Rechterbedieningsconsole
De rechter bedieningsconsole bevat de navolgende onderdelen:
1.
Wipschakelaar extra circuit 1
2.
Continudrukschakelaar
3.
Drukknop snelrijstand
4.
Dozerbladhendel
5.
Verwarmings- en aircoregeling (optioneel)
6.
Schakelaar AUTO IDLE
7.
Wis-/sproeischakelaar
8.
Handmatige motorstop
9.
Schakelaar zwaailamp
10.
Schakelaar werklamp
11.
Potentiometer voor motortoerental-instelling
12.
Startschakelaar
13.
Polssteun
14.
Rechterbedieningshendel
15.
Claxondrukknop
16.
Display- en bedieningseenheid
Beschrijving van de onderdelen van de rechter bedieningsconsole
1.
Wipschakelaar extra circuit 1
Met de wipschakelaar extra circuit 1 wordt de stroomt de olie naar het extra circuit 1 gestuurd. Bij het drukken
op de linkerkant van de wipschakelaar stroomt de olie naar de aansluiting op de linkerzijde van de arm en bij
het drukken op de rechterkant van de wipschakelaar naar de rechterzijde. Het extra circuit 1 is proportioneel
(traploos) stuurbaar.
2.
Continudrukschakelaar
Door de schakelaar te bedienen, stroomt er continu olie naar de aansluiting van het extra circuit op de linker-
zijde van de boom. Bij nogmaals bedienen schakelt de oliestroom uit. Op deze wijze kunt u een hulpstuk ge-
bruiken zonder dat u continu de schakelaar ingedrukt hoeft te houden.
3.
Drukknop snelrijstand
Met deze drukknop wordt de rijstand "snel" in- en uitgeschakeld.
4.
Dozerbladhendel
Met de dozerbladhendel kan het dozerblad worden geheven, neergelaten en in de lossende stand worden
gebracht. Het dozerblad kan worden neergelaten door de hendel naar voren te drukken; het kan worden ge-
heven door de hendel naar achteren te trekken. Door het over de merkbare weerstand naar voren te drukken
wordt het dozerblad in de lossende stand gebracht.
5.
Verwarmings- en aircoregeling (optioneel)
Met de verwarmings- en aircoregeling vindt de bediening van de verwarming en de airco plaats (optioneel).
6.
Schakelaar AUTO IDLE
Met deze schakelaar wordt de AUTO IDLE-control in- resp. uitgeschakeld. De AUTO IDLE-control zorgt er-
voor, dat het met de potentiometer gekozen motortoerental – voor zover geen bedieningselement wordt be-
diend – na ca. 4 s op het stationair toerental terugvalt. Zodra een bedieningselement wordt bediend, stijgt het
motortoerental onmiddellijk weer tot het voorheen gekozen motortoerental. Bij ingeschakelde AUTO IDLE-
control brandt het controlelampje in de schakelaar.
7.
Wis-/sproeischakelaar
Met de ruitenwis-/sproeischakelaar wordt de ruitenwisser van de voorruit resp. de ruitensproei-installatie in-
geschakeld.
8.
Handmatige motorstop
Met deze installatie kan de gebruiker de motor met de hand uitschakelen.
52
Opbouw en werking
16
1
15
14
13
12
11
10
9
8
2
3
4
5
6
7
W9253-8144-4
01/2019