-50,0 t/m
00,0
t/m +50,0 (mm)
[Automatisch fout overslaan]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef op of het afdrukken moet doorgaan als er tijdens het afdrukken een fout optreedt.
Het wordt aanbevolen dat u gewoonlijk de instelling [Uit] gebruikt zodat het afdrukken stopt als er een fout optreedt.
[Uit]
[Aan]
[Time-out]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de tijd op vanaf het begin van de wachttijd tot aan het ontvangen van gegevens totdat de ontvangst in de
pauzestand gaat als de ontvangst wordt onderbroken.
5 t/m
15
t/m 300 (sec.)
[UFR II]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de te gebruiken verwerkingsmethode op als het UFR II-printerstuurprogramma wordt gebruikt.
[Halftonen]
[Menu]
[Functie-instellingen]
Geef de afdrukmethode op voor het reproduceren van halftonen (de tussenliggende gebieden tussen de
lichtere en donkere gebieden) aan de hand van de inhoud van de afdrukgegevens.
Afdrukken op hoge definitie met duidelijke tekstcontouren
Geef [Resolutie] op. Dit is handig bij het afdrukken van bestanden met tekst en dunne lijnen.
Om af te drukken bij een hogere resolutie dan de instelling [Resolutie] kiest u de [Hoge resolutie]. Dit is
handig voor het afdrukken van data met fijne lijnen en kleine tekst zoals CAD-bestanden.
* [Hoge resolutie] selecteren kan de consistentie van patronen verlagen.
Afdrukken met geaccentueerd contrast tussen lichtere en donkere gebieden
Geef [Kleurtoon] op. Dit is handig bij het afdrukken van bestanden met afbeeldingen zoals foto's.
Afdrukken met gelijkmatiger gradaties en contouren
Geef [Gradatie] op. Dit is handig bij het afdrukken van bestanden met bijvoorbeeld figuren die toongradaties
gebruiken.
[Resolutie/gradatie]
[Tekst]
[Resolutie]
[Kleurtoon]
[Gradatie]
[Hoge resolutie]
[Illustraties]
[Resolutie]
[Kleurtoon]
Onderdelen van het Menu Instellingen
[Printer]
[Printerinstellingen]
[Printer]
[Printerinstellingen]
[Printer]
[Printerinstellingen]
[Printer]
*1
[Printerinstellingen]
[UFR II]
434