Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Eria Tower Ace
Pagina 1
Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding Omkeerbare lucht/water-warmtepomp 'Split Inverter' Eria Tower Ace Eria-T-A SE R32 4-8...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies en aanbevelingen ..............7 Algemene veiligheidsvoorschriften .
Pagina 4
Inhoudsopgave 6.3.2 Afstanden tussen buitenunit en binnenunit ..........33 De binnenunit plaatsen .
Pagina 5
Inhoudsopgave Koelfunctie configureren ............... . 66 De vloer drogen met of zonder een buitenunit .
Pagina 6
Inhoudsopgave 11.6.2 Een klokprogramma activeren en configureren voor sanitair warm water ......108 11.6.3 Sanitair-warmwaterbereiding forceren (override) ..........109 11.6.4 De richttemperaturen van het sanitair warm water wijzigen .
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Algemene veiligheidsvoorschriften Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of met gebrek aan erva ring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veili ge manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Pagina 8
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Voorzorgsmaat Werkzaamheden aan het koelsysteem moeten uitgevoerd worden door een vakman, volgens de in het regelen vakgebied geldende regelen der kunst (opvangen koudemiddel, lassen met stikstof). Met een 'gekwalificeerd persoon' wordt een persoon bedoeld die bevoegd is om met dit koudemiddel en aan leidingen te werken in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving en die geschoold is in zaken die samenhangen met het omgaan met koudemiddelen en leidingwerk van de binnenunit en buitenunit.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Voorzorgsmaat Opgelet regelen De drukbegrenzer (veiligheidsventiel of veiligheidsgroep) moet regelmatig worden bediend om kalkaanslag te verwijderen en ervoor te zorgen dat het apparaat niet wordt geblokkeerd. De drukbegrenzingsvoorziening moet aangesloten worden op een afvoerleiding. Omdat er water uit de afvoerpijp op de drukbegrenzer kan stromen, moet deze pijp open blijven naar de lucht, in een vorstvrije omgeving, en met een continu da...
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheid tapwater Algemeen Verwarmingswater en sanitair water mogen nooit met elkaar in contact komen. Sanitair water mag niet in de warmtewisselaar circuleren. Wees voorzichtig met het sanitair warm water. Afhankelijk van de warmtepompinstellingen kan de tem peratuur van sanitair warm water boven de 65 °C uitkomen.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Elektrische bedrading Algemeen Alleen een erkend installateur of een gekwalificeerd vakman mag werkzaamheden aan de elektrische bedrading van de binnen- en buitenunit uitvoeren. Onder geen beding mogen deze werkzaamheden uit gevoerd worden door een niet-gekwalificeerde persoon, want onjuiste uitvoering van de werkzaamheden kan leiden tot elektrische schokken en/of lekstromen.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Installatielocatie Voorzorgsmaat Als de binnenunit in een kleine ruimte geïnstalleerd wordt, moeten er gepaste maatregelen (ventilatie) regelen genomen worden om te voorkomen dat het koudemiddel de concentratiegrens overschrijdt, zelfs als het weglekt. Raadpleeg het installatiehoofdstuk wanneer u de maatregelen uitvoert. Een hoge concentratie koudemiddel kan leiden tot een ongeval als gevolg van zuurstoftekort.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen 1.10 Aanbevelingen Werking Zorg ervoor dat de binnenunit en de buitenunit te allen tijde toegankelijk zijn. Controleer regelmatig de hydraulische druk van de cv-installatie. Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de warmtepompinstellingen kan de temperatuur van de radiatoren hoger dan 60 °C worden.
2 Standaard leveringsomvang Standaard leveringsomvang Tab.1 Collo Inhoud Buitenunit Een buitenunit Een handleiding Binnenunit Een binnenunit Een zakje met documentatie met daarin: een installatie-, gebruikers- en servicehandleiding een beknopte gebruikershandleiding een lijst met belangrijke punten om een succesvolle installatie te garanderen een label dat de totale hoeveelheid koudemiddel aangeeft labels voor koudemiddelen in diverse talen een energielabel...
3 Gebruikte symbolen Op het typeplaatje gebruikte symbolen Afb.1 1 Warmtepomp: type koudemiddel, maximale bedrijfsdruk en door binnenunit opgenomen vermogen. 2 Compatibiliteit met de eTwist aangesloten thermostaat 3 Lees voor het installeren en in bedrijf nemen van het apparaat de meegeleverde handleidingen aandachtig door 4 Breng afgedankte producten naar een hiervoor bestemd inzamel- en recyclingpunt...
Richtlijnen Remeha verklaart hierbij dat de apparatuur van het radio-elektrische type Eria Tower Ace een product is dat hoofdzakelijk ontworpen is voor huiselijk gebruik en in overeenstemming is met de volgende richtlijnen en normen. Het is geproduceerd en in omloop gebracht in overeenstemming met de eisen van de Europese richtlijnen.
Pagina 17
4 Technische specificaties Belangrijk De prestatiegegevens in de volgende tabellen gelden alleen voor de volgende configuratie: directe zone. Als er een gemengd verwarmingscircuit wordt gebruikt, gelden deze gegevens niet. Tab.3 Technische specificaties binnenunit Specificaties Eria-T-A SE R32 Bedrijfstemperatuurbereik +7 °C tot +30 °C Bluetooth frequentieband 2400 –...
4 Technische specificaties Tab.14 Gemeenschappelijke specificaties (volgens de norm EN 16147). Setpunt van watertemperatuur: 54 °C - Buitentemperatuur: 7 °C – temperatuur van de binnenlucht: 20 °C AWHPR 4 MR AWHPR 6 MR AWHPR 8 MR (cyclus M) (cyclus L) (cyclus L) 1 uur 37 minuten 1 uur 32 minuten...
4 Technische specificaties Specificaties van de aanvoer- en retourtemperatuursensors van de condensor Tab.18 PT1000 temperatuursensor Temperatuur °C Weerstand Ω 1000 1039 1077 1117 1155 1194 1232 1271 1309 1347 1385 Specificaties van de koudemiddelcircuitaanvoer en retourtemperatuursensors Tab.19 NTC 5K temperatuursensor Temperatuur °C Weerstand...
4 Technische specificaties Afmetingen en aansluitingen 4.3.1 Binnenunit Afb.7 435,5 MW-6070031-2 1 Circuit B retour - tweede circuitoptie 8 Aanvoer naar bijverwarmingsketel G3/4" - niet 2 Circuit B aanvoer - tweede circuitoptie beschikbaar 3 Aansluiting voor koudemiddel - gasleiding 9 Retour van de bijverwarmingsketel G3/4" - niet 4 Aansluiting voor koudemiddel - vloeistofleiding beschikbaar 5 Sanitair-warmwateruitgang G3/4...
Pagina 25
4 Technische specificaties Tekst op het diagram Beschrijving ACI BDR Printplaat voor actieve anode ACI BACKUP POWER SUPPLY Voeding van back-up BLE Smart Antenna ® Print voor Bluetooth -communicatie BLUE Blauw BOILER Ketel BL1 Multifunction BL1 multifunctionele ingang BL2 Multifunction BL2 multifunctionele ingang Condensation sensor Condensatiesensor...
5 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Typeplaten De typeplaten moeten altijd toegankelijk zijn. Ze bevatten productgegevens en belangrijke informatie: producttype, productiedatum (jaar - week), serienummer, elektrische voeding, bedrijfsdruk, elektrisch vermogen, IP-klasse, koudemiddeltype. Belangrijk Verwijder of bedek nooit de typeplaten en etiketten die op de warmtepomp zijn geplakt.
Pagina 27
5 Beschrijving van het product Afb.10 Binnenunit met elektrische back-up 1 Actieve anode ACI 15 Retourtemperatuursensor voor condensor (EHC– 2 Gebruikersinterface 08besturingsprint) 3 Toegangsdeur gebruikersinterface 16 Ontluchtingsklep 4 AAN/UIT-knop 17 Veiligheidsklep 5 Warmtewisselaar voor de productie van sanitair 18 Hoofdcirculatiepomp warm water in de boiler (spiraal) 19 Magnetisch zeeffilter 6 Expansievat...
5 Beschrijving van het product Afb.11 Plaats van de printen 1 EHC–08centrale eenheid besturingsprint: regelsysteem voor de warmtepomp en het eerste verwarmingscircuit (directe circuit) 2 SCB-04 besturingsprint voor regelsysteem van tweede circuit: beheer van een tweede verwarmingscircuit 3 Tussenliggende klemmenstrook 4 FTC2BR besturingsprint: koppeling met de buitenunit 5 ACI-BDR printplaat: beheer van de actieve anode (ACI) 6 BLE Smart Antenna besturingsprint: Bluetooth...
5 Beschrijving van het product Afb.17 1 Naam van toestel 2 Autorisatiecode EHC....... EHC..............BDR........Beschrijving van de gebruikersinterface Zie ook Werking, pagina 102 5.6.1 Beschrijving van de interface Afb.18 Terugknop Hoofdmenuknop Display Selectie-/validatietoets Schermachtergrondkleur volgens status: Blauw = normale werking Rood = waarschuwing voor blokkering Rood knipperend = vergrendeling MW-5000915-1...
5 Beschrijving van het product Afb.19 1 Door de buitentemperatuursensor gemeten temperatuur 2 Dag en tijd 3 Hydraulische druk van de installatie 4 Algehele status van het apparaat MW-1001546-2 5 Pictogrammen die de status van het toestel weergeven 5.6.3 Beschrijving van status-iconen Tab.21 Iconen Beschrijving...
5 Beschrijving van het product 5.6.5 Beschrijving van het zone-display Afb.21 Draai in het startscherm aan de knop om naar de schermen te gaan voor de verschillende zones binnen uw installatie. MW-6000860-3 1 Kamertemperatuur (als er een thermostaat is geïnstalleerd) 2 Buitentemperatuur 3 Naam van de zone 4 Zonesymbool...
6 Installatie Installatie Voorbereiding Belangrijk Monteer alle opties op de binnenmodule voordat het apparaat op zijn definitieve positie wordt geplaatst. Installatievoorschriften Waarschuwing De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschriften van het land van de installatie. Voor Europa: overeenkomstig de Europese verordening 517/2014 moet de apparatuur door een erkende monteur worden geïnstalleerd indien deze meer dan het equivalent van 5 ton CO...
6 Installatie Zie ook De koudemiddelverbindingen voorbereiden, pagina 44 De binnenunit plaatsen 6.4.1 Locatie van de binnenunit kiezen Kiese de ideale plaats van de binnenunit waardoor veiligheid en toegankelijkheid bij onderhoud is gewaarborgd. Voldoe aan de huidige EN 60335-2-40 regelgeving om te zorgen voor voldoende natuurlijke ventilatie bij gebruik van R32-koudemiddel.
6 Installatie 3. Monteer de binnenunit op de vooraf bepaalde plaats. 4. Zet de binnenunit waterpas met behulp van de vier verstelbare poten. Afb.27 (1) Instelbereik: 0 tot 20 mm Minimum vereist: draai de poot ten minste 10 mm uit. MW-1002290-1 Toegang tot de interne componenten Demonteer het apparaat ter voorbereiding op de installatie.
6 Installatie Afb.31 6. Om toegang te krijgen tot de connectorstroken voor het aansluiten van de dompelaar: druk op de beschermklep om deze te verwijderen. 7. Monteer het apparaat door de onderdelen in omgekeerde volgorde weer te monteren. Wateraansluitingen 6.6.1 Aansluitingen Afb.32 Mogelijke aansluitingen aan de binnenunitzijde...
Pagina 37
6 Installatie Belangrijk Sluit de opties aan voordat de binnenunit op zijn plek is aangebracht. Voor een installatie met 2 verwarmingscircuits, monteer de sets en door het circuit dat de hoogste temperatuur vereist aan te sluiten op circuit A, en het circuit dat de laagste temperatuur vereist op circuit B.
6 Installatie Andere landen: 0,7 MPa (7 bar) 6.6.2 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het aansluiten van het verwarmingscircuit Opgelet Houd de aansluiting aan het uiteinde van de binnenunit tegen met een sleutel om verdraaiing van de buizen in het apparaat te voorkomen.
6 Installatie 6.6.4 Bijzondere voorzorgen voor het aansluiten van het sanitair-warmwatercircuit Tab.27 Aansluiting voor sanitair koud Voor de veiligheidsgroep moet de opstelplaats van de verwarmingsketel voorzien zijn van water een waterafvoer en een sifontrechter. Plaats een terugslagklep in de sanitair koudwatercircuit. Belangrijk Voer de aansluiting op de koudwatertoevoer uit volgens het hydraulische installatieschema.
6 Installatie Installatie doorspoelen 6.7.1 Doorspoelen van nieuwe installaties en installaties niet ouder dan 6 maanden Voordat de verwarmingsinstallatie wordt gevuld, is het noodzakelijk om resten (koper, kalk, soldeertin) uit de installatie te verwijderen. 1. Maak de installatie schoon met een universeel schoonmaakmiddel. 2.
6 Installatie 7. Controleer de veiligheidsorganen (met name de veiligheidsklep of de veiligheidsgroep) aan de hand van de met deze onderdelen meegeleverde handleidingen. Kwaliteit van het sanitair water In regio's waar het water zeer hard is (Th > 20 °f (11 °dH)), wordt een waterverzachter aanbevolen.
6 Installatie 6.9.2 Locatie van de buitenunit selecteren Afb.39 Om ervoor te zorgen dat de buitenunit naar behoren werkt, moet de locatie voldoen aan bepaalde voorwaarden. 1. Bepaal de ideale opstelplaats voor de buitenunit en houd daarbij rekening met de benodigde ruimte en alle wettelijke richtlijnen. 2.
6 Installatie 1. Monteer de buitenunit op voldoende hoogte van de grond zodat het condenswater op de juiste wijze kan worden afgevoerd. 2. Zorg ervoor dat het voetstuk aan de volgende specificaties voldoet: Specificaties Reden Maximale breedte komt overeen met de breedte van de bui Er mag zich geen sneeuw op het voetstuk ophopen.
6 Installatie Belangrijk Om lawaai te voorkomen als gevolg van leidingen die tegen elkaar aan trillen, moet u het volgende in acht nemen: Laat tijdens het aansluiten ruimte vrij tussen de leidingen. Zorg voor genoeg speling in de leidingen. Maak gebruik van voldoende geïsoleerde steunklemmen voor leidingen om direct contact met lichte oppervlakken zoals houten panelen te voorkomen.
6 Installatie 6.10.3 Flarewerkzaamheden Voer de flarewerkzaamheden met het juiste gereedschap uit en beoordeel deze aan de hand van de bijgevoegde afbeelding. Om lekdichtheid te garanderen moet het flaredeel doorgezaagd worden en moeten de flarewerkzaamheden opnieuw uitgevoerd worden als de flarekoppeling ondeugdelijk is.
6 Installatie Afb.47 3. Verwijder het Schrader-ventiel van de 1/4" koudemiddelconnector en gooi deze weg. 1/2” 1/4” 4. Verwijder de moer van de 1/2'' koudemiddelconnector. Bewaar de schroef maar gooi de pakking weg. 5. Snijd de koudemiddelleidingen die uit de buitenunit komen met een pijpsnijder en verwijder bramen.
6 Installatie Afb.51 5. Gebruik de aanwezige moeren op het toestel en draai ze op de koudemiddelleidingen; gooi hun pakkingen weg. 1/4" 1/2" 6. Ril de koudemiddelleidingen. 7. Breng koelolie aan op de gerilde delen om het vastdraaien te vergemakkelijken en de afdichting te verbeteren. 8.
6 Installatie 6.10.8 Het koudemiddel laten circuleren Open na het controleren op lekkage en vacumeren van het koelcircuit de afsluiters zodat het koudemiddel kan circuleren. Afb.55 1. Open de kraan op de vloeistofleiding met een inbussleutel door deze linksom tot de aanslag te draaien. 2.
6 Installatie 6.10.10 Etikettering van het systeem Afb.57 Verordening (EU) F-Gas N°517/2014 bepaalt dat bepaalde informatie парниковым эффектом zoals de chemische naam van het koudemiddel en de hoeveelheid Fluoritud gaas Заправлен Gaz uorurat ja väljalaskmine: фторированным газом koudemiddel in het koudemiddelcircuit onuitwisbaar op het toestel şi încărcarea: Latviešu Lietuviškai...
6 Installatie Afb.58 1. Plaats de beschermmantel achter de koudemiddelverbindingen. Belangrijk Let op de bevestigingsrichting. Afb.59 2. Vouw de bescherming om de leidingen. 3. Zet de beschermmantel vast met de klittenband. 6.10.12 Koelingcircuit controleren 1. Controleer de plaatsing van de buitenunit en de afstand van de muur. 2.
6 Installatie 6.11 Elektrische aansluitingen 6.11.1 Controle en voorbereiding van de elektrische installatie Opgelet Alleen een gekwalificeerde vakman is bevoegd om aan het elektrische gedeelte van de installatie te werken. Afb.60 1. Raadpleeg de vereisten van de geldende normen bij het selecteren van kabels en installatie-automaten en het maken van elektrische aansluitingen op het toestel.
Pagina 53
6 Installatie Afb.61 230 V~ 3 x 1,5 mm² Typ C Laux Naux Tout 10 A 2 x 0,35 mm² < 30 m Backup 3kW / 230 V~ 3-6kW / 230 V~ 3-6kW / 400 V 3N~ Backup 400 V 3N~ 230 V~ L1 L2 L3 D3 N L1 L2 L3 D3 N...
6 Installatie 6.11.3 Kabels leggen Afb.62 1 230 - 400 V circuitkabels 2 0 - 40 V sensorkabels 0-40V Opgelet 230V Houd de sensorkabels gescheiden van de 230/400 V kabels. 400V Maak alle kabels vast aan het bovenpaneel met behulp van een van de kabelklemmen uit het zakje met toebehoren.
6 Installatie Afb.64 2. Sluit de kabel aan op het klemmenblok zoals getoond in de afbeelding. Druk de knop in om de draad correct in de connector te steken en te blokkeren. Fase (L) Nulleider Aarde Gevaar De aarddraad moet 10 mm langer zijn dan de draden N en L. Laux Naux MW-1001991-1...
6 Installatie 6.11.6 De buitenunit aansluiten op de binnenunit Afb.66 A Kabelklem 1. Verwijder het onderhoudspaneel van de buitenunit. 2. Sluit een BUS-kabel aan (minimale diameter: 2 x 0,75 mm²) tussen de klemmenstroken S2 en S3 op de buitenunit naar de connector X23 op de EHC–08 CPU-kaart voor de binnenunit.
Pagina 57
6 Installatie Plaatsen van de buitentemperatuursensor Afb.68 De aansluiting van een buitentemperatuursensor is verplicht om de correcte werking van het toestel te garanderen. Plugdiameter 4 mm / boordiameter 6 mm 1. Kies de juiste locatie voor de buitentemperatuursensor. 2. Plaats de twee pluggen die bij de sensor zijn meegeleverd. 3.
6 Installatie 6.11.8 Aansluiting van de voeding van de 3 / 6 kW dompelaar Opgelet De aansluiting van de elektrische back-up (dompelaar) is essentieel voor het comfort en de veiligheid van het toestel. Als er geen back-up aangesloten is, kunnen het verwarmingscomfort en de bescherming van het toestel tegen vorst niet gewaarborgd worden.
De binnenunit is af fabriek uitgerust met de BLE Smart Antenna printplaat. De servicetool GTW-35 is aangesloten op de binnenunit. Afb.74 1. Download de Remeha Smart Start App app via Google Play of de App Store. ® 2. Activeer Bluetooth in de parameters van de smartphone.
7 Inbedrijfstelling 2. Configureer Datum en tijd. 3. Configureer de functie Autom. zomertijd. Afb.75 4. Stel de parameters CN1 en CN2 in. De waarden zijn te vinden op de typeplaat van de binnenunit. Ze staan ook in de onderstaande tabel. De CN1 en CN2 parameters informeren het systeem over de uitvoer van de buitenunit en het type bijverwarming van de installatie.
7 Inbedrijfstelling Tab.37 Installatietype Instellen van debiet Vloerverwarming Controleer of de collectorkleppen opengaan Controleer of de gemeten stromingssnelheid dicht bij de doelstromingswaarde ligt, afhanke lijk van het vermogen van de buitenunit. Radiatoren Sluit de thermostaatkranen op alle radiatoren in direct circuit A Stel het debiet in met de drukgestuurde bypass...
7 Inbedrijfstelling 4. Volg het toegangspad hieronder. Toegangspad > Installateur > Signalen > Warmtepomp 5. Start de meting van het waterdebiet in het circuit in de verwarmingsmodus: Signaal Beschrijving Debietmeter Waterdebiet in het systeem AM056 6. Zet het doeldebiet op de waarde DebietmeterAM056 door afstelling van de differentiële drukklep.
8 Instellingen Instellingen Toegang tot het installateursniveau Afb.78 Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode. Alleen de installateur mag deze parameters wijzigen. Voor toegang tot het installateursniveau: 1. Druk op de toets tot het carrouselscherm verschijnt.
8 Instellingen Instellen van de circuitfunctie Stel de circuitfunctie in gebaseerd op de componenten van het verwarmingscircuit. 1. Volg het hieronder beschreven toegangspad. Toegangspad > Installateur > Systeeminstallatie > Zone 1 of Zone 2 > Groepfunctie (CP020) 2. Selecteer de waarde die correspondeert met het type geselecteerd circuit: Waarde Beschrijving...
8 Instellingen 2. Stel de volgende parameters in. Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groep, hoek stookln Waarde van de helling van de verwarmingscurve Vloerverwarmingscircuit: helling tussen 0,4 en CP230 Radiatorcircuit: helling van ongeveer 1,5 Groep,STLvoetpnt dag Curve basistemperatuur in comfortmodus Standaardwaarde: 15 °C = CM190 CP210 Als de curve van de basispunttemperatuur is in...
8 Instellingen 5. Volg het hieronder gegeven toegangspad voor toegang tot de koelsetpunttemperaturen voor de gewenste zone. Toegangspad > Installateur > Systeeminstallatie > Zone 1 of Zone 2 > Algemeen 6. Stel de koelsetpunttemperaturen in voor elke betreffende zone. Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Parameter voor vloer...
8 Instellingen 2. Configureer de vloerdroogparameters voor de relevante verwarmingszone: Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groep, dgn droogtijd Aantal dagen vloerdroogtijd Aantal dagen voor drogen CP470 Begintemp.drogen Begintemperatuur van het vloerdroogprogramma Starttemperatuur voor het drogen CP480 Stoptemp.drogen Eindtemperatuur van het vloerdroogprogramma Eindtemperatuur voor het drogen CP490 Het programma voor het drogen van de vloer wordt gestart en blijft werken...
8 Instellingen 8.8.2 Een thermostaat configureren met een verwarmings-/koelingscontact Afb.82 1 EHC–08 besturingsprint 2 AC-thermostaat 3 ON/OFF uitgang 22° 4 Uitgang "verwarming/koelingcontact" De AC thermostaat (airconditioning) is altijd aangesloten op de R-Bus en R-Bus BL1 aansluitklemmen op de EHC–08 besturingsprint. De AC thermostaat is niet compatibel met de SCB-04 besturingsprint, die wordt gebruikt om een tweede verwarmingscircuit te regelen.
8 Instellingen 2. Configureer de parameters voor de buffertank. Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Buffertank Installatie met een open verdeler of een buffertank die is HP086 aangesloten als open verdeler Hyst buffertank. Temperatuurhysterese om verwarming van de buffertank Standaardwaarde: 3 °C HP087 te starten of te stoppen Niet wijzigen.
8 Instellingen 8.11 De stille modus configureren De stille modus wordt gebruikt om het geluidsniveau van de buitenunit tot 3 dB gedurende een bepaalde tijdspanne te verlagen, vooral 's nachts. Deze modus geeft tijdelijk voorrang aan de stille modus en niet aan de temperatuurregeling.
8 Instellingen Aantal impulsen per Waarden die moeten worden geconfigu reerd voor de Elektr. pulswaarde (HP033) parameter 1000 De elektriciteitsstanden worden weergegeven op de meters Energieverbruik CV (AC005), Energieverbruik SWW (AC006) en Energievrbr. koeling (AC007). De thermische energie van het verwarmingselement wordt automatisch meegeteld door het regelsysteem om een totaalbeeld te krijgen van de herwonnen thermische energie.
8 Instellingen 6. Om de installatie opzettelijk over te verhitten en te profiteren van laagtarief elektriciteit, stelt u richttemperaturen in die overschreden mogen worden. Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Offset verwarm. - FV Temperatuuroffset voor setpunt verwarming Stel de autorisatie zodanig in dat de richttempe HP091 wanneer fotovoltaïsche energie beschikbaar is ratuur van de verwarming mag worden over...
8 Instellingen 6. Volg het hieronder beschreven toegangspad om de richting van de BL1 IN en BL2 IN multifunctionele ingangen te selecteren. Toegangspad > Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Blokkerende ingang 7. Configureer de parameters Config. contact BL1 (AP098) en Config. contact BL2 (AP099).
9 Parameters 8.13.3 Terug naar de fabrieksinstellingen Om de fabrieksinstellingen te herstellen voor de warmtepomp: 1. Druk op de toets 2. Selecteer Installateur. 3. Selecteer Menu 'Geavanceerd' > Fabrieksinstellingen resetten. 4. Selecteer Bevestigen om de fabrieksinstellingen te herstellen. Parameters Parameterlijst De parameters van het toestel zijn direct zichtbaar op het bedieningspaneel.
Pagina 76
9 Parameters Tab.45 > Waterdebiet en -druk Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Debiet waarschuwing Debietniveau dat een waarschuwing triggert die aangeeft dat het 7 l/min bij 4 kW HP011 debiet onvoldoende wordt 7 l/min bij 6 kW instelbaar van 5 l/min tot 95 l/min 9 l/min bij 8 kW Max.
Pagina 77
9 Parameters Tab.47 > Koeling Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Geforc. koel modus De koelmodus wordt geforceerd ongeacht de buitentemperatuur AP015 Koelen Configuratie van de koelmodus AP028 Actieve koeling Toestemming koelen De warmtepomp toestemming geven voor koelen Niet toegestaan AP029 Niet afstelbaar Niet toegestaan...
Pagina 78
9 Parameters Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Offset verwarm. - FV Temperatuuroffset voor setpunt verwarming wanneer fotovoltaïsche 0°C HP091 energie beschikbaar is Instelbaar van 0 °C tot 30 °C Offset sww - zc Temperatuuroffset voor setpunt sanitair warm water wanneer 0°C HP092 fotovoltaïsche energie beschikbaar is...
9 Parameters Tab.52 > Service-instellingen Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Bedrijfsuren brander Aantal branduren voor het genereren van een servicemelding 4000 uur AP009 Instelbaar van 0 Uren tot 65534 Uren Servicemelding Servicemelding apparaat onderhoudsafd. Geen AP010 Geen Zelf ingesteld Bedrijfsuren netsp.
Pagina 80
9 Parameters Tab.55 > Stooklijn Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone 1 Zone 2 Taanv setp max Instelpunt maximale aanvoertemperatuur groep 75 °C 50 °C groep Voor Zone 1: Instelbaar van 7 °C tot 75 °C CP000 Voor Zone 2: Instelbaar van 7 °C tot 100 °C Groep,STLvoetpnt Voetpunt stooklijn (dagbedrijf) 15 °C...
Pagina 81
9 Parameters Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone 1 Zone 2 Icoon weerg Kies icoon voor deze groep Geen Woonkamer groep Geen CP660 Alle Slaapkamer Woonkamer Studeer-/werkkamer Buiten Keuken Kelder Zwembad SWW-tank SWW elektr. boiler Gelaagde boiler SWW Int.
9 Parameters 9.1.3 > Installateur > Systeeminstallatie > SWW (sanitair warm water) Het circuit van de SWW bevindt zich op de EHC–08 besturingsprint. Een sensor voor sanitair warm water dient te worden aangesloten op de besturingsprint EHC–08 om deze parameters te tonen in het submenu SWW.
9 Parameters Tab.63 > Waterdebiet en -druk Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Min. rpm. SWW pomp Minimum toerental pomp voor warmwater bedrijf DP037 Instelbaar van 0 % tot 100 % Max. rpm. SWW pomp Maximum toerental pomp voor warmwater bedrijf 100% DP038 Instelbaar van 0 % tot 100 %...
9 Parameters Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone 1 Zone 2 Tout voor vorstbev Buitentemperatuur waaronder de vorstbeveiliging 3 °C 3 °C AP080 wordt geactiveerd : Instelbaar van -30 t/m 20°C Ingesteld op -30 °C = functie UIT Buitensensor bron Type van te gebruiken buitensensorverbinding Auto...
Pagina 85
9 Parameters Signalen Beschrijving van de signalen Huidige modus Huidige bedrijfsmodus CM200 Stand-by Verwarming Koeling Tbuiten Gemeten buitentemperatuur in °C CM210 Tab.67 > Zone 2 Signalen Beschrijving van de signalen Groep TAanv/SWW-temp Meet aanvoertemperatuur groep of SWW-temp in °C CM040 Tab.68 >...
Pagina 86
9 Parameters Signalen Beschrijving van de signalen Status 3wgkl Status van de driewegklep AM037 Debietmeter Waterdebiet in het systeem in l/min AM056 Intern setpunt Intern aanvoertemperatuur setpunt AM101 Aanvoertemp. WP Aanvoertemperatuur van warmtepomp in °C HM001 Retourtemp. WP Retourtemperatuur van warmtepomp in °C HM002 Contactpositie BL1 Contactpositie BL1...
9 Parameters 9.1.7 > Installateur > Tellers Tab.73 Tellers Beschrijving van de tellers Prod.uren na serv Aantal bedrijfsuren sinds laatste service AC002 Bedr.uren na serv Aantal uren sinds de laatste service aan het toestel AC003 Starts sinds service Aantal verwarmingsgeneratorstarts sinds laatste service AC004 Energieverbruik CV Elektriciteitsverbruik voor verwarming in kWh...
9 Parameters Beschrijving van de parameters 9.2.1 Naverwarming in de verwarmingsmodus Startvoorwaarden voor de back-up De back-ups hebben toestemming om normaal op te starten, behalve als er sprake is van stroomonderbreking of -beperking die is gerelateerd aan bivalentie (Bival. temperatuur - HP000). Als de warmtepomp ook moet worden begrensd, worden back-ups desondanks toegestaan te functioneren om het verwarmingscomfort te garanderen.
9 Parameters Als het systeem bezig is met het uitvoeren van een opdracht, start het elektrisch verwarmingselement onmiddellijk op om het verwarmingscomfort te garanderen. 9.2.2 Naverwarming in de sanitair-warmwatermodus Startvoorwaarden voor de back-up De startvoorwaarden voor de back-up voor de productie van sanitair warm water zijn afhankelijk van de Functie blok.ingang (AP001) en Functie BL2 (AP100) parameters voor de blokkeeringangen BL1 respectievelijk BL2.
9 Parameters t Tijd D Hysterese sww DP120: Setpunttemperatuur inschakelingsdifferentieel van het te laden sanitair warm water Tab.74 Fase Beschrijving van de fase Beschrijving van de werking Uitsluitend bereiding sanitair warm Als het systeem is ingeschakeld, als sanitair-warmwaterbereiding is toege water staan en de parameter Beheer SWW (DP051) is geconfigureerd naar Alleen WP, dan wordt een sanitair-warmwaterbereidingscyclus opgestart...
Pagina 91
9 Parameters Afb.85 MW-6070170-1 55 °C 50 °C 45 °C 34 °C 30 °C 26 °C 20 °C 15 °C 0 °C 0 °C 20 °C 10 °C -10 °C -20 °C -30 °C 1 Instelpunt actuele aanvoertemperatuur van groep 3 Helling stooklijn CP230 CM070 4 Buitentemperatuur CM210...
Pagina 92
9 Parameters Afb.86 Verwarmingscurve zonder curve Zonder instelling van de curve basistemperatuur (CP210 / CP220 basis ingesteld op 15 °C): een buitentemperatuur CM210 van 0 °C levert een aanvoersetpunttemperatuur voor het circuit CM070 van 34 °C. MW-6070163-1 CM070 °C CM210 °C Afb.87 Verwarmingscurve met curve basis...
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 10.1.2 De warmtepomp aansluiten en configureren Afb.89 230V 50Hz 19° 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001152-4 1 Buitentemperatuursensor 3 Thermostaat 2 Bekabelingsset voor directe vloerverwarming 8 Buitenunit-busaansluiting 1. Sluit de accessoires en opties aan op de besturingsprint EHC–08. Houd u aan de juiste kabeldoorvoeren voor 230-400 V en 0-40 V.
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 10.2.2 De warmtepomp aansluiten en configureren Afb.91 230V 50Hz 19° 230V 230V 50Hz 50Hz Laux Naux EHC-08 SCB-04 MW-1002013-2 1 Buitentemperatuursensor 6 Driewegklep voor de tweede circuitset 2 Veiligheidsthermostaat voor vloerverwarming 7 Thermostaat voor radiatorcircuit aanvoer 8 Buitenunit-busaansluiting 3 Thermostaat van vloerverwarmingscircuit...
Pagina 97
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 4. Volg het hieronder gegeven toegangspad voor toegang tot de parameters voor het radiatorcircuit (Zone1). Toegangspad > Installateur > Systeeminstallatie > Zone1 5. Configureer de parameters voor het radiatorcircuit (Zone1). Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groepfunctie Functionaliteit van de Direct (fabrieksinstelling)
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 10.3 Installatie met twee circuits en een buffervat dat gebruikt wordt als open verdeler 10.3.1 Hydraulisch schema Afb.92 CIRC A CIRC B AD324 AD324 HK150 EH142 EA143 Ö & Ö & Ö & Ö & EA144 230V 50Hz...
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 10.3.2 De warmtepomp aansluiten en configureren Afb.93 CIRC A CIRC B Ö & Ö & Ö & Ö & 230V 50Hz 230V 230V 50Hz 50Hz MW-6070158-2 Laux Naux EHC-08 SCB-04 CIRC A Zone 1 5 Debietsensor voor vloerverwarmingscircuit CIRC B Zone 2 7 Circulatiepomp voor circuit B...
Pagina 100
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 2. Sluit de accessoires en opties aan op de besturingsprint SCB-04. Houd u aan de juiste kabeldoorvoeren voor 230-400 V en 0-40 V. 3. Stel, bij het eerste opstarten of na het resetten van de fabrieksparameters, de parameters CN1 en CN2 overeenkomstig het vermogen van de buitenunit in.
10 Voorbeelden van aansluiting en installatie 13. Stel de parameters in die gekoppeld zijn aan de open verdeler: Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Buffertank Het hydraulisch beheer van de HP086 buffertank activeren Hyst buffertank. Temperatuurhysterese om Fabrieksinstelling: HP087 verwarming van de buffertank te 3°C starten of te stoppen Toestelpomp functie...
11 Werking 2. Configureer de parameters voor zone 2. Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groepfunctie Functionaliteit van de groep Zwembad CP020 Groep, Sept. Zwembad Setpunt van zwembad 26 °C CP540 Belangrijk Voor back-up wordt dezelfde logica gevolgd als voor verwarmen. Eventueel kan de werking van de back-ups met de BL-ingangen worden geblokkeerd.
11 Werking Afb.96 1. Druk op de toets 2. Selecteer Systeeminstellingen. 3. Selecteer Display-instellingen. 4. Pas de waarde aan van de Kinderslot parameter: Kinderslot geactiveerd Kinderslot uitgeschakeld MW-6000876-01 11.3 Zones aanpassen 11.3.1 Definitie van de term "zone" Afb.97 Zone: term gebruikt voor de verschillende hydraulische circuits. Het bepaalt de diverse ruimtes die door hetzelfde circuit worden bediend.
11 Werking Afb.100 Tab.78 Voorbeeld Setpoint kamertempera °C Begin van de activiteit Activiteit tuur 6:30 20 °C Ochtend 9:00 19 °C 17:00 20 °C Thuis 06:30 09:00 17:00 20:00 23:00 20:00 22 °C Avond MW-1001144-2 23:00 16 °C Slapen 11.4.2 De naam van een activiteit wijzigen De namen van de diverse activiteiten worden in de fabriek ingesteld: Ochtend, Slapen, Thuis, Avond, Weg en Aangepast.
11 Werking 11.5 Kamertemperatuur voor een zone 11.5.1 Bedrijfsmodus selecteren Om de kamertemperatuur in te stellen voor de verschillende leefruimten, kunt u kiezen uit vijf bedrijfsmodussen. Als u een programmeerbare aan/uit-thermostaat gebruikt, adviseren we de handmatige-bedieningsmodus voor de zone. As u OpenThem of R-bus gebruikt, adviseren we de Programmeer- bedieningsmodus waarmee de kamertemperatuur kan worden aangepast aan uw activiteiten en uw energieverbruik kan worden geoptimaliseerd.
11 Werking Afb.109 5. Om de klokprogrammering te wijzigen, selecteert u het programma dat u wilt wijzigen. De voor maandag geplande activiteiten worden weergegeven. De laatste activiteit van een dag is geldig tot de eerste activiteit op de volgende dag. 6.
11 Werking Afb.112 4. Selecteer de te wijzigen dag. 5. Voer de volgende handelingen uit volgens uw behoeften: MW-6000882-1 Tab.81 Actie Procedure Wijzig de tijdsinstellingen van de geprogram Selecteer een geprogrammeerde activiteit. meerde activiteiten. Druk op de toets Wijzig de starttijd en/of de hieraan verbonden activiteit. Selecteer Bevestigen om de wijziging op te slaan.
11 Werking 11.6 Sanitair-warmwatertemperatuur 11.6.1 Werkingsmodus selecteren Voor de productie van sanitair warm water kunt u kiezen uit vijf bedrijfsmodussen. Wij adviseren de Programmeer modus waarmee de bereidingsperiode van sanitair warm water kan worden aangepast aan uw behoeften en uw energieverbruik kan worden geoptimaliseerd. Afb.116 1.
11 Werking Afb.121 5. Om de klokprogrammering te wijzigen, selecteert u het programma dat u wilt wijzigen. De voor maandag geplande activiteiten worden weergegeven. De laatste activiteit van een dag is geldig tot de eerste activiteit op de volgende dag. MW-6000887-1 Afb.122 6.
11 Werking Afb.125 4. Selecteer Tijdelijke temperatuursverandering. 5. Geef de tijd aan dat de override eindigt. 6. Selecteer Bevestigen om de override te bevestigen. Selecteer een andere bedrijfsmodus om de override te annuleren. MW-6000888-02 11.6.4 De richttemperaturen van het sanitair warm water wijzigen De sanitair warmwaterproductie werkt met twee richttemperaturen: Comfort setpunt SWW : gebruikt in de programmeer, handmatige en Tijdelijke temperatuursverandering modussen...
11 Werking Afb.130 1. Druk in het startscherm op de toets. MW-6000868-2 Afb.131 2. Selecteer Geforceerde koeling Aan/Uit. 3. Selecteer de gewenste waarde: Ja : koeling is actief, ongeacht de buitentemperatuur. Nee : het systeem activeert automatisch de koeling op basis van de buitentemperatuur.
11 Werking vakantiemodus bedieningsmodus worden geactiveerd voor alle zones, inclusief de sanitair warm water-zone of de Vakantie bedieningsmodus voor iedere zone afzonderlijk. Vakantiemodus voor alle zones activeren Als u van plan bent enkele weken van huis te gaan kunt u de Systeem vakantiemodus bedieningsmodus activeren voor alle zones, inclusief sanitair warm water.
11 Werking Als de watertemperatuur lager is dan 8 °C, start de circulatiepomp. Als de watertemperatuur lager is dan 6 °C, start de bijverwarming op. Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit en draait de circulatiepomp kort na. De radiatorkranen in de vorstgevoelige ruimtes moet wel helemaal opengedraaid zijn.
12 Onderhoud 3. Controleer de hydraulische druk in de installatie die wordt aangegeven op de gebruikersinterface. Belangrijk Geadviseerde hydraulische druk tussen 1,5 en 2,0 bar. Belangrijk De drukmeting van de drukmeter kan enigszins afwijken van die van de gebruikersinterface wanneer de circulatiepomp in werking 11.9.2 De warmtepomp uitschakelen De warmtepomp moet in bepaalde situaties worden uitgeschakeld,...
12 Onderhoud Belangrijk Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de fabrikant. Vervang beschadigde onderdelen. Verwijder koudemiddel wanneer u het koelcircuit opent voor reparatie of andere doeleinden. Vang het koudemiddel op in de juiste opvangcilinders. 12.2 Informatie voor onderhoudsmonteur Tab.85 Onderwerp Beschrijving...
12 Onderhoud Om de levensduur van de apparaten te verlengen. Om een installatie te leveren die het beste gebruikerscomfort in de loop van de tijd biedt. Opgelet Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de warmtepomp en de verwarmingsinstallatie verrichten. Opgelet Schakel voor alle werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit het toestel uit en wacht enkele minuten.
12 Onderhoud Tab.89 Andere inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Controleren Uit te voeren handelingen Elektrische aansluitingen Vervang defecte onderdelen en kabels. Schroeven en moeren Controleer alle schroeven en moeren (kap, houder, enz.). Isolatie Vervang de beschadigde stukken bekleding. Filters Reinig de filters. Waterdebiet in verwarmingsmodus Controleer het waterdebiet in de verschillende verwarmingscircuits.
12 Onderhoud Afb.144 2. Sluit een passende slang uitgerust met een 3/4” vrouwelijke aansluiting aan op de afvoerklep van het sanitair warmwatercircuit. 3. Open de aftapkraan van het sanitaire warmwatercircuit. 4. Open een warmwaterkraan om de binnenmodule volledig af te tappen.
12 Onderhoud Afb.147 4. Draai het magneetfilter los met behulp van het onderhoudsgereedschap uit de accessoiretas en verwijder alle filteronderdelen. 5. Reinig de verschillende filteronderdelen zorgvuldig met schoon water tot alle verontreinigingen verwijderd zijn. Het zeefgaas mag niet verstopt zijn. MW-1002149-1 Afb.148 6.
13 Bij storing 12.12 De batterij van de gebruikersinterface vervangen Als de binnenunit is uitgeschakeld, neemt de batterij van de gebruikersinterface de stroomvoorziening over om de juiste tijd te behouden. De batterij moet vervangen worden wanneer de actuele tijd niet meer wordt opgeslagen.
13 Bij storing 13.1.1 Soorten storingcodes De gebruikersinterface kan drie typen storingscodes weergeven: Tab.90 Type code Formaatcode Kleur van het display Waarschuwing Axx.xx Continu rood Vergrendeling Hxx.xx Continu rood Vergrendeling Exx.xx Knipperend rood 13.1.2 Waarschuwingscodes Een waarschuwingscode geeft aan dat niet voldaan wordt aan de optimale bedrijfsomstandigheden.
Pagina 122
13 Bij storing Code Melding Beschrijving H00.17 SWW sensor kortgesl. Temperatuursensor tank sanitair warm water is kortgesloten of meet een temperatuur boven het bereik Controleer de bedrading tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
Pagina 123
13 Bij storing Code Melding Beschrijving H00.52 T WP retour dicht Retourtemperatuursensor warmtepomp is kortgesloten of meet een temperatuur boven het bereik Controleer de bedrading tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor. Vervang de sensor indien nodig.
Pagina 124
13 Bij storing Code Melding Beschrijving H02.23 Systeemdebiet fout Waterdoorstromingsfout van het systeem actief Verstopt verwarmingscircuit: Zorg ervoor dat de thermostaatkranen of afsluiters geheel geopend zijn. Controleer of de filters niet verstopt zijn en reinig ze indien nodig. Reinig en spoel de installatie door. Geen doorstroming: Controleer of de afsluiters en de thermostaatkranen open staan.
13 Bij storing Code Melding Beschrijving H06.26 Warmtepmp vloeistofT Warmtepomp vloeistoftemperatuur sensorfout Controleer de bekabeling tussen de besturingsprint FTC2BR en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor. Vervang de sensor indien nodig. H06.27 Vorstbeveiliging De vorstbeveiliging warmtepomp is geactiveerd...
13 Bij storing Tab.93 Code Melding Beschrijving E00.00 T Aanvoer open De aanvoertemperatuursensor is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang de sensor indien nodig E00.01 Aanvtempsens...
14 Afdanken en afvoeren 1. Volg het hieronder beschreven toegangspad voor deze informatie. Toegangspad > Installateur > Storingsgeschiedenis De lijst met 32 meest recente fouten wordt weergegeven met de foutcode, een korte beschrijving en de datum. 2. Selecteer de fout waarvoor u de details wilt raadplegen en druk op de toets 3.
14 Afdanken en afvoeren 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Schakel de elektrische voeding naar de warmtepomp uit: buitenunit en binnenunit. 3. Onderbreek de stroomvoorziening van het elektrisch verwarmingselement, indien aanwezig. 4. Tap de cv-installatie af. 14.2 Verwijdering en recycling Afb.152 Waarschuwing Het verwijderen en afvoeren van de warmtepomp moet door een...
14 Afdanken en afvoeren 7. Als de cilinders correct zijn gevuld en het proces voltooid is, zorg er dan voor dat de cilinders en de apparatuur onmiddellijk van de plaats worden verwijderd en alle afsluiters op de apparatuur afgesloten zijn. Belangrijk Opgevangen koudemiddel mag niet worden gevuld in een ander koudemiddelsysteem voordat het is gereinigd en gecontroleerd.
15 Reserveonderdelen 15 Reserveonderdelen 15.1 Binnenunit Afb.153 Basisframe 39 37 MW-1002041-1 Tab.95 Lijst van reserveonderdelen voor het basisframe Positienr. Referentie Beschrijving 7657368 Achterpaneel BRO303892 112 x 56 doorvoertule 200019786 Set deurveren 7777889 - v06 - 27032023...
Pagina 131
15 Reserveonderdelen Positienr. Referentie Beschrijving 7618888 Kabelklem 300024463 Zijpaneel 95365613 Contactveer voor dompelhuls 7780543 Expansievatsteun 7615287 Steun van gebruikersinterface 300024488 Witte tweepolige schakelaar 7619159 Haak voor gebruikersinterface 7684459 KB 35 x 12 schroeven 7616624 Steun van gebruikersinterface 200019243 Frontmantel compleet 7675087 Bovenpaneel 7773505...
Pagina 132
15 Reserveonderdelen Afb.154 Hydraulisch circuit MW-1002030-1 Tab.96 Lijst van reserveonderdelen voor het hydraulische circuit Positienr. Referentie Beschrijving 7618852 3-6 kW voorverwarmer voor modellen met dompelaar 300025392 DN8 3/8" - 1/2" rechte slang S62753 Expansievat RP 250 - inhoud 8 liter 7791951 Condensor 95610593...
Pagina 133
15 Reserveonderdelen Positienr. Referentie Beschrijving 7831575 Gekartelde flensmoer H M8 300022989 Debietmeter DN20 7622042 Debietsensor collectorbuis 7801846 Compleet hydroblok 7675593 Motor driewegklep 7710009 Drukschakelaar 7611577 Overstortklep 3 bar 7832019 Circulatiepompmotor 7832030 Hydroblok lichaam 7832051 Driewegkleppatroon 7611607 Overstortklep pen 7607673 28,5 x 3 borgpen 7611606 Drukschakelaar-clip 7606586...
Pagina 134
15 Reserveonderdelen Positienr. Referentie Beschrijving 7781876 Isolatie voor 1/4" koudemiddelaansluiting 7776273 Sensorveer Afb.155 Gebruikersinterface MW-1002035-2 Tab.97 Lijst van reserveonderdelen voor de gebruikersinterface Positienr. Referentie Beschrijving 7777668 Steun van gebruikersinterface 7626821 RICHCO vulstuk LCBS 7773429 FTC2BR interface besturingsprint 7766891 EHC–08 besturingsprint centrale unit 7632095 RAST5 connector, groen 7632096...
Pagina 135
15 Reserveonderdelen Positienr. Referentie Beschrijving 200009965 RAST5 connector, oranje 7682484 RAST5 connector S2-S3 bus 96550354 RICHCO LCBS vulstuk 7766669 PTFIX verdeelklemmenstrook 300020013 Kliksteun besturingsprint BRO193722 Beschermingsprofiel 7625466 Boilersensor buisisolatie Niet beschikbaar Model met dompelaar: niet beschikbaar Niet beschikbaar Model met dompelaar: niet beschikbaar 300028319 ACI BDR besturingsprint 7791952...
16 Productkaart en pakketkaart AWHPR 4 MR AWHPR 6 MR AWHPR 8 MR Ruimteverwarming - jaarlijks energieverbruik onder gemiddelde 3009 3679 4504 klimaatomstandigheden Waterverwarming - jaarlijks energieverbruik onder gemiddelde klimaatomstandigheden Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming onder gemiddelde klimaatomstandigheden Energie-efficiëntie voor waterverwarming onder gemiddelde kli 132,50 128,10 125,00...
Pagina 139
16 Productkaart en pakketkaart Afb.158 Pakketkaart voor middentemperatuur-warmtepompen met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi ciëntie van ruimteverwarming door warmtepomp ‘I’ Temperatuurregelaar Klasse I = 1%, Klasse II = 2%, Klasse III = 1,5%, Klasse IV = 2%, Klasse V = 3%, Klasse VI = 4%, overeenkomstig productkaart temperatuurregelaar Klasse VII = 3,5%, Klasse VIII = 5% Aanvullende ketel...
Pagina 140
16 Productkaart en pakketkaart De waarde van het verschil tussen de seizoensgebonden energie- efficiënties voor ruimteverwarming onder gemiddelde en koudere klimaatomstandigheden, uitgedrukt in %. De waarde van het verschil tussen de seizoensgebonden energie- efficiënties voor ruimteverwarming onder warmere en gemiddelde klimaatomstandigheden, uitgedrukt in %.
16 Productkaart en pakketkaart 16.4 Pakketkaart - combinatieverwarmingstoestellen (ketels of warmtepompen) Afb.159 Pakketkaart voor combinatieverwarmingstoestellen (ketels of warmtepompen) met vermelding van de energie- efficiëntie voor waterverwarming van het pakket Energie-effi ciëntie van waterverwarming door combinatieverwarmingstoestel ‘I’ Opgegeven capaciteitsprofi el: Bijdrage zonne-energie Aanvullende elektriciteit overeenkomstig productkaart zonne-energie- installatie...
17 Bijlage 17 Bijlage 17.1 Naam en symbool van de zones Tab.104 In de fabriek in In de fabriek in Door de klant ingestelde naam en symbool gestelde naam gesteld symbool Zone1 Zone2 17.2 Naam en temperatuur van de activiteiten Tab.105 Naam en temperatuur van de activiteiten voor verwarmen In de fabriek ingestelde In de fabriek ingestelde...
Pagina 144
48720 Kotka Energy Net d.o.o. T +385 95 21 21 888 A.K. Miošića 22a E info@energynet.hr 43000 Bjelovar Marketbau - Remeha Kft. T +36 23 503 980 Gyár u. 2. F +36 23 503 981 E remeha@remeha.hu 2040 Budaors Euro Gas Ltd.