4. Monteer de metalen ring op de
glasafdekking.
5. Plaats het afdekglas terug.
Het zijlampje
1. Verwijder de linker inschuifrail om bij
de lamp te komen.
2. Gebruik een schroevendraaier met
een aanhaalmoment van 20 om de
afdekking te verwijderen.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet in‐
schakelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Op het display verschijnt
F111.
3. Verwijder en reinig het metalen frame
4. Vervang de lamp door een geschikte
5. Installeer het metalen frame en de
6. De linker inschuifrails installeren.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangeslo‐
ten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstan‐
den zijn niet ingesteld.
De automatische uitscha‐
keling is actief.
Het kinderslot is geacti‐
veerd.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De zekering is uitgescha‐
keld.
Het lampje is stuk.
De stekker van de vlees‐
thermometer is niet goed
in de aansluiting gestoken.
en de afdichting.
300 °C hittebestendige lamp.
pakking. Draai de schroeven aan.
Oplossing
Controleer of de oven
goed is aangesloten op het
stopcontact (zie het aan‐
sluitdiagram indien be‐
schikbaar).
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instel‐
lingen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch
uitschakelen'.
Raadpleeg 'Het kinderslot
gebruiken'.
Sluit de deur volledig.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt
u contact op met een er‐
kende elektricien.
Vervang het lampje.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
NEDERLANDS
61