Het verzenden en ontvangen van faxen voorbereiden
Om met het apparaat faxen te verzenden of te ontvangen, gebruikt u het bedieningspaneel (Faxinstallatiegids) om de
begininstellingen configureren. U kunt de begininstellingen niet configureren met behulp van Externe UI vanaf een
computer.
De faxinstellingen kiezen (Faxinstallatiegids) (Model aanraakscherm)(P. 95)
Faxberichten verzenden via een computer
U moet op iedere computer die wordt gebruikt om faxen te verzenden, de nodige voorbereidingen treffen.
Voorbereidingen treffen om faxen vanaf een computer te verzenden(P. 217)
De begininstellingen wijzigen
U kunt de met de Faxinstallatiegids gekozen instellingen individueel veranderen.
Fax-ontvangstmodus veranderen en de actie instellen bij het ontvangen van een fax(P. 219)
Het faxnummer en de naam van het apparaat veranderen(P. 221)
●
De informatie van de verzender, inclusief verzenddatum en -tijd en het faxnummer van het apparaat,
worden samen met de faxgegevens op de bestemming afgedrukt. U kunt de afdrukpositie en het merkteken
dat aan het faxnummer is toegevoegd, veranderen of opteren dit niet af te drukken.
(P. 446)
●
Om ontvangen faxen automatisch door te sturen of op te slaan, moet u afzonderlijke instellingen kiezen.
Faxen doorsturen en de backupinstellingen kiezen(P. 222)
Faxen
216
9758-04K
[TX Terminal-ID]