Bedrijf
Rijden door smalle bochten
Rij niet door smalle bochten op wegen met een deklaag met een hoge wrijving, zoals bijvoorbeeld op beton-
wegen.
Bescherming van de rupsband tegen zout
Niet met de machine op een zeestrand werken. (Door zout wordt het stalen inlegwerk gecorrodeerd.)
Graafwerkzaamheden (gebruik van de bedieningselementen)
Voor het werken met de graafmachine moeten de navolgende veiligheidsaanwijzingen in elk geval
STOP
worden opgevolgd.
Het is verboden, beton of rotsblokken met de bak te breken, door het zijwaarts zwenken van de boom.
Bij het graven de bak niet in vrije val laten zakken.
De cilinder niet volledig uitschuiven. Altijd een zekere veiligheidsspeling laten; vooral bij bedrijf met de hydrau-
lische hamer (toebehoren).
De bak niet als hamer gebruiken, om palen in de grond te heien.
Niet met baktanden in de grond gedreven rijden of graven.
De bak niet te diep in de grond drijven om aarde uit te graven. In plaats hiervan met de bak op een grote
afstand van de voertuigromp relatief vlak over de grond schrapen. Op deze wijze wordt de bak minder belast.
De graafmachine mag alleen tot de onderkant van de bovenwagen in het water worden gebruikt.
Na het gebruik van de machine in het water altijd de pen van bak en arm met vet smeren, totdat het oude
smeervet naar buiten komt.
Bij het graven in achterwaartse richting erop letten, dat der boomcilinder niet met het dozerblad in contact
komt.
Vastzittend graafmateriaal kan elke keer bij het storten worden afgeschud, door de bak tot het slageinde van
de cilinder uit te zwenken. Indien zich dan nog steeds graafgoed in de bak; arm volledig uitzwenken en de
bak intrekken en uitzwenken.
Om de stabiliteit van de machine te vergroten, wordt aanbevolen het dozerblad tot op de bodem te laten zak-
ken. Het dozerblad mag enkel ter vergroting van de stabiliteit van de machine worden gebruikt als de dozer-
bladcilinder met een leidingbreukbeveiligingsventiel is uitgerust.
W9253-8144-4
01/2019
95