* Stel het antwoordapparaat zodanig in dat de opnamefunctie actief wordt als het apparaat één of twee
keer een geluidssignaal heeft laten horen.
* Bij het opnemen van het bericht is het aan te bevelen ongeveer 4 seconden te pauzeren, of het gehele
bericht niet langer te maken dan 20 seconden.
[Handmatig]
Staat gebruik van zowel fax als telefoon toe.
●
Het apparaat gaat over als er fax- en telefonieoproepen binnenkomen.
●
Als u een faxtoon klinkt als u de handset opneemt, ontvang de fax dan handmatig.
ontvangen(P. 235)
●
U kunt ook de instelling kiezen om faxen automatisch te ontvangen als het apparaat voor een bepaalde
periode heeft geklonken.
4
Druk op [Toepassen].
➠
Het scherm [Sluit tel.lijn aan.] verschijnt.
Stap 4: Verbinding maken met een telefoonlijn
Gebruik het meegeleverde telefoonsnoer om het apparaat aan te sluiten op de telefoonlijn.
Als u een telefoon of de optionele TELEPHONE 6 KIT gebruikt, sluit deze dan aan op het apparaat.
1
Sluit het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting (LINE) van het
apparaat en op de telefoonwanddoos.
Sluit de handset of telefoon aan op de externe telefoonaansluiting (EXT.) op het apparaat.
●
Als u een telefoon met faxfunctie aansluit, zet dan op de telefoon beslist de instelling voor automatische
faxontvangst uit.
●
Afhankelijk van het type telefoon dat op het apparaat is aangesloten, kunnen faxen mogelijk niet goed
worden verzonden of ontvangen.
2
Nu verschijnt het bevestigingsscherm dat u de Faxinstallatiegids verlaat. Druk op
[Ja].
3
Start het apparaat opnieuw op.
➠
De in de Faxinstallatiegids gekozen instellingen worden toegepast, en het soort telefoonlijn wordt
automatisch geconfigureerd.
Instellen
[Omschakelen naar Auto RX](P. 452)
Start het apparaat opnieuw op(P. 108)
97
Faxen