In onderstaande tabel staan de richtwaarden met betrekking tot het draagvermogen van de verschillende soorten
ondergronden. Dit zijn pure richtwaarden die geen bindende informatie over het werkelijke draagvermogen van de
verschillende soorten ondergronden in de verschillende samenstellingen en omstandigheden geven. De gegevens van
het werkelijke draagvermogen van elk soort ondergrond kunnen alleen verkregen worden aan de hand van
penetratiemeetproeven die door een deskundige gedaan moeten worden.
RICHTTABEL VAN HET DRAAGVERMOGEN VAN ENKELE ONDERGRONDEN
SOORT ONDERGROND
Niet compacte opgehoogde grond
Modder, turf enz.
Zand
Grind
Rulle grond
Zachte grond
Harde grond
Half vaste grond
Vaste grond
Rotsgrond
Om de grootte van de steunplaat die onder de stempelplaat gelegd moet worden op de juiste manier te bepalen -zodra het
werkelijke draagvermogen van de ondergrond bekend is- moet de volgende formule aangehouden worden:
MAX. BELASTING STEMPEL [kg] / DRAAGVERMOGEN VAN DE GROND [kg/cm²]= OPPERVLAK VAN DE PLAAT [cm²]
Bijvoorbeeld:
Maximum belasting uitgeoefend door één stempel (zie de paragraaf "Technische gegevens") = 820 kg.
Draagvermogen van de grond = 4 kg/cm².
Minimum benodigd oppervlak voor de steunplaat = 820 / 4 = 205 cm².
5.1.1.2.1 Bediening van de handmatige stabilisatie
Om de op-/neerwaartse beweging van de stempelcilinders uit te voeren moet u één of meer van de vier
bedieningshendels I, L, M, N bewegen.
Door de hendels I, L, M, N omlaag te bewegen worden de stempelplaten uitgeschoven; door de hendels daarentegen
omhoog te bewegen worden zij ingeschoven.
De plaats van de bedieningshendels I, L, M, N en de betreffende lampjes ZA stemt overeen met de plaats van de
stempelcilinders:
-
Hendel N/Lampje A = Voorste linker stempelcilinder;
-
Hendel I/Lampje B = Voorste rechter stempelcilinder;
-
Hendel M/Lampje C = Achterste linker stempelcilinder;
-
Hendel L/Lampje D = Achterste rechter stempelcilinder.
Voor de juiste handmatige stabilisatie:
a) bedien de stempels allemaal tegelijk totdat de steunplaten in de buurt van de ondergrond staan;
b) zorg ervoor dat de platen op de grond steunen door telkens een paar stempels tegelijk te bedienen totdat de
rupsbanden iets van de grond af komen te staan;
c) corrigeer de stabilisatie door één of twee stempels tegelijk te bedienen totdat de machine vlak staat wat te zien
is op de luchtbelwaterpas.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
DRAAGVERMOGEN IN kg/cm²
Zelfrijdende hoogwerkers
0 – 1
0
1,5
2
0
0,4
1
2
4
15 - 30
Bladzijde 23