de stroom, • verleggen van de bovenleiding, • omleggen van de kabels, • begrenzen van het werkgebied van de machine. 26 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 29
Zet vóór het verlaten van de machine de aandrijfmotoren stil en beveilig ze tegen onbevoegd in werking zetten (b. v. contactsleutel uit het slot trekken, evt. accu isoleren). TL210 27 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 30
Gebruik geen beschadigde of onvoldoende gedimensioneerde hijsmiddelen (kabels, kettingen, harpsluitingen). Draag bij werkzaamheden met hijsmiddelen altijd beschermhandschoenen. 28 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 31
Haal bij het isoleren van de accu eerst de minpool en dan de pluspool los. Ga bij het aansluiten in omgekeerde volgorde te werk. TL210 29 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 32
In de buurt van brandstof of accu's is roken en de omgang met open vuur verboden. Bedrijfsveiligheid en inzetbaarheid zijn voorwaarden voor doelmatig werken. De Terex wiellader voldoet aan deze eisen bij een correcte bediening en optimaal onderhoud: Voorkom storingen door de functies van de machine nauwgezet te observeren en de voorgeschreven bedrijfsstoffen te gebruiken.
Pagina 33
Geef vastgestelde gebreken onmiddellijk door aan de opzichter, bij wisselen van de machinebestuurder ook aan de aflossing. Staak bij gebreken die de bedrijfsveiligheid van de machine in gevaar brengen, het werk tot de gebreken verholpen zijn. TL210 31 / 184 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 34
Valt de hydrauliek uit door afslaan van de motor, door een storing in de hydrauliekpomp of door hydrauliekolielekkage, dan zijn alleen nog de volgende noodfuncties mogelijk. • Manueel besturen • Noodondersteuning door hulppomp (1-2 min.) en • werkinrichting neerlaten (alleen bij ingeschakelde ontsteking) 32 / 184 TL210 03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 35
Garantie Licht de garantievoorwaarden toe. Licht de inzagekaarten met instructie op het onderhouds- en inspectieschema toe. Vul de garantiekaart volgens voorschrift in en stuur deze op. TL210 33 / 184 04_Eerste_installatie_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 36
Eerste installatie en instellingen 34 / 184 TL210 04_Eerste_installatie_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 37
Beschrijving van de Wiellader 5 Beschrijving van de Wiellader Overzicht wiellader 4560_5001 Afb. 5-1 Overzicht wiellader Schoep Snelwisselinrichting Hefframe Voorwagen Cabine Deurvergrendeling Motor Knikscharnier Typeplaatje Accu Brandstoftank Hydrauliekolietank Water- en hydrauliekoliekoeler TL210 35 / 184 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 38
Beschrijving van de Wiellader 5.1.1 Overzicht filters 4560_5002 Afb. 5-2 Overzicht filters Luchtfilter Brandstoffilter Motoroliefilter Retourfilter hydrauliekolietank Zuigfilter hydrauliekolietank Beluchtingsfilter hydrauliekolietank 36 / 184 TL210 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 39
Licht-, knipper-, claxon- en dimschakelaar (stuurschakelaars) Stuur Neigings- en hoogteverstelling van het stuur Gaspedaal Bedieningshendel - laadinrichting Activering - hulpregelkring Uit Activering - hulpregelkring Aan Rijrichtingselectie (werking alleen bij ingeschakelde werkhydrauliek) TL210 37 / 184 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 40
(9) pagina 37 en (17) pagina 38) Rijrichtingselectie (werking alleen bij uitgeschakelde werkhydrauliek) Terugleiden van de schoep (optie) Omschakelaar ventilator motorkoeling - Automatiek/Temperatuurgeregeld/Manueel Functie ruiten wassen - voor/achter Ruitenwisser voor Ruitenwisser achter 38 / 184 TL210 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 41
Instelling van de hoeveelheid voor de hulpregelkring Lastslingeringsdemping (optie) Keuzeschakelaar vlotterstand Uit/Continu bedrijf Selectieschakelaar hulpregelkring Uit/Impuls-/Continu bedrijf Selectieschakelaar parkeerrem Uit/Aan, in stand Aan vergrendeld Motorcontrolelampen Noodbesturing Automatiek/Aan Tussentijdse smering (manuele activering centrale smering) Regeleenheid verwarming/Klimatronic Voorgloei-startschakelaar TL210 39 / 184 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 42
Ventilatorsnelheid 1 niveau verlagen Toets voor temperatuurindicator in het display Temperatuurvoeler voor de binnenruimte Toets en indicator voor de circulatielucht Toets en indicator voor de koeling Automatische diagnosetoets en indicator 40 / 184 TL210 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 43
00014,0 h 21 km/h 00014,0 h 12 km/h 4560_5007 Afb. 5-7 Display Snelheidsmeter Monitor-controle-indicator versnelling schakeltrap I Bedrijfsurendisplay Monitor-controle-indicator versnelling schakeltrap II (optie S-versie) Vervuilingsindicator roetfilter (optie) Vervuilingsindicator hydrauliekoliefilter Hydrauliekoliepeil Koelmiddelpeil TL210 41 / 184 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 47
ISO 7096 en ISO 6683. 4560_5010 Afb. 5-10 Bestuurdersstoel Positieverstelling Hoogte-instelling Armleuning rechts (standaard), armleuning links (optie) Instelling van de rugleuning Instelling van de neiging van de rugleuning Horizontale verstelling Gewichtsinstelling TL210 45 / 184 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 48
Typeplaatje Op het typeplaatje is het voertuigtype en het serienummer ingeslagen. Aanwijzing Het voertuigtype en het serienummer moeten bij alle aanvragen en ieder schriftelijk verkeer beslist worden vermeld. Terex Compact Germany GmbH Afb. 5-11 Typeplaatje Voertuigtype Serienummer 46 / 184 TL210 05_Beschrijving_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 49
Na iedere natte reiniging moet u de machine volgens het smeerschema doorsmeren en alle werkcycli, steun- en rijfuncties controleren. TL210 47 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 50
2000 bedrijfsuren Telkens na 2000 bedrijfsuren of na 2 jaar De termijn die het eerst komt geldt hier Ook bij de inbedrijfstelling van nieuwe of gereviseerde motoren Tab. 6-1 Inspectie-intervallen 48 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 51
Tab. 6-2 Intervallen olieanalyse Op basis van de eerste resultaten adviseert het laboratorium wanneer een volgend oliemonster onderzocht moet worden. Een informatiebrochure over omvang en procédé van de olieanalyse krijgt u van uw Terex-dealer. TL210 49 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 52
Het volgens voorschrift verrichten van de verplichte inspecties moet op de inspectiekaarten in de garantie- en overhandigingsoorkonde bevestigd wor- den. Bij verzuim moet met beperkingen van de garantie rekening gehouden wor- den. 50 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 53
Instandhouding Inspectiemiddel 6.4.1 Slijtagedelen Tab. 6-3 -- Aanwijzing Slijtagedelen voor de inspecties moeten tijdig op voorraad genomen worden. Vraag hiernaar bij uw dealer! TL210 51 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 54
Aanwijzing Bij het omschakelen van minerale op biologisch afbreekbare hydrauliekolie moeten het systeem en de tank helemaal afgetapt, gereinigd en gespoeld worden! Nadere bijzonderheden voor het omschakelen bij de bevoegde Terex- dealer opvragen. 52 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 55
Zwavelaandeel in de Olieverversingsinter- brandstof in % < 0,5 normaal 0,5 tot 1,0 0,75 van normaal > 1,0 0,50 van normaal Tab. 6-4 Olieverversingsinterval bij een hoger zwavelaandeel in de brandstof TL210 53 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 56
Aandrijfmotor Dieselbrandstof EN 590 Voor het gebruik van RME-brandstoffen ASTM D975 1-D/2-D beslist nadere informatie bij de bevoegde Terex-dealer opvragen. Aandrijfmotor Motorolie SAE 15W-40 Zie ook de handleiding van de API CH4 of CI4 motorfabrikant. ACEA E3 of E4...
Pagina 57
Afb. 6-1 Aanbevolen viscositeitsklassen bij de motorolie Hydrauliekolie Volgens DIN 51524.T3 HVLP: HVLP 22 HVLP 32 HVLP 46 HVLP 68 Viskohyd 20HVLP 100 °C °F Umgebungstemperatur/Ambient temperature/Température ambiante Afb. 6-2 Aanbevolen viscositeitsklassen bij de hydrauliekolie TL210 55 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 58
* Hoeveelheid hydrauliekolie is afhankelijk van de uitrusting van de machine. Tab. 6-6 Vulhoeveelheden Aanwijzing De opgegeven waarden zijn waarden bij benadering. Maatgevend is altijd de bij de vulstand aangegeven hoeveelheid. Zie hoofdstuk 5.2.2 "Bedie- ningsconsole voor", pagina 38. 56 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 59
Als er smeermiddelen worden gebruikt die niet aan onze richtlijnen voldoen, dan kan indirecte schade optreden, waarvoor wij niet aansprakelijk zijn. Aanwijzing Smeer alle smeerpunten met multifunctioneel smeervet door. Smeermiddel- specificatie: Zie hoofdstuk 6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. TL210 57 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 62
Dagelijks uit te voeren werkzaamheden Door het bedienend personeel uit te voeren controle- en onderhoudswerkzaamheden, (eventueel bijvullen, reinigen, repareren, vervangen): 4560_6004 Afb. 6-5 Dagelijks en wekelijks uit te voeren werkzaamheden 60 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 63
Verkort de controle- en reinigingsintervallen Veiligheidsvoorzieningen op toestand, werking en volledigheid controleren De machine volgens het overzicht van de smeerpunten doorsmeren P. 58 Tab. 6-10 Wekelijks uit te voeren werkzaamheden TL210 61 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 64
Peil van het accuzuur en aansluitingen P. 102 van de accu controleren Toestand van de banden, bandendruk en bevestiging van de wielmoeren controleren Bevestiging van de assen en van de cardanas controleren 62 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 65
Rem ontluchten Differentieel - achteras, olie controleren resp. verversen Differentieel - vooras; olie controleren resp. verversen Wielnaven van de voor- en achteras, olie controleren resp. verversen Rijaandrijving; olie controleren resp. verversen TL210 63 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 66
Inspectiekaart ondertekenen en aan de fabrikant terugsturen minstens om de 2 jaar verlenging van de interval voor olie verversen volgens Terex olieanalyse en laboratoriumrapport Zie hoofdstuk 6.3.1 "Regelmatige olieanalyses", pagina 49. binnen de garantieperiode Tab. 6-11 Inspectieschema machine 64 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 67
Afgewerkte olie opvangen en volgens voorschrift milieuvriendelijk verwerken! Aanwijzing Alle onderhouds- en inspectiewerkzaamheden moeten volgens het inspec- tieschema uitgevoerd worden. Zie hoofdstuk 6.6 "Onderhouds- en inspectieschema", pagina 60. TL210 65 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 68
De symbolen „Hydrauliekoliepeil“ (1) en „Koelmiddelpeil“ (2) branden gedurende ca. 3 seconden op het display. Bij te lage niveaustand blijft de betreffende niveaucontrolelamp branden. Vul indien nodig het ontbrekende medium bij. 66 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 69
Vul, indien vereist, motorolie bij. Vulopening (2) openen en bijvullen met een zuiver vat olie. Vulopening weer afsluiten. Schroef de dop er weer op. TL210 67 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 70
Giet motorolie in de vulopening (3) tot de "MAX"-markering op de oliepeilstok (4) bereikt is. Start de aandrijfmotor en laat deze met een laag stationair toerental ca. 2 minuten draaien. Zet de aandrijfmotor af. Controleer het oliepeil, evt. olie bijvullen. 68 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 71
Vul het nieuwe filter met olie. Bevochtig de afdichtring met olie en draai hem met de hand krachtig vast. Verwijder olieverontreinigingen van de motor. Controleer na een proefdraaien de motoroliefilterpatroon op lekkage. TL210 69 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 72
Het peil van het koelmiddel wordt automatisch bewaakt. Bij te laag koelmiddelpeil verschijnt bij ingeschakelde ontsteking in het display de melding „Koelmiddelpeil“ (1). Vul bij te lage stand koelmiddel bij. 70 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 73
Concentratie antivries controleren Controleer voor aanvang van het koude seizoen de concentratie antivries. De concentratie antivries wordt in de fabriek op ca. -25°C ingesteld. Pas bij lage temperaturen het aandeel antivries aan. TL210 71 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 74
6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. Start de motor en breng hem op bedrijfstemperatuur. Zet de aandrijfmotor af en laat hem afkoelen. Controleer het peil van het koelmiddel en vul koelmiddel bij (indien nodig meermaals). 72 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 75
Zorg ervoor dat er geen voor water schadelijke substanties in de riolering of in waterlopen terecht komen. 4560_6012 Afb. 6-13 Ventilator motorkoeling Ventilator Hydrostatische aandrijving De combikoeler is uitgerust met een ventilator (1) met hydrostatische aandrijving (2). TL210 73 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 76
Bij inzet binnen (opslaghallen) schakelt u de schakelaar „Motorkoeling geregeld ventilator“ in de middelste stand. De ventilator keert de draairichting niet om. Indien nodig in de open lucht een manuele reiniging uitvoeren. 74 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 77
Reilig indien nodig, b. v. bij met olie besmeurde combikoeler, de combikoeler met een koudreiniger of stoomcleaner. Plaats de machine daarbij op een met een olie-afscheider uitgeruste wasplaats. Breng na de reiniging de aandrijfmotor op bedrijfstemperatuur om de combikoeler te drogen. TL210 75 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 78
Reinig de luchtaanzuigruimte voor het luchtfilter van vervuiling (loof enz.). Controleer de bevestiging van het luchtfilter op beschadiging. Controleer de luchtleiding naar het luchtfilter op lekkage. Controleer de rubber delen op beschadiging. Vervang defecte delen onmiddellijk. 76 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 79
• Uiterlijk na 2 jaar gebruik. • Wanneer na een succesvol onderhoud van de hoofdpatroon de onderhoudsindicator gelijk weer inschakelt. • Bij een defecte hoofdpatroon. • Bij een defecte veiligheidspatroon. TL210 77 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 80
Zet het onderste deel van de behuizing erop (rekening houden met de positie van de stofafvoerklep). Zet de draadspanafsluitingen in de gleuf van de flens aan het filterhuis en span deze. 78 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 81
Pak de veiligheidspatroon (3) vast aan de beide lussen (6) en trek deze met lichte draaibewegingen eruit. Verwerk de veiligheidspatroon. Schuif de nieuwe veiligheidspatroon erin en controleer deze op correcte zitting. Monteer de hoofdpatroon. TL210 79 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 82
Controleer de gereinigde hoofdpatroon op beschadigingen aan de papierbalg en aan de rubber dichtingen (2). Scheuren en gaten in de papierbalg kunnen worden vastgesteld bij het doorschijnen met een zaklamp. 80 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 83
Afb. 6-19 Brandstof bijtanken Controleer het brandstofpeil op meter (1). Om vorming van condens tot aan de volgende inbedrijfstelling te voorkomen, tankt u brandstof na de dagelijkse inzet via de vulopening (2). TL210 81 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 84
Instandhouding Brandstoffilter ontwateren 4560_6020 Afb. 6-20 Brandstoffilter ontwateren Open het brandstoffilter (1) aan de waterafvoer (2), tot er zuivere brandstof stroomt. Sluit de waterafvoer. 82 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 85
Open de waterafvoer (3) aan de filterbodem om brandstof af te laten uit het filter. Schroef het filterhuis (1+2) met in de handel verkrijgbaar gereedschap eraf en neem het filterhuis met filterelement van de filterflens af. TL210 83 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 86
Instandhouding Brandstoftank ontwateren 4560_6023 Afb. 6-22 Brandstoftank ontwateren Ontwater de brandstoftank aan de aflaatplug (1). Reinig de vulzeef (2) en controleer deze op beschadigingen (evt. vervangen). 84 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 87
Druk de V-riem in het midden van de grootste vrije lengte met de duim in en meet de doorbuiging van de V-riem. Bij een gemiddelde duimdruk van ca. 45 N (ca. 4,5 kg) moet de doorbuiging van de V-riem ca. 10 mm bedragen. TL210 85 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 88
Voer een testgang uit. Controleer na 15 minuten de spanning van de nieuwe V-riem. Aanwijzing Controleer na een vervanging van de V-riemen na ca. 20 bedrijfsuren de spanning van de V-riemen opnieuw. 86 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 89
Peil van de hydrauliekolie aflezen aan het kijkglas (1) en evt. hydrauliekolie bijvullen via het beluchtingsfilter (2). Het oliepeil moet zich in het bovenste derde van het kijkglas (1) bevinden. TL210 87 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 90
Monteer de nieuwe filter. Sluit de aftapplug zorgvuldig. Schone hydrauliekolie erin gieten via het retourfilter (3), daarvoor het filterdeksel verwijderen. Zet het deksel van het retourfilter erop. 4560_6032 Afb. 6-26 Hydrauliekolie verversen 88 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 91
Bij vervuiling van het beluchtingsfilter door b.v. olienevel moet het filter ver- vangen worden. 4560_6032 Afb. 6-27 Beluchtingsfilter voor de hydrauliekolie vervangen Verwijder het beluchtingsfilter (2) en verwerk dit volgens de voorschriften. TL210 89 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 92
Afb. 6-28 Beluchtingsfilter vervangen Reinig de zeef (3), controleer deze op beschadigingen en vervang deze eventueel. Schroef het nieuwe beluchtingsfilter (1) met O-ring (2) erin en draai het handvast aan. 90 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 93
Demonteer het zuigfilter boven een bak voor oude olie. Filterpatroon vervangen 4560_6028 Afb. 6-29 Zuigfilter voor de hydrauliekolie vervangen Zet de motor af. Open het beluchtingsfilter (1). Maak het filterdeksel (2) van het zuigfilter los met gereedschap. TL210 91 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 94
Schuif de module (10) in het huis (12) en schroef het filterdeksel vast met de hand. Let op een foutloze positie van de O-ring (3). Schroef het filterdeksel (1) erop en draai dit handvast aan. Controleer het filter door proefdraaien op lekkage. 92 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 95
Vernieuw na een grotere reparatie de filterpatroon na het proefdraaien. Filterpatroon vervangen 4560_6030 Afb. 6-31 Retourfilter voor de hydrauliekolie vervangen Zet de motor af. Open het beluchtingsfilter (1). Verwijder het deksel (2) van het retourfilter. TL210 93 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 96
Zet een nieuw filterelement in de filterpot. Zet de filterpot met patroon in de hydrauliekolietank. Olie de dekseldichting licht in. Retourfilterdeksel erop zetten en handvast aandraaien. Controleer het filter door proefdraaien op lekkage. 94 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 97
Controleer na 5 minuten het oliepeil nog eens, evt. olie bijvullen. Aanwijzing Ververs de asolie in bedrijfswarme toestand. Aanwijzing Vang de oude olie op in een geschikt vat en verwerk hem milieuvriendelijk! TL210 95 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 98
Giet olie erin via de controle-/vulopening, tot er olie uit de andere controle-/ vulopening komt. VOORZICHTIG Materiële schade Schade aan de machine door verkeerde olie. Gebruik transmissie-olie! Zie hoofdstuk 6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. Sluit de controle-/vulschroeven (1) zorgvuldig. 96 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 99
Giet er olie in via de controle-/vulschroef (1) tot aan de onderkant. VOORZICHTIG Materiële schade Schade aan de machine door verkeerde olie. Gebruik automatische transmissie-olie! Zie hoofdstuk 6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. Sluit de controle-/vulschroef (1) zorgvuldig. TL210 97 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 100
Vul olie bij indien nodig. Sluit de controleschroeven zorgvuldig. VOORZICHTIG Materiële schade Schade aan de machine door verkeerde olie. Gebruik automatische transmissie-olie! Zie hoofdstuk 6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. Sluit de controle-/vulschroef (1) zorgvuldig. 98 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 101
Giet olie erin via de controle-/vulopening, tot er olie uit de andere controle-/ vulopening komt. VOORZICHTIG Materiële schade Schade aan de machine door verkeerde olie. Gebruik transmissie-olie! Zie hoofdstuk 6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. Sluit de controle-/vulschroeven (1) zorgvuldig. TL210 99 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 102
Giet olie erin tot aan de onderkant van de afsluitschroef. VOORZICHTIG Materiële schade Schade aan de machine door verkeerde olie. Gebruik transmissie-olie! Zie hoofdstuk 6.4.2 "Bedrijfsstoffen", pagina 52. Sluit de afsluitschroef zorgvuldig. 100 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 103
Wielmoeren (M 22 x 1,5) tijdens de eerste 50 bedrijfsuren dagelijks en daarna wekelijks controleren op het juiste aandraaimoment, evt. aandraaien. Bij de wielmontage de wielmoeren kruiselings in meerdere stappen vastdraaien tot aan het juiste aandraaimoment. TL210 101 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 104
Zet de aandrijfmotor af. Het peil van het accuzuur moet ongeveer 10 mm boven de accuplaten staan. Vul indien nodig schoon gedestilleerd water bij. Bij onderhoudsvrije accu's komt de controle te vervallen. 102 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 105
Isoleer eerst de aardkabel (2) aan accu 1 (6), dan de pluskabel (3) aan accu 2 (7). Verwijder de verbindingskabel (4). Maak de klemhoek (5; elk 2 stuks aan de zijkant aan de accu's) los. Til de accu eruit. TL210 103 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 106
Zorg er met name in de winter voor dat de accu's goed geladen zijn. Verlichtings- en waarschuwingssystemen controleren Controleer de werking van de verlichtingssystemen. Controleer de werking van de controlelampjes. Controleer de werking van de waarschuwingssystemen. 104 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 107
Filter meermaals met de aanzuigkant (met rekrooster afgedekte kant) op een vlak en hard oppervlak kloppen. Met droge perslucht (max. 5 bar) tegen de doorstroomrichting uitblazen. Filter controleren op beschadigingen aan de papierbalg en de dichting. TL210 105 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 108
Let op de inbouwpositie van het stoffilter, de luchtstromingspijl moet naar de cabine wijzen. Leid het nieuwe of gereinigde stoffilter tot aan de aanslag erin. Bevestig het stoffilter met de borghoek. Breng het ventilatierooster aan. 106 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 109
Afb. 6-41 Reservoir voor water voor de ruitensproeier vullen Vul de reservoirs voor water van de ruitensproeier (1) indien nodig bij. Voeg bij temperaturen rond of onder het vriespunt een antivriesmiddel toe. TL210 107 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 110
Bestrijk aansluitingen met poolvet. Sluit de luchtaanzuigopening van het luchtfiltersysteem en de uitlaatgasopening aan de uitlaatpijp af. Controleer of er speciale maatregelen van CUMMINS moeten worden getroffen. 108 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 111
De machine mag alleen worden opgehaald door een erkend afvalverwerkingsbedrijf. Daarom adviseert Terex dat u de machine terugbezorgt aan een Terex-dealer. TL210 109 / 184 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 112
Instandhouding 110 / 184 TL210 06_Instandhouding_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 113
Gebreken moet u terstond verhelpen. Als de bedrijfsveiligheid in gevaar is gebracht, dan mag u de wiellader pas weer in gebruik nemen nadat de gebreken verholpen zijn. TL210 111 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 114
• Verstelling naar beneden: stoel optillen tot aan de aanslag, daarna daalt hij in de onderste positie. Positie-instelling (1): • verstelling naar voor: stoel naar voor schuiven. • Verstelling naar achter: stoel naar achter schuiven. 112 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 115
(1) naar beneden. Neiging van het stuur instellen. Laat de arrêteerhefboom los. Hoogteverstelling van het stuur: trek de arrêteerhefboom (1) naar boven. Hoogte van het stuur instellen. Laat de arrêteerhefboom los. TL210 113 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 116
LED niet brandt, dan is ventilatieluchtbedrijf ingesteld. Display (3) In het display (3) worden de temperaturen of optredende foutcodes getoond. Ventilator (4) De LED's in het ventilatorsymbool geven aan op welk niveau de ventilator werkt. 114 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 117
6 sec. weergegeven in het display (3). Temperatuur instellen Druk op de toets (2). De temperatuur wordt 1°C verhoogd. Druk op de toets (1). De temperatuur wordt 1°C verlaagd. TL210 115 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 118
Draai de stuurschakelaar (1) om de verlichting van de wiellader te schakelen. Schakeltrap 0: licht uit. Schakeltrap 1: standlicht (parkeerlicht). Schakeltrap 2: rijlicht (dimlicht/groot licht). Groot licht inschakelen Til de stuurschakelaar (1) op. De blauwe controlelamp (2) brandt. 116 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 119
VOORZICHTIG VORSICHT Persoonlijk letsel en materiële schade Gevaar voor ongevallen door verkeerde bediening en ongecontroleerde machinebewegingen. Om in te leren met een laag motortoerental beginnen. TL210 117 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 120
Zet de in te leren sleutel in stand „1“. De in te leren sleutel wordt geregistreerd als geldige sleutel. Als er binnen de 15s geen in te leren sleutel wordt herkend, dan wordt de inleerprocedure automatisch afgesloten. 118 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 121
„0“ van de startschakelaar. Daardoor wordt verhinderd, dat er sleutels worden getest zonder het mechanische contactslot te activeren, b.v. als het contactslot met geweld in stand „1“ werd gebracht. TL210 119 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 122
Zet alle bedieningshendels in neutrale stand. Zet de schakelaar „Parkeerrem“ (6) in de voorste stand en de schakelaar „Rijrichtingselectie“ (8) en (5) in de middelste stand. Steek de contactsleutel in de voorgloei-startschakelaar (7). 120 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 123
Breng de contactsleutel in positie „1“ of positie „0“, als de motor na max. 20 seconden niet start. Herhaal de startprocedure na minstens 1 minuut wachten. Als de motor na 2 startpogingen niet aanslaat, dan moet u de oorzaak van de storing opsporen. TL210 121 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 124
Motor afzetten Aanwijzing De motor niet uit vollast afzetten, maar nog even in laagste stand stationair onbelast laten draaien. Draai de contactsleutel in stand „0“. De motor slaat automatisch af. 122 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 125
Onderbreek de werkzaamheden. Open de motorkap en laat de motor ter afkoeling stationair doordraaien. Zet de motor na het afkoelen af en stel de oorzaak vast. Vraag evt. hulp van servicepersoneel. TL210 123 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 126
Rij bij afdalingen voorzichtig en aan een gematigde snelheid. Duw het rijpedaal niet volledig in. Vóór het omschakelen van de hydraulische snelle gang ("Haas") naar de hydraulische langzame gang ("Schildpad"), moet de rijsnelheid verminderd worden. 124 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 127
De schakelaar „Selectie van de rijrichting“ (3) wordt gedeactiveerd. De schakelaar „Selectie van de rijrichting“ (2) wordt geactiveerd. Stel aan de schakelaar „Selectie van de rijrichting“ (2) de rijrichting in. TL210 125 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 128
De rijsnelheid wordt geregeld met het gaspedaal. De rijsnelheid is direct afhankelijk van het motortoerental. Verander van rijrichting door de schakelaars „Rijrichtingselectie“ (8) resp. (5) om te schakelen. 126 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 129
Verlaag de snelheid door het gaspedaal (2) los te laten. De hydrostatische rijaandrijving werkt daarbij als slijtagevrije hulprem. Activeer het rem-inchpedaal (1) al naargelang dit nodig is. Zie hoofdstuk "Remmen", pagina 130. TL210 127 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 130
(zie foutentabel) en evt. servicepersoneel erbij halen. Sturen De wiellader is uitgerust met een volledig hydraulische, proportioneel werkende schemelstuurinrichting. Voeding van de besturing met grotere prioriteit door een Load-Sensing- systeem. 128 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 131
Zet bij het oplichten van de indicator voor remaccumulatordruk (1) de machine stil en zoek naar de oorzaak. GEFAHR GEVAAR Levensgevaar Lichamelijk letsel door machinebewegingen. De machine mag zonder voldoende remaccumulatordruk niet gebruikt worden. Risico op ongevallen! Geen remvermogen! TL210 129 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 132
Activeer het rem-inchpedaal (1) al naargelang dit nodig is. Parkeerrem activeren Activeer de parkeerrem (3) alleen bij stilstaande machine (achterste schakelaarstand). Aanwijzing Bij het activeren van de parkeerrem (3) wordt de rijaandrijving uitgeschakeld. 130 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 133
Voortdurend remmen tijdens afdalingen oververhit en beschadigt de bedrijfsrem. Daal voorzichtig af! Opmerking Dit kunt u vermijden indien u de afdaling in de langzame stand afrijdt en remt op de motor. TL210 131 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 134
Breng de bescherminrichting aan aan de voorkant van de schoep. Borg de zijdelingse kantelschoep met steekbouten. Schuif de hoge kantelschoep helemaal in. Klap de klapvorktanden van de stapelaarinrichting naar boven, vergrendel ze en arrêteer ze tegen zijdelings verschuiven. 132 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 135
Schakel de werkhydrauliek (1) uit (voorste schakelaarstand). Opmerking Schakel de werkhydraulica enkel in stilstand uit. Controleer de werking van knipperlicht, waarschuwingsknipperlichtinstallatie, signaalhoorn, dimlicht en groot licht. Sluit de cabinedeuren. Rij weg. Zie hoofdstuk "Wegrijden", pagina 126. TL210 133 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 136
Zet de schakelaar „Parkeerrem“ (4) in de voorste schakelaarstand. De parkeerrem wordt geactiveerd. Zet de motor af en trek de contactsleutel uit het slot. Sluit de cabine na afloop van het werk af, opdat geen onbevoegde toegang heeft. 134 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 137
Til de laadbak niet hoger op dan noodzakelijk (30-40 cm boven de grond!) Hellingopwaarts rijden De laadschop moet hellingopwaarts gericht zijn. Hellingafwaarts rijden De laadschop moet hellingafwaarts gericht zijn. TL210 135 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 138
Bij verschillende aanbouwwerktuigen is het vereist om het hydraulische vermogen te regelen, bv. draaisnelheid van veegbezems... Breng het werktuig in werkpositie. Stel met de draairegelaar (5) het hydraulisch vermogen (b.v. draaisnelheid) 136 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 139
Stel met de draairegelaar (5) het hydraulisch vermogen (b.v. draaisnelheid) Continu bedrijf uitschakelen Druk een knopschakelaar (2) in. Opmerking Schakel de hulpregelkring altijd uit wanneer het hulpwerktuig niet bediend wordt. TL210 137 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 140
Beëindig het continue bedrijf door de joystick terug in de neutrale stand te zetten of de schakelaars (2) om te schakelen. Aanwijzing Schakel de vlotterstand altijd uit, als er geen bediening volgt. Zet de schakelaar (5) in stand 1. 138 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 141
Gelieve beslist informatie in te winnen bij uw leverancier vóór montage van een dergelijk arbeidswerktuig. TL210 139 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 142
Zet het arbeidswerktuig beveiligd tegen kantelen neer. Verwijder de bout naar de koppelstang en de bout naar het hefframe. Beweeg het hefframe uit het arbeidswerktuig en monteer het nieuwe werktuig. 140 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 143
Schakel de ontsteking in. Activeer de bedieningsknop (1) voor de drukontlasting. Breng de kogelkraan in de stand „Snelwisselaar vergrendeld“ (3). Verbind het hydraulisch geactiveerde arbeidswerktuig met de aansluiting van de hulpregelkring. TL210 141 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 144
Steek hem niet te diep erin, om zo zonder schokken af te kunnen graven. Tijdens het uitgraven mag de diepte alleen genivelleerd worden door de laadschoep in en uit te kantelen. 142 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 145
Graaf om een bouwput uit te graven zo gelijkmatig mogelijke lagen af. Plan de uitgraafwerkzaamheden zo, dat de schoeplader met de volle schoep vooruit uit de bouwput rijdt. Houd het traject uit de bouwput zo vlak mogelijk. TL210 143 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 146
De lastslingeringsdemping wordt automatisch vanaf een rijsnelheid van meer dan 6 km/h geactiveerd. Aanwijzing De kantelcilinder van de schoep mag niet op aanslag staan (schoep niet helemaal ingekanteld), aangezien vrij slingeren anders niet mogelijk is. 144 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 147
Parkeer de machine zoals voorgeschreven. Schakel de lastslingeringsdemping in de achterste schakelaarstand. De groene controlelamp dooft. Verwijder de dop aan de voorwagen. Maak voorzichtig de stifttap (1) los. De druk wordt afgebouwd. TL210 145 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 148
20.5 R 25 GP-2B 20.5 R 25 XTLA TL 20.5 R 25 XHA TL 20.5 R 25 XLDD2A 20.5 R 25 X Mine D2 Tab. 7-1 Water-antivriesvulling MgCl = magnesiumchloride O = water 146 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 149
0,5% ligt. Gebruik in de winter alleen winter-dieselbrandstof om verstopping van de leidingen door paraffine-afscheidingen te voorkomen. Bij zeer lage temperaturen moet ook bij winter-dieselbrandstof met storende afscheidingen rekening gehouden worden. TL210 147 / 184 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 150
Bediening 148 / 184 TL210 07_Bediening_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 151
Machineschade door te snel wegslepen. Sleep de machine maar stapvoets weg. VOORZICHTIG Materiële schade Machineschade door verontreiniging van het hydraulisch systeem. Zorg voor uiterste zuiverheid bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem. TL210 149 / 184 08_Transport_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 152
Afb. 8-1 Hydropomp Open aan de beide hogedrukbegrenzingskleppen boven en beneden (1) met bypass de schroef (1) max. 3 omdraaiingen. Schroef na het wegslepen de schroef (1) tot aan de aanslag erin. 150 / 184 TL210 08_Transport_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 153
4560_8004 Afb. 8-2 Bevestigingspunten rechts en links aan de asplaten rechts en links onder aan de zijdelingse platen van de achterwagen Aanwijzing Max. lastopname van de bevestigingspunten ca. 14500 kg. TL210 151 / 184 08_Transport_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 154
Als de geveerde weerstandsrem zich niet ontspant, deblokkeer de geveerde weerstandsrem dan in beide assen door de instelschroeven (3) 30 mm (4) erin te draaien. Aanwijzing Na het bergen de geveerde weerstandsrem opnieuw instellen. 152 / 184 TL210 08_Transport_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 155
Bout van de knikvergrendeling (2) aan het knikscharnier erin steken. Zet de aandrijfmotor af. Verlaat de machine en sluit de deuren. Machine met hijswerktuig aan de voorgeschreven, gemarkeerde punten (1) vakkundig bevestigen. TL210 153 / 184 08_Transport_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 156
Zet de werkinrichting neer op de grond. Zet de aandrijfmotor af. Verlaat de machine en sluit de deuren. Sjor de machine vakkundig met hijswerktuig vast aan de voorgeschreven, gemarkeerde punten (1). 4560_8005 Afb. 8-5 Vastsjorpunten 154 / 184 TL210 08_Transport_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 157
Specificaties 9 Specificaties Aanzichten 9.1.1 Maattekening met laadschoep / directe aanbouw 1 100 3100 1684 7230 4560_9001 Afb. 9-1 Maattekening met laadschoep en banden 20,5 R 25 TL210 155 / 184 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 158
Specificaties 9.1.2 Maattekening met laadschoep met snelwisselaar 1180 3100 1684 7320 4560_9002 Afb. 9-2 Maattekening met laadschoep met snelwisselaar en banden 20,5 R 25 156 / 184 TL210 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 159
24 V / 4,5 kW Koude start-hulp 1 gloeistift per cilinder Verlichtingsinstallatie volgens wegenverkeers- reglement met halogeen H 4 schijnwerpers, tel- kens 2 werkschijnwer- pers voor en achter Tab. 9-2 Elektrisch systeem TL210 157 / 184 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 160
4 de wielen. Parkeerrem Geveerde weerstandsrem, op de lamellen van de achteras werkend. Hulprem Hydrostatisch, door gesloten circuit van de rijaandrijving. Tab. 9-4 Remmen 158 / 184 TL210 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 161
Elektro-hydraulisch schakelbare vlotterstand. Kruisschakeling met één hendel (joystick) met geïntegreerde rijrichtingschakelaar, vlotterstandschakelaar en hulpregel- kringschakelaar. Hulpregelkring max. hoeveelheid olie 160 l/min max. werkdruk 230 bar Hydrauliekoliekoe- Thermostatisch geregeld, hydrostatische ventilatoraandrijving TL210 159 / 184 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 162
Inzet in de sector van 1,27 0,97 0,81 0,47 0,31 0,47 gewinning Overbrengingssnelheid 0,76 0,91 0,49 0,33 0,35 0,17 V-bedrijf 0,99 0,84 0,54 0,29 0,32 0,14 Tab. 9-8 Equivalente slingerwaarden 160 / 184 TL210 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 163
Hefkracht op de grond volgens ISO 8313 123,4 kN 123,4 kN Losbreekkracht aan de snijrand van de 104,5 kN 106 kN schoep Kantellast recht 8340 kg 8700 kg Kantellast geknikt 7280 kg 7600 kg TL210 161 / 184 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 164
1,25 resp. 80 % van de kantellast op vlak terrein. De nuttige lasten gelden voor banden 20.5 R25 en de beschreven uitrusting van de machine volgens ISO 6016. 162 / 184 TL210 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 165
5000 8228 11000 Tab. 9-14 Transportstand stapelinrichting Bij gebruik van opschroefbare achterasgewichten resp. achterwielen met watervulling. Aanwijzing Bij stapelaarbedrijf moet de bandenluchtdruk in de voorwielen minstens 0,5 bar verhoogd worden. TL210 163 / 184 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 166
• Bedrijfsurenteller • Combi-instrument met grote tankmeter • Werkschijnwerpers halogeen H-3 voor en achter Opties • Zwaailicht • Radio • Wegrijblokkering • Bescherming tegen vandalisme alleen bij beschermdak • 2. hulpregelkring 164 / 184 TL210 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 167
Aanwijzing Bij stapelaarbedrijf moet de bandenluchtdruk in de voorwielen minstens 0,5 bar verhoogd worden. Luchtdruk Bandengrootte Voorwielen Achterwielen [bar] [bar] 20.5 R25 EM 20.5-25 EM 20.5 R25 XHA 550/65 R25 TL210 165 / 184 09_Specificaties_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 168
Overige uitrustingen VOORZICHTIG Materiële schade Machineschade door niet vrijgegeven veranderingen van de constructie, extra uitrustingen en arbeidswerktuigen van Terex producten. Veranderingen moeten door de fabrikant schriftelijk goedgekeurd worden. Indien dat niet gebeurt, dan komt onze garantie te vervallen en ook de productaansprakelijkheid voor evt.
Pagina 169
Zet de werkinrichting neer op de grond. Zet de aandrijfmotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Vergrendel resp. sluit vensters en deuren af. Beveilig de wiellader met keggen tegen wegrollen. TL210 167 / 184 10_Storingen_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 170
• Prioriteitsklep defect • Stuurregelapparaat defect • Stuurcilinder defect • Mechanische fout Oplossing De volgende werkzaamheden mogen alleen door de Terex-service worden uitgevoerd. Zuigleiding controleren en repareren Hydraulische pomp repareren of vervangen Schade aan de prioriteitsklep herstellen Schade aan het stuurregelapparaat herstellen...
Pagina 171
• Nulstand versteld • Inwendige schade van de rijpomp • Stationair toerental van de motor te hoog Oplossing De volgende werkzaamheden mogen alleen door de Terex-service worden uitgevoerd. Rijrichtingschakelaar vervangen resp. repareren Magneten van de schakelklep controleren resp. afstellen (service erbij halen)
Pagina 172
• Inwendige schade aan rijpomp of rijmotor • Rijmotor versteld Oplossing Be- en ontluchtingsfilter controleren, vernieuwen Zuigfilter vernieuwen De volgende werkzaamheden mogen alleen door de Terex-service worden uitgevoerd. Dieselmotor controleren Rem controleren, schade herstellen Stroomtoevoer en magneetklep controleren, repareren, evt. vernieuwen...
Pagina 173
• Stroomtoevoer naar de rijrichtingschakelaar of magneetklep onderbroken • Regeldruk eenzijdig te laag • Hogedrukbegrenzingsklep is beschadigd of verkeerd ingesteld Oplossing De volgende werkzaamheden mogen alleen door de Terex-service worden uitgevoerd. Rijrichtingschakelaar repareren, evt. vervangen Magneetklep repareren, evt. vervangen Stroomtoevoer naar de rijrichtingschakelaar controleren en repareren (ook...
Pagina 174
• Hydraulische pomp defect • Aandrijving van de hydraulische pomp mechanisch onderbroken Oplossing Zuigleiding controleren De volgende werkzaamheden mogen alleen door de Terex-service worden uitgevoerd. Hoofdoverdrukklep controleren en evt. vervangen Hydraulische pomp controleren, repareren of vervangen Aandrijving van de hydraulische pomp controleren en repareren...
Pagina 175
Gebreken resp. bron van de fout van de controle-organen vaststellen, evt. door een vakman laten herstellen Laadcapaciteit van de accu controleren Starterfunctie testen Aansluiting en toestand van de stroom- en aardkabel controleren Werking van het contactslot controleren, evt. vernieuwen TL210 173 / 184 10_Storingen_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 176
Sleutel met ingeleerde transponder gebruiken. Storing Verwijderen van ingeleerde sleutel niet mogelijk Oplossing Geen of verkeerde mastersleutel gebruikt (rode greep). Tijd voor mastersleutel in het contactslot te kort. Antenne defect. 174 / 184 TL210 10_Storingen_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 177
Informatie over service en vervangingsonderdelen TL210 175 / 184 11_Service_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 178
Informatie over service en vervangingsonderdelen 176 / 184 TL210 11_Service_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 179
Brandstofvoorraadindicator ........38 TL210 177 / 184 Lijst_van_trefworden_nlSIX.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 180
Groot licht-controle ..........15 178 / 184 TL210 Lijst_van_trefworden_nlSIX - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 181
Luchtfilter-veiligheidspatroon ........77 TL210 179 / 184...
Pagina 182
Pletgevaar ........... 13 180 / 184 TL210 Lijst_van_trefworden_nlSIX - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 183
Stuurinrichting ..........129 TL210 181 / 184 Lijst_van_trefworden_nlSIX.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 184
Vulhoeveelheden ..........56 182 / 184 TL210 Lijst_van_trefworden_nlSIX - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 185
Zwevende last ..........13 TL210 183 / 184 Lijst_van_trefworden_nlSIX.fm - V 0.1 - 7.5.12...
Pagina 186
Lijst van trefworden 184 / 184 TL210 Lijst_van_trefworden_nlSIX - V 0.1 - 7.5.12...