5 Installatie
Afb.36
1 2
/
Specificaties
Maximale breedte komt overeen met de breedte van de bui
tenunit.
Hoogte minimaal 200 mm groter dan de gemiddelde diepte
van het sneeuwdek.
Locatie zo ver mogelijk uit de buurt van de doorgaande weg.
5.11.5
Buitenunit op de grond installeren
Afb.37
4
2
5.11.6
Buitenunit aan muursteunen bevestigen
Afb.38
42
3
1. Monteer de buitenunit op voldoende hoogte van de grond zodat het
condenswater op de juiste wijze kan worden afgevoerd.
2. Zorg ervoor dat het voetstuk aan de volgende specificaties voldoet:
3. Neem, wanneer de buitentemperatuur onder nul komt, de nodige
voorzorgsmaatregelen om bevriezing in de afvoerleidingen te
voorkomen.
4. Stel buitenunits naast elkaar op en niet bovenop elkaar om te
voorkomen dat condenswater op lagere units kan lekken en
bevriezen.
Bij montage op de grond moet een betonnen voetstuk worden
aangebracht, zonder starre verbinding met het gebouw om de overdracht
van trillingen te vermijden. Gebruik de vloermontageset voor de buitenunit
(artikelnummer 7694974).
1. Graaf een afvoergoot met een bed van kiezelstenen.
2. Installeer een betonnen voet met een minimale hoogte van 200 mm
om het gewicht van de buitenunit te kunnen dragen.
3. Installeer de vloermontageset voor de buitenunit.
1
3
4. Installeer de buitenunit op een betonnen voet.
200
MW-5000655-1
Voor onderhouds- en trillingsredenen is de voorkeurlocatie van de
buitenunit op de vaste grond. Echter, de montage van de buitenunit aan
muursteunen is ook een mogelijkheid.
Als de buitenunit aan muursteunen wordt bevestigd, besteed dan
aandacht aan de volgende punten:
Gebruik de juiste steunen en trillingsdempers.
Kies een stevige wand met genoeg massa om trillingen te dempen.
Kies een locatie die gemakkelijk toegankelijk is voor onderhoud.
Zorg ervoor dat de buitenunit de lucht zonder belemmering kan
verplaatsen (ruimte rond de unit en windrichting).
Zorg ervoor dat smeltwater gemakkelijk afgevoerd kan worden bij het
ontdooien.
MW-1002062-1
Reden
Deze maatregel helpt om de wisselaar te beschermen tegen
sneeuw en om ijsvorming te voorkomen tijdens het ontdooien.
Het afgevoerde condenswater kan bevriezen, wat tot een po
tentieel gevaar kan leiden (laag zwart ijs).
4
MW-6000252-2
7790532 - v05 - 03012022