Als [Authenticatie aan/encryptie aan] is geselecteerd in [Beveiligingsinstellingen], selecteert u het
verificatie-algoritme voor de gebruiksomgeving.
Om een wachtwoord in te stellen, selecteert u het selectievakje [Wachtwoord instellen/wijzigen], en voert
u hetzelfde wachtwoord in bij [Encryptiewachtwoord] en [Bevestigen]. Gebruik single-byte alfanumerieke
tekens.
SNMPv3 uitschakelen
Wis het selectievakje [Gebruik SNMPv3].
6
In [Instellingen Printerbeheerinformatie verkrijgen] selecteert u of de
printerbeheerinformatie moet worden verkregen.
Om regelmatig printerbeheerinformatie van het apparaat te verkrijgen, zoals protocollen en poorten,
selecteert u het selectievakje [Printerbeheerinformatie verkrijgen van host].
7
Klik op [OK].
8
Start het apparaat opnieuw op.
➠
De instellingen worden toegepast.
Het poortnummer veranderen
●
Om het poortnummer van de SNMP-server te veranderen, raadpleegt u het volgende:
Het poortnummer veranderen(P. 313)
Instellen
Start het apparaat opnieuw op(P. 108)
86