Ontvangen faxen: automatisch doorsturen, en
reservekopie maken
U kunt instellen dat een ontvangen fax automatisch wordt opgeslagen en doorgestuurd naar een vooraf
opgegeven bestemming. U kunt hier ook instellen of een ontvangen fax op het apparaat wordt afgedrukt.
Dit gedeelte leert u hoe u de instellingen kiest met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Op het bedieningspaneel selecteert u [Menu] in het scherm [Start] en selecteert u [Functie-instellingen] om de
instellingen te kiezen.
[Instellingen voor doorsturen](P. 453)
Beheerdersrechten zijn vereist.
Vereiste voorbereidingen
●
Registreer de op te geven bestemming in het adresboek van het apparaat.
(adresboek) (Model aanraakscherm)(P. 150)
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
starten(P. 356)
2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
pagina van Externe UI(P. 358)
3
Klik op [Instellingen voor RX/doorsturen]
[Instellingen voor doorsturen].
➠
Het scherm [Instellingen voor doorsturen bewerken] verschijnt.
4
Selecteer het selectievakje [Doorzendfunctie gebruiken], en klik op [Selecteren uit
adresboek].
➠
Het scherm [Selecteren uit adresboek] verschijnt.
5
Selecteer de bestemming en klik op [OK].
➠
Het scherm [Instellingen voor doorsturen bewerken] verschijnt weer.
6
Bepaal of faxen worden afgedrukt, of worden opgeslagen in het geheugen.
Faxen afdrukken op het apparaat
In [Afbeeldingen afdrukken] selecteert u [Aan]. Om de fax uitsluitend na een mislukte verzending af te
drukken, selecteert u [Alleen afdrukken bij fout].
Faxen opslaan die niet kunnen worden doorgestuurd naar het geheugen van het
apparaat
In [Afbeeldingen in geheugen opslaan] selecteert u [Opslaan alleen bij fout].
In het geheugen opgeslagen faxen kunt u bekijken in [Statusmonitor].
konden worden doorgestuurd(P. 241)
Faxen
[RX-instellingen fax]
223
Bestemmingen registreren
Externe UI
Portal-
[Bewerken] in
Faxen controleren die niet
9758-04W