Bedrijf
Dozerblad tot in de bovenste positie heffen, daartoe de dozer-
bladhendel (1) naar achteren trekken.
Motortoerental op de vereiste waarde afstellen.
Rijden
Beide rijhendels gelijkmatig naar voren drukken; de graafmachine rijdt recht vooruit. Als de rijhendel wordt
losgelaten, dan stopt de graafmachine onmiddellijk.
Indien beide rijhendels gelijkmatig worden teruggetrokken, rijdt de graafmachine recht achteruit.
(A) Vooruit
(B) Achteruit
(C) Rechtdoor
Indien het dozerblad zich niet, zoals op de afbeelding
weergegeven, aan de voorzijde maar aan de achterzij-
STOP
de bevindt, is de functie van de rijhendels precies om-
gekeerd.
Rijhendel naar voren de graafmachine rijdt naar
achteren.
Om sneller te rijden, drukknop rijstand snel (1) bedienen.
Indien de rijweerstand hoger wordt, tijdens het rijden in
rijstand snel (bijv. stijging of obstakel) schakelt de ma-
chine automatisch in rijstand normaal. Als de rijweer-
stand weer lager wordt, schakelt de machine automa-
tisch terug in de rijstand snel.
W9253-8144-4
01/2019
1
91