Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

W Eerstand Niveau Kiezen En Aanpassen - LifeFitness CLSS Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

W
eeRsTand nIveau kIeZen en aanpassen
Wanneer de desbetreffende prompt op het BERICHTENCENTRUM verschijnt, moet u de weergegeven waarde van het
intensiteitsniveau of de streefhartslag* met de PIJLTOETSEN verhogen of verlagen tot de gewenste waarde, of de
gewenste waarde invoeren met het NUMERIEKE toetsenbord, en op ENTER drukken. Pas het niveau tijdens de training
aan zoals nodig of gewenst.
Intensiteitsniveau: De Life Fitness stepper biedt een keuze van 20 intensiteitsniveaus. Het traptempo voor niveau
1, de gemakkelijkste instelling, is twee verdiepingen per minuut; de moeilijkheidsgraad neemt toe tot niveau 20,
met een traptempo van 13 verdiepingen per minuut. U ziet het intensiteitsniveau in het scherm
TRAININGSPROFIEL als kolommen lichtjes. Het verdient aanbeveling eerst een laag intensiteitsniveau te kiezen.
Naarmate uw fysieke conditie verbetert, kunt u hogere niveaus kiezen.
Streefhartslag: De steppertrainingen die de streefhartslag berekenen, baseren dit getal op de leeftijd van de
gebruiker en het soort training. De gebruiker accepteert de hartslag of past hem aan bij het instellen van de
training. Tijdens de training zelf leest het programma de hartslag af, die via de Lifepulse-sensors of de borstband
is overgezonden, en gebruikt het deze gegevens om de weerstand aan te passen. Wanneer de hartslag met de
hand wordt verhoogd, neemt de intensiteit van de cardiovasculaire training toe.
s
ooRT doeL kIeZen
Trainingen kunnen geprogrammeerd worden om andere soorten doelen te bereiken:
Calorieën
Afstand
Duur binnen zone
De functie doel: calorieën dient om gewichtsverlies en gewichtsbeheersing te bevorderen. De gebruiker stelt een doel
voor calorieën tijdens het instellen van de training. Als het doel bereikt is, gaat de training automatisch over op een
afkoelingsfase en eindigt daarna. Ga als volgt te werk:
1. Druk op PERSOONLIJKE TRAINER wanneer een prompt verschijnt om een training te kiezen.
2. Blijf op PERSOONLIJKE TRAINER drukken totdat "DOEL: CALORIEËN" op het BERICHTENCENTRUM
verschijnt.
3. Druk op ENTER.
4. Voer de waarde van het gewenste doel voor calorieën in.
5. Kies een willekeurige training, maar niet om de WeReLd, kILImandjaRo, InTeRvaL, CasCades,
sneLheIdsTRaInIng of heuveLTjes.
6. Voer de stappen voor het instellen van de gekozen training uit.
7. Begin de training.
De functie doel: afstand dient om het uithoudingsvermogen op te bouwen. De gebruiker stelt een afstandsdoel tijdens
het instellen van de training. Als het doel bereikt is, gaat de training automatisch over op een afkoelingsfase en eindigt
daarna. Ga als volgt te werk:
1. Druk op PERSOONLIJKE TRAINER wanneer een prompt verschijnt om een training te kiezen.
2. Blijf op PERSOONLIJKE TRAINER drukken totdat "DOEL: AFSTAND" op het BERICHTENCENTRUM verschijnt.
3. Druk op ENTER.
4. Voer de waarde van het gewenste afstandsdoel in.
5. Kies een willekeurige training, maar niet om de WeReLd, kILImandjaRo, InTeRvaL, CasCades,
sneLheIdsTRaInIng of heuveLTjes.
6. Voer de stappen voor het instellen van de gekozen training uit.
7. Begin de training.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Stepper seriesIntegrity series

Inhoudsopgave