1
Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
1.1
Algemene veiligheidsvoorschriften
Werking
Algemeen
Lees vóór het uitvoeren van werkzaamheden aan het apparaat zorgvuldig alle documenten die met de
warmtepomp zijn meegeleverd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op onze website. Zie de achter
zijde.
Alleen gekwalificeerde personen zijn bevoegd om installatie-, inbedrijfstellings-, onderhouds-, reparatie-
of verwijderingswerkzaamheden aan de warmtepomp en de verwarmingsinstallatie uit te voeren. Deze
moet zich houden aan de lokale en nationale voorschriften tijdens de montage, installatie en het onder
houd van de installatie.
Naleving van de nationale voorschriften voor koudemiddelen is verplicht.
Het systeem moet in elk opzicht voldoen aan de voorschriften die in het land van kracht zijn bij werk
zaamheden en reparaties in huizen, woningen en andere gebouwen.
Deze warmtepomp is niet ontworpen voor gebruik op een hoogte van meer dan 2000 meter boven zeeni
veau.
Dit apparaat is uitgerust met een radioantenne. Tijdens normaal bedrijf van het apparaat moet iedereen
een afstand van minstens 20 cm tot deze antenne bewaren om zichzelf te beschermen tegen het elektro
magnetische veld. De gebruiker mag uitsluitend dichterbij komen wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Bewaar dit document dicht bij de plaats waar het apparaat is geïnstalleerd.
Voorzorgsmaat
Werkzaamheden aan het koelsysteem moeten uitgevoerd worden door een vakman, volgens de in het
regelen
vakgebied geldende regelen der kunst (opvangen koudemiddel, lassen met stikstof).
Met een 'gekwalificeerd persoon' wordt een persoon bedoeld die bevoegd is om met dit koudemiddel en
aan leidingen te werken in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving en die geschoold
is in zaken die samenhangen met het omgaan met koudemiddelen en leidingwerk van de binnenunit en
buitenunit.
Schakel vóór alle werkzaamheden eerst de stroom uit van de buitenunit, de binnenunit en de elektrische
bijverwarmer. Wacht ongeveer 20 tot 30 seconden tot de condensatoren van de buitenunit zijn ontladen,
en controleer of de lampjes op de besturingsprint van de buitenunit zijn uitgegaan.
Schakel voor alle werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit het toestel uit en wacht enkele minuten.
Sommige componenten zoals de compressor en de buizen kunnen warmer dan 100 °C worden en een
hoge druk opbouwen, wat tot ernstig letsel kan leiden.
Voor de hydraulische aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen en de lokale voorschriften in
acht te nemen.
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur.
Breng geen wijzigingen aan de warmtepomp zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. Om aan
spraak te maken op de garantie, mogen er geen wijzigingen aan het apparaat worden aangebracht.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
1.2
Wateraansluitingen
Voorzorgsmaat
Breng isolatie om de leidingen aan om warmteverlies tot een minimum te beperken.
regelen
Installeer wateraftapkranen tussen de binnenunit en het verwarmingscircuit.
Als de radiatoren rechtstreeks zijn aangesloten op het verwarmingscircuit, zorg er dan voor dat de instal
latie voldoende inhoud over heeft voor warm water. Installeer bijvoorbeeld een differentiële klep en een
buffervat tussen de binnenunit en het verwarmingscircuit.
Zorg ervoor dat het verwarmingswater voldoet aan de specificaties beschreven in het hoofdstuk "Behan
deling van verwarmingswater".
Houd de minimale en maximale waterdruk en temperatuur (70 °C ) aan om er zeker van te zijn dat het
apparaat naar behoren werkt. Zie de sectie Technische specificaties.
De hydraulische installatie moet onder alle omstandigheden in staat zijn om een minimaal debiet te ver
zekeren.
7790532 - v05 - 03012022
Gevaar
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen
met lichamelijke, gevoelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan erva
ring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veili
ge manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Zonder begeleiding mag schoonmaak en gebruikers
onderhoud niet door kinderen worden gedaan.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
7