Gebruikt u het apparaat in een omgeving met plotselinge temperatuurveranderingen?
Plotselinge temperatuurveranderingen kunnen leiden tot condens, en dat kan leiden tot fletse of vage
afbeeldingen en tekst. Als u het apparaat in deze omstandigheden blijft gebruiken, kan dit leiden tot
papierstoringen, afdrukdefecten, fouten of andere problemen. Laat het apparaat minimaal 2 uur ongebruikt in
de ruimte staan om geleidelijk te wennen aan de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Stap 3: De speciale verwerkingsinstellingen controleren
Is [Vage afbeelding corrigeren] ingeschakeld?
Als dat het geval is, kunt u misschien een beter afdrukresultaat krijgen door [Vage afbeelding corrigeren] in te
stellen op [Modus 1]. Als dat niet werkt, selecteer dan [Modus 2].
Model aanraakscherm
Scherm [Start] op het bedieningspaneel
[Speciale verwerking]
vijfregelig LCD-model
Scherm [Start] op het bedieningspaneel
[Beeldkwaliteit aanpassen]
[Modus 1] of [Modus 2]
Problemen oplossen
[Menu]
[Vage afbeelding corrigeren]
[Menu]
[Speciale verwerking]
514
[Aanpassing/onderhoud]
[Modus 1] of [Modus 2]
[Aanpassing/onderhoud]
[Vage afbeelding corrigeren]
[Beeldkwaliteit aanpassen]