Zijklep (2) helemaal naar voren zwenken.
Zijklep met de borgklem (1) vergrendelen.
Onverwacht dichtslaan van de motorkap bijv. door
wind of door andere personen kan tot ernstige ver-
STOP
wondingen leiden.
- Erop letten dat de borgklem (1) juist geplaatst is.
Om te sluiten, de borgklem naar boven brengen (A) tot de ver-
grendeling toegankelijk is.
Zijklep naar achteren zwenken en sluiten.
Vanghaak van vergrendeling inhaken en de vergrendelings-
hendel (1) omlaag drukken en sluiten (B).
Waarborgen, dat de vergrendeling vast zit.
Motorkap (3) sluiten.
154
Onderhoud
W9253-8144-4
01/2019