226
Rijden en bediening
Zicht voor
Bij zicht vóór ziet u rechts op het
scherm een beeld van de zone vóór
de auto. Dit beeld verschijnt bij
inschakelen van een vooruitversnel‐
ling vanuit de achteruitversnelling of
door aanraken van het camerapicto‐
gram op het Info-Display. Zicht vóór
toont ook obstakels die binnen 30 cm
automatisch zijn gedetecteerd. Het
zicht vóór verschijnt alleen tot een
snelheid van 11 km/u in een vooruit‐
versnelling.
Uitschakelen
Het panoramazichtsysteem wordt
gedeactiveerd:
● wanneer u sneller rijdt dan
11 km/u
● camerapictogram ë op het Info-
Display aanraken
● inschakelen van neutraal of P
met automatische versnellings‐
bak.
Algemene informatie
9 Waarschuwing
Het panoramazichtsysteem kan
nooit het zicht van de bestuurder
vervangen. Het brengt geen
kinderen, voetgangers, fietsers,
kruisend verkeer, dieren of even‐
tuele andere obstakels buiten het
zicht van de camera, bijv. onder de
bumper of onder de auto, in beeld.
Gebruik niet alleen het panorama‐
zichtsysteem om te rijden of te
parkeren.
Controleer vóór het wegrijden
altijd de omgeving van de auto.
9 Waarschuwing
Weergegeven beelden zijn moge‐
lijk verder weg of dichterbij dan ze
lijken. De weergegeven zone is
beperkt en obstakels dichtbij een
van de randen van de bumper of
onder de bumper worden niet op
het scherm weergegeven.
9 Waarschuwing
De panoramazichtcamera's
hebben dode hoeken en geven
niet alle obstakels nabij de randen
van de auto weer. Bij inklapbare
buitenspiegels die niet in de juiste
stand staan wordt het panorama‐
zicht niet goed weergegeven.