Bergen, laden en transport
Bergen
Hoofdstuk Veiligheidsbepalingen (blz. 15) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het bergen (blz. 31) in
STOP
acht nemen.
Het bergen mag alleen over een kleine afstand en
stapvoets (0,5 m/s ~ 1,0 m/s) plaatsvinden.
Sleepstang resp. -kabel aan de bevestigingspunten (1) van de
machines en aan het trekvoertuig bevestigen.
Indien het bevestigingspunt aan de graafmachine niet bereikbaar is, dan kan ter bevestiging ook een sleep-
kabel om het midden van het dozerblad worden geslagen.
Bij het bergen bevindt zich de gebruiker op de bestuurdersplaats.
Met het trekvoertuig langzaam wegrijden, om een plotselinge belasting te voorkomen.
Laden/lossen van de graafmachine met een kraan
Hoofdstuk Veiligheidsbepalingen (blz. 15) en para-
graaf Veiligheidsbepalingen bij het laden/lossen van
STOP
de graafmachine met een kraan (blz. 31) in acht ne-
men.
De graafmachine op een vlakke ondergrond in de hefpositie
(zie afbeelding) brengen.
Het dozerblad tot de aanslag van de dozerbladcilinder heffen,
zie ook paragraaf Graafwerkzaamheden (gebruik van de be-
dieningselementen) (blz. 95).
Boom recht ten opzichte van de lengteas van de bovenwagen
uitrichten.
Boomcilinder, bakcilinder en armcilinder tot de aanslag uit-
schuiven.
Bovenwagen zo draaien, dat het dozerblad aan de achterzijde
is geplaatst.
De deur en de kappen sluiten en vergrendelen.
Voor het heffen van de graafmachine mogen alleen de daarvoor bestemde bevestigingspunten wor-
den gebruikt. Het bevestigen aan andere bevestigingsogen of -punten is verboden en kan tot ernsti-
STOP
ge beschadigingen leiden.
W9253-8144-4
01/2019
(°)
Model
l 1 (mm)
U36-4
< 49
1710
KX037-4
< 37
2140
1
l 2 (mm)
4020
4440
33