6
Selecteer de computer die zal worden gebruikt als opslaglocatie.
Als u in stap 5 [USB-verbinding] selecteert, ga dan verder met stap 7.
7
Selecteer het scantype.
●
De indeling van de gescande gegevens, opslaglocatie op de computer, en andere instellingen worden
opgegeven voor ieder stel scaninstellingen. Het origineel wordt gescand volgens de geselecteerde
scaninstellingen.
●
U kunt de scaninstellingen controleren of veranderen met behulp van het MF Scan Utility op de computer
die u gebruikt als opslaglocatie.
●
Als u macOS gebruikt, raadpleeg dan de handleidingen voor de relevante stuurprogramma´s of software
op de website voor de handleidingen.
◼
vijfregelig LCD-model
1
Op het bedieningspaneel selecteert u [Menu] op het scherm [Start] en drukt u op
Scherm [Start](P. 115)
2
Druk op [Functie-instellingen]
scaninstellingen]
3
Druk op [Sneltoetsinstellingen]
4
Druk op de sneltoets
5
Selecteer de methode voor het verbinden met de computer die zal worden gebruikt
als opslaglocatie, en druk op
6
Selecteer de computer die zal worden gebruikt als opslaglocatie, en druk op
Als u in stap 5 [USB-verbinding] selecteert, ga dan verder met stap 7.
7
Selecteer het scantype en druk op
●
De indeling van de gescande gegevens, opslaglocatie op de computer, en andere instellingen worden
opgegeven voor ieder stel scaninstellingen. Het origineel wordt gescand volgens de geselecteerde
scaninstellingen.
●
U kunt de scaninstellingen controleren of veranderen met behulp van het MF Scan Utility op de computer
die u gebruikt als opslaglocatie.
Scannen
Starten MF Scan Utility(P. 210)
[Verzenden]
.
[Registreren]
.
.
.
Starten MF Scan Utility(P. 210)
204
[Verzend- en
.
.
.