Koppelen met mobiele apparaten, en integreren met een cloudservice
Als er geen afdrukopties worden weergegeven, biedt de toepassing geen ondersteuning voor AirPrint. In
dat geval kunt u AirPrint niet gebruiken om gegevens af te drukken.
4
Tik op [Printer] en selecteer het apparaat.
5
Configureer de afdrukinstellingen.
De beschikbare instellingen en te gebruiken papierformaten zijn afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt.
6
Tik op [Druk af].
➠
Het afdrukken wordt gestart.
Bekijk de status en het logboek van de afdruktaak met behulp van
bedieningspaneel.
Een Mac gebruiken
U kunt AirPrint gebruiken om gegevens af te drukken en te scannen en om faxen te verzenden vanaf een Mac die is
verbonden met hetzelfde LAN-netwerk als het apparaat of vanaf een Mac die via USB met het apparaat verbonden is.
Bedrijfsomgeving
U kunt AirPrint gebruiken op een Mac waarop een van de volgende besturingssystemen is geïnstalleerd:
●
Afdrukken: OS X 10.7 of nieuwer
●
Scannen: OS X 10.9 of nieuwer
●
Faxen verzenden: OS X 10.9 of nieuwer
*1
Wanneer u afdrukt vanaf een Mac die via USB met het apparaat verbonden is: OS X 10.9 of nieuwer.
*2
Wanneer u scant met via TLS versleutelde communicatie: OS X 10.11 of nieuwer.
Vereiste voorbereidingen
●
Schakel op het apparaat het gebruik van AirPrint in.
AirPrint(P. 288)
●
Verbind het apparaat met een Mac.
Met behulp van een USB-kabel: sluit aan op de USB-poort voor computeraansluiting aan de achterkant van
het apparaat.
Achterkant(P. 12)
●
Klik op de Mac in [Systeemvoorkeuren]
AirPrint gebruiken om gegevens af te drukken(P. 299)
AirPrint gebruiken om gegevens te scannen(P. 300)
AirPrint gebruiken om faxen te verzenden(P. 301)
◼
AirPrint gebruiken om gegevens af te drukken
1
Open op de Mac het document dat u wilt afdrukken.
Afdruktaakstatus en logboek bekijken(P. 194)
*1
*2
Het netwerk instellen(P. 49)
[Printers en scanners] op [+] om het apparaat te registreren.
of [Statusmonitor] op het
Voorbereidingen voor het gebruik van
299