4
De taak afdrukken of doorsturen naar een andere bestemming, en de inhoud
bekijken.
●
Als u wilt afdrukken met het apparaat, drukt u op [Afdr./doorz.]
●
Om de fax op te slaan naar een andere bestemming dan de ingestelde doorstuurbestemming, drukt u op
[Afdr./doorz.]
[Doorzenden], selecteert u het selectievakje van een in het adresboek geregistreerde
bestemming, en drukt u op [Ja].
Faxen
[Afdrukken]
242
[Ja].