6.2.6 Routinecontroles
➢ Controleer of het vaatwerk schoon wordt.
➢ Controleer of op het bedieningspaneel het storingslampje brandt.
Indien ja:
➢ Machine uitschakelen en storingscode noteren
➢ Controleer aan de hand van de storingstabel in hoofdstuk 9.1 of u de fout zelf kunt oplossen
➢ Geef de storingsmelding door aan de Winterhalter technische dienst wanneer u de fout niet
zelf kunt oplossen
➢ Schakel de machine pas weer in wanneer de storing is verholpen
➢ Controleer of op het bedieningspaneel het storingslampje voor te weinig reinigings- of
naglansmiddel brandt.
Indien ja:
Neem bij de omgang met chemicaliën de op de verpakkingen gedrukte
veiligheidsvoorschriften en aanbevolen doseringen in acht.
Draag beschermende kleding, beschermende handschoenen en een veiligheidsbril bij de
Waarschuwing
omgang met chemicaliën.
Meng nooit verschillende reinigingsmiddelen.
➢ Controleer of er reinigingsmiddel en naglansmiddel in de voorraadreservoirs zit. Vul deze tijdig bij of
vervang de voorraadreservoirs zodat het wasresultaat niet nadelig wordt beïnvloed.
➢ Controleer het inwendige van de machine
Draag beschermende kleding en handschoenen voordat u onderdelen aanraakt waar
waswater op zit (zeef, wasarmen, ...).
Waarschuwing
Open de
Onderste
machinedeur
naspoelleidingen
naar boven klappen
Reinig de vlakzeef
Zeefcassette en
vlakke zeef
terugplaatsen
Onderste
Zeefcassette en
wasarmen eruit
vlakke zeef eruit
nemen, indien
nemen
nodig reinigen
Onderste
Onderste
wasarmen plaatsen
naspoelleidingen
naar onderen
klappen
Nederlands
Bedrijf
Zeefcassette
reinigen
Machinedeur
sluiten
117