Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel
totdat het wiel van de grond komt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Verwissel het wiel. Reservewiel
3 286.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Laat de auto zakken.
9. Plaats de wielsleutel, en let er
daarbij op dat deze stevig vastzit
en haal de wielmoeren kruislings
aan. Het aanhaalmoment
bedraagt 140 Nm voor alle model‐
len behalve de GSi. Voor GSi-
modellen geldt een aanhaalmo‐
ment van 190 Nm.
10. Draai de wieldop voor het
aanbrengen zo dat de ventielope‐
ning over het bandventiel valt.
Breng de wielmoerdoppen aan.
11. Plaats de afdekking van het krik‐
steunpunt terug.
12. Berg het vervangen wiel 3 286,
het autogereedschap 3 271 en de
adapter voor het vergrendelen
van de wielborgmoeren 3 73 op
en zet ze vast.
13. Controleer de bandenspanning
en het aanhaalmoment van de
wielmoeren van het gemonteerde
wiel zo spoedig mogelijk.
Laat de defecte band zo spoedig
mogelijk vervangen of repareren.
Verzorging van de auto
Krikpositie voor liftplatform
Stand van de achterste arm van het
hefplatform midden onder het desbe‐
treffende krikpunt op de auto.
285