Inhoudsopgave
Advertenties
7.2.9
Controle werking microschakelaar MRT
De stand van de draaibare bovenbouw wordt gecontroleerd door de microschakelaar MRT.
Als de bovenbouw buiten de stand "0" staat wordt de microschakelaar MRT ingeschakeld en:
-
gaat het groene controlelampje bovenbouw in het midden uit.
-
als de arm omhoog staat zijn alle bewegingen mogelijk.
-
als de arm omlaag staat zijn de bedieningen op de draadbesturingsstand (verplaatsen en stabiliseren) niet
beschikbaar.
Als de bovenbouw op "0" staat (MRT uitgeschakeld):
-
gaat het groene controlelampje bovenbouw in het midden branden;
-
als de arm omhoog staat zijn alle bewegingen mogelijk.
-
als de arm omlaag staat worden de draaibewegingen van de bovenbouw verhinderd.
-
als de arm omlaag staat zijn de bedieningen op de draadbesturingsstand (verplaatsen en stabiliseren) beschikbaar.
7.2.10 Controle werking microschakelaars M2A-M2B
M2A en M2B zijn microschakelaars die dienst doen als eindaanslag van de draaibeweging van de bovenbouw in beide
richtingen. Als zij inschakelen dan is de draaibeweging van de bovenbouw alleen in de tegenovergestelde richting dan
waarin de microschakelaar ingeschakeld is mogelijk.
7.2.11 Controle werking microschakelaars STP1-STP2-STP3-STP4
De steunplaten van de stempels worden gecontroleerd door de microschakelaars STP1-STP2-STP3-STP4.
Als alle platen op de grond steunen:
-
zijn alle groene controlelampjes van de stand van de stempels aan;
-
zijn de bedieningen van de draadbesturingsstand (verplaatsen en stabiliseren) niet beschikbaar;
-
als er geen andere alarmen zijn is het mogelijk om de arm omhoog te doen.
Als geen een van de platen op de grond steunt:
-
zijn alle groene controlelampjes van de stand van de stempels uit;
-
zijn de bedieningen op de stand "Platform bewegen" (hef-/daal-/draaibewegingen) niet beschikbaar;
-
zijn de bedieningen op de draadbesturingsstand beschikbar.
Als één of meer platen niet op de grond steunen:
-
zijn de groene controlelampjes van de stand van de stempels met betrekking tot platen opgeheven uit;
-
zijn de bedieningen van de draadbesturingsstand (verplaatsen en stabiliseren) niet beschikbaar;
-
als de arm omhoog staat worden de hefmanoeuvres en de telescopische uitschuifmanoeuvre verhinderd; de
daalbeweging en de draaibeweging van de bovenbouw op een snelheid die automatisch verlaagd wordt blijven
beschikbaar.
7.2.12 Controle werking veiligheidssysteem "man aanwezig"
7.2.12.1 Pedaal "man aanwezig"
Het pedaal "man aanwezig" op het platform dient om de bedieningselementen voor het manoeuvreren van de machine
vanaf de bedieningspost op het platform werkzaam te maken.
Als de bedieningspost ingesteld is maar het pedaal "man aanwezig" niet ingetrapt is gaat het groene lampje op het
platform knipperen en is het niet mogelijk om de machine te manoeuvreren.
Als het pedaal "man aanwezig" ingetrapt wordt, worden de bedieningen werkzaam gemaakt en wordt de toestand
gesignaleerd doordat de groene led constant blijft branden.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Zelfrijdende hoogwerkers
Bladzijde 52
Advertenties
Inhoudsopgave
