Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Mercuria Ace Merc-A SpH R32 4-8
Pagina 1
Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding Omkeerbare lucht/water-warmtepomp 'Split Inverter' Mercuria Ace Merc-A SpH R32 4-8 Merc-A SpE R32 4-8...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies en aanbevelingen ..............7 Algemene veiligheidsvoorschriften .
Pagina 4
Inhoudsopgave 6.7.1 Doorspoelen van nieuwe installaties en installaties niet ouder dan 6 maanden ..... . 38 6.7.2 Bestaande installatie doorspoelen ............38 Vullen van het systeem .
Pagina 5
Inhoudsopgave 8.9.2 Verlagen van het geluidsniveau van de buitenunit ..........72 8.10 Energiebronnen configureren .
Pagina 6
Inhoudsopgave 10.7 Regeling van de verwarming, koeling en sanitair-warmwaterbereiding ........115 10.7.1 De verwarming en de koeling uitschakelen .
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Algemene veiligheidsvoorschriften Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of met gebrek aan erva ring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veili ge manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Pagina 8
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Voorzorgsmaat Werkzaamheden aan het koelsysteem moeten uitgevoerd worden door een vakman, volgens de in het regelen vakgebied geldende regelen der kunst (opvangen koudemiddel, lassen met stikstof). Met een 'gekwalificeerd persoon' wordt een persoon bedoeld die bevoegd is om met dit koudemiddel en aan leidingen te werken in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving en die geschoold is in zaken die samenhangen met het omgaan met koudemiddelen en leidingwerk van de binnenunit en buitenunit.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Elektrische bedrading Algemeen Alleen een erkend installateur of een gekwalificeerd vakman mag werkzaamheden aan de elektrische bedrading van de binnen- en buitenunit uitvoeren. Onder geen beding mogen deze werkzaamheden uit gevoerd worden door een niet-gekwalificeerde persoon, want onjuiste uitvoering van de werkzaamheden kan leiden tot elektrische schokken en/of lekstromen.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen 1.3.2 Koudemiddelleidingen Voorzorgsmaat Gebruik gereedschap en leidingonderdelen die speciaal ontworpen zijn voor een gebruik met koudemid regelen del R32. Gebruik leidingen van fosforkoper voor het transport van de koelvloeistof. Bewaar de koudemiddelverbindingsleidingen op een stof- en vochtvrije plaats (om beschadiging van de compressor te voorkomen).
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Onderhoud en Gebruik uitsluitend watervrije stikstof voor het opsporen van lekken of voor op druk testen. reparatie Controleer de hele verwarmingsinstallatie op lekkages na onderhouds- en servicewerkzaamheden. Verwijder de ommanteling alleen voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Zet de ommanteling weer terug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden.
2 Standaard leveringsomvang Standaard leveringsomvang Tab.1 Verpakking Inhoud Buitenunit Een buitenunit Een handleiding Binnenunit Een binnenunit Accessoirezakjes, bevattende: één buitentemperatuursensor een montagerail, een beschermmantel voor de koudemiddelverbindingen, een mechanische manometer met een T-koppeling (afhankelijk van het model), een slang, een sleutel voor onderhoudswerkzaamheden aan het magnetische filter, kabelbinders met 'dennenboomclip', connectoren, pakkingen en schroeven.
Goedkeuringen 4.1.1 Richtlijnen Remeha verklaart hierbij dat de apparatuur van het radio-elektrische type Mercuria Ace een product is dat hoofdzakelijk ontworpen is voor huiselijk gebruik en in overeenstemming is met de volgende richtlijnen en normen. Het is geproduceerd en in omloop gebracht in overeenstemming met de eisen van de Europese richtlijnen.
4 Technische specificaties 4.2.6 Sensorspecificaties Specificaties buitentemperatuursensor Tab.13 Buitentemperatuursensor AF60 Temperatuur °C Weerstand Ω 2392 2088 1811 1562 1342 1149 Specificaties aanvoertemperatuursensor verwarming Tab.14 NTC 5K aanvoertemperatuursensor verwarming Temperatuur °C Weerstand kΩ Specificaties van de aanvoer- en retourtemperatuursensors van de condensor Tab.15 PT1000 temperatuursensor Temperatuur...
5 Beschrijving van het product Afb.13 Plaats van de printen 1 EHC–08 centrale eenheid printplaat: regelsysteem voor de warmtepomp en het eerste verwarmingscircuit (directe zone) 2 BLE Smart Antenna besturingsprint: Bluetooth ® -communicatie 3 Klemmenstrook voeding binnenunit 4 Klemmenstrook elektrisch verwarmingselement 5 Veiligheidsthermostaat elektrisch verwarmingselement 6 Optionele SCB-04 print: besturing van een tweede verwarmingscircuit...
5 Beschrijving van het product 5.2.2 Beschrijving van het stand-byscherm Afb.15 De gebruikersinterface van uw toestel schakelt automatisch in de stand- bymodus als er gedurende vijf minuten geen knoppen worden ingedrukt: de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld en informatie over de algemene status van het toestel wordt getoond. MW-1001546-2 Druk op een van de knoppen van de gebruikersinterface om de stand- bymodus te verlaten.
5 Beschrijving van het product 5.2.5 Beschrijving van het zone-display Afb.17 Draai in het startscherm aan de knop om naar de schermen te gaan voor de verschillende zones binnen uw installatie. MW-6000860-3 1 Kamertemperatuur (als er een thermostaat is geïnstalleerd) 2 Buitentemperatuur 3 Naam van de zone 4 Zonesymbool...
6 Installatie Installatie Installatievoorschriften Waarschuwing De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschriften van het land van de installatie. Overeenkomstig de Europese verordening 517/2014 moet de apparatuur door een erkende monteur worden geïnstalleerd indien deze meer dan het equivalent van 5 ton CO bevat of indien een verbinding van koudemiddelleidingen nodig is (zoals bij gescheiden systemen, zelfs...
6 Installatie Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenunit en de buitenunit Afb.21 Neem voor de goede werking van de warmtepomp de aansluiteisen tussen de binnenunit (2) en de buitenunit (1) in acht. A Minimum- en maximumlengte B Maximum opvoerhoogte C Maximum aantal 90°-bochten A (m) B (m)
6 Installatie Neem afhankelijk van de lengte van de koudemiddelleidingen het minimale vloeroppervlak in acht. Het vloeroppervlak komt overeen met het onbezette vloeroppervlak van de ruimte. Zie onderstaande tabel: Tab.19 Lengte van koudemiddelleiding ≤ 10 11 - 19 ≥ 20 Minimaal vloeroppervlak = S Tab.20 Beschrijving...
6 Installatie Afb.23 1. Let op de algehele afmetingen (inclusief scharnieren) van 564 x 586 >150cm² 2. Let op de ventilatieopeningen tegenover elkaar. >300cm² 6.5.4 Bevestiging van de binnenunit aan de wand De binnenunit moet bevestigd worden aan een wand die het gewicht kan dragen.
6 Installatie Afb.25 4. Plaats de binnenunit boven de montagerail zodat deze hier tegenaan rust. Belangrijk Gebruik geschikt hijsmateriaal. 5. Laat de binnenunit langzaam zakken. MW-1002056-1 Wateraansluitingen 6.6.1 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het aansluiten van het verwarmingscircuit Opgelet De hydraulische installatie moet onder alle omstandigheden in staat zijn om een minimaal debiet te verzekeren: Als er radiatoren rechtstreeks zijn aangesloten op het verwarmingscircuit, moet een drukgestuurde bypassklep tussen...
6 Installatie Tab.21 Type installatie vloerverwarming: maximumtemperatuur van 40 °C Statische hoogte Voordruk van het Volume van het expansievat afhankelijk van het volume van de installatie (l) expansievat (bar) Tab.22 Type installatie radiator: maximumtemperatuur van 70 °C Statische hoogte Voordruk van het Volume van het expansievat afhankelijk van het volume van de installatie (l) expansievat (bar) 6.6.2...
Pagina 36
6 Installatie Afb.27 1/4" 1/2" G1" G1" G1" G1" Ø 20mm Ø 16mm A Direct verwarmingscircuit 3 Veiligheidsgroep B Tweede verwarmingscircuit met mengklep 4 Mengklep 2 Thermostatische mengkraan 5 Verdeelklep Merc-A R32 4-8 7780267 - v05 - 22032022...
6 Installatie Tab.23 Circuit Uit te voeren aansluitingen Installeer twee afsluiters. Directe verwar Als er een extern expansievat vereist is, monteert u deze tussen de binnenunit en ming de afsluiters. Installeer een automatische ontluchter op het hoogste punt van het verwarmingscir Radiatoren cuit.
6 Installatie Afb.28 1. Sluit de slang aan op de opening onder de binnenunit. 2. Sluit de afvoerbuis aan op de riolering. Opgelet De condensafvoer mag niet geblokkeerd zijn. Ø 33mm 6.6.5 Verwarmingscircuit controleren 1. Controleer of het volume van het/de expansievat(en) voldoende is voor het watervolume in de verwarmingsinstallatie.
< 1 °f 7 - 15 Totale hardheid van het water °dH 4 - 8,5 mmol/l 0,7 - 1,5 Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de volgende fabrikanten aan: Cillit™ CLimalife® Fernox Permo Sentinel® 6.8.2 Verwarmingscircuit vullen Na het spoelen van de installatie kunt u het verwarmingscircuit vullen met leidingwater.
6 Installatie Afb.29 Tab.25 Buitenunit Eenheid AWHPR 4 MR AWHPR 6 MR AWHPR 8 MR 6.9.2 Locatie van de buitenunit selecteren Afb.30 Om ervoor te zorgen dat de buitenunit naar behoren werkt, moet de locatie voldoen aan bepaalde voorwaarden. 1. Bepaal de ideale opstelplaats voor de buitenunit en houd daarbij rekening met de benodigde ruimte en alle wettelijke richtlijnen.
6 Installatie 6.9.3 Locatie van een geluidsscherm kiezen Als de buitenunit zich te dicht bij de buren bevindt, kan er een geluidsscherm worden aangebracht om geluidsoverlast te verminderen. Installeer overeenkomstig de geldende wetgeving en normen. Afb.31 MW-C000373-1 1. Plaats het geluidsscherm zo dicht mogelijk bij de lawaaibron, maar zorg dat de lucht in de wisselaar van de buitenunit vrij kan circuleren en dat toegang voor onderhoudswerkzaamheden mogelijk blijft.
6 Installatie 6.9.5 Buitenunit op de grond installeren Afb.33 Bij montage op de grond moet een betonnen voetstuk worden aangebracht, zonder starre verbinding met het gebouw om de overdracht van trillingen te vermijden. Gebruik de vloermontageset voor de buitenunit (artikelnummer 7694974). 1.
6 Installatie 6.10.2 De koudemiddelverbindingen voorbereiden Gevaar Alleen een bevoegd vakman kan de installatie uitvoeren volgens de huidige wetgeving en normen. Naleving van de nationale voorschriften is verplicht. Om uitwisseling tussen de binnenunit en de buitenunit mogelijk te maken 2 koudemiddelverbindingen monteren: aanvoer en retour. Beperk de lengte van de leidingen tot een minimum.
6 Installatie 6.10.4 De koudemiddelverbindingen aansluiten op de binnenunit Afb.36 Opgelet Gebruik een contrasleutel om te voorkomen dat de koudemiddelverbinding verdraait. MW-1002117-1 Afb.37 1. Verwijder de dop van de Schrader-connector (1/4" koudemiddelconnector) en gooi deze weg. 2. Controleer de warmtewisselaar op lekdichtheid. Steek voorzichtig een schroevendraaier in de Schrader-connector.
6 Installatie 6.10.5 De koudemiddelverbindingen aansluiten op de buitenunit Afb.39 Opgelet Gebruik een tweede sleutel om te voorkomen dat de koudemiddelverbinding verdraait. MW-1002117-1 Afb.40 1. Verwijder het beschermende zijpaneel van de buitenunit. Afb.41 2. Verwijder de stoppen van de afsluiters. 3.
6 Installatie 6.10.7 Vacumeren Vacumeer nadat gecontroleerd is dat het koelcircuit geheel lekkagevrij is. Vacumering is noodzakelijk om lucht en vocht uit het koelcircuit te verwijderen. Afb.44 1. Sluit de vacuümmeter en de vacuümpomp aan op het servicekoppelstuk. 2. Zorg voor een vacuüm in de binnenunit en de koelverbindingsleidingen.
6 Installatie 2. Voeg naargelang de lengte koudemiddel toe via de koudemiddelafsluitklep met behulp van een veiligheidslader volgens de onderstaande tabel: Lengte van koudemiddelleiding Hoeveelheid toe te voegen koudemiddel + 0.100 + 0.200 + 0.300 + 0.400 (1) De buitenunit is voorgevuld met 1.200 kg koudemiddel (2) X = Y x (L - 10) met Y = hoeveelheid koudemiddel (0,020 kg/m) Belangrijk Maximale vulhoeveelheid koudemiddel in het systeem: 1,600 kg...
6 Installatie 1. Plak het etiket in uw taal over de Engelse tekst op de R32 field charge парниковым эффектом Fluoritud gaas Заправлен Gaz uorurat sticker. ja väljalaskmine: фторированным газом şi încărcarea: Latviešu Lietuviškai Malti 2. Vul de R32 field charge sticker in: Satur uorētās siltumnīcefekta gāzes Sudėtyje yra šiltnamio efektą...
6 Installatie 6.10.11 Koelingcircuit controleren 1. Controleer de plaatsing van de buitenunit en de afstand van de muur. 2. Controleer de koelingcircuitaansluitingen op lekdichtheid. 3. Zorg ervoor dat de evacuatiedruk is gecontroleerd vóór het vullen. 4. Zorg ervoor dat de evacuatietijd en de buitentemperatuur zijn gecontroleerd vóór de evacuatie.
Pagina 50
6 Installatie Afb.50 230 V~ Typ C 2 x 0,35 mm² Tout < 30 m Laux Naux 10 A 3 x 1,5 mm² 230 V~ 230 V~ 3 kW Typ C 400 V 3N~ 3/6 kW 3 x 6 mm² 32 A 3/6 kW 5 x 2,5 mm²...
6 Installatie Afb.53 5. Verwijder de afdekkap aan de achterkant van het bedieningspaneel. Belangrijk De afdekkap aan de achterkant van het bedieningspaneel zit vast op 3 verankeringspunten. MW-1002068-1 6.11.4 Beschrijving van de aansluitklemmenstrook EHC–08 Klemmenstrook van besturingsprint Afb.54 Hydraulische versie: circulatiepomp van back-upketel Elektrische versie: elektrische bijverwarmer - trap 1 Hydraulische versie: ON/OFF contact voor de back-upketel Elektrische versie: elektrische bijverwarmer - trap 2...
6 Installatie Opgelet The 0-40 V sensorkabels moeten gescheiden worden van de 230/400 V circuitkabels. Belangrijk Er worden kabelbinders met 'dennenboomclips' meegeleverd. Deze kunnen gebruikt worden om de kabels op spanning te groeperen bij de uitgang van de binnenunit. 6.11.6 De binnenunit aansluiten Afb.58 De voeding voor de binnenunit is in de fabriek niet bedraad.
6 Installatie 3. Sluit de kabel aan op het klemmenblok zoals getoond in de afbeelding. Druk de knop in om de draad correct in de connector te steken en te blokkeren. Afb.59 1 Fase (L) 2 Nulleider 3 Aarde Belangrijk Striplengte: tussen 10 en 12 mm.
6 Installatie Opgelet Gebruik een geschikte kabel: voedingskabels voor onderdelen van apparaten voor buitengebruik mogen niet lichter zijn dan een flexibele kabel met Neopreen mantel (conform 60245 IEC 57). 1. Verwijder het onderhoudspaneel van de buitenunit. Afb.60 X 2 3 E H C 230V~ 230V...
Pagina 57
6 Installatie Plaatsen van de buitentemperatuursensor Afb.61 Plugdiameter 4 mm / boordiameter 6 mm 1. Kies de juiste locatie voor de buitentemperatuursensor. 2. Plaats de twee pluggen die bij de sensor zijn meegeleverd. 3. Bevestig de sensor met de meegeleverde schroeven (diameter 4 mm).
6 Installatie De buitensensor aansluiten Om de buitentemperatuursensor aan te sluiten moet een kabel worden gebruikt met een minimale doorsnede van 2 x 0,35 mm en een lengte < 30 m. Afb.64 1. Sluit de buitensensor aan op de Tout ingang op de X28 connector op de EHC–08 besturingsprint van de centrale unit.
Pagina 59
6 Installatie 2. Leg de voedingskabel van het elektrisch verwarmingselement in de kabelgoot gereserveerd voor de 230/400 V circuitkabels. Afb.66 A Kabelaansluitingen 3. Sluit de back-up aan en verander indien nodig de brug. Het elektrisch verwarmingselement kan indien nodig aangesloten worden op een van de drie fasen van een 3-fasige installatie.
Er is een app beschikbaar gemaakt die u helpt met de inbedrijfstelling en configuratie van de parameters voor de verwarmingsinstallatie Afb.68 1. Download de Remeha Smart Start App app via Google Play of de App Store. 2. Open de app.
7 Inbedrijfstelling Afb.69 6. Stel de parameters CN1 en CN2 in. De waarden zijn te vinden op de typeplaat van de binnenunit. Ze staan ook in de onderstaande tabel. De CN1 en CN2 parameters worden gebruikt voor het aanduiden van het type buitenunit en het type back-up op de installatie. Ze kunnen worden gebruikt om de parameters te preconfigureren op basis van de configuratie van de installatie.
7 Inbedrijfstelling Controleer voor installatie met vloerverwarming of de collectorkleppen opengaan. Controleer of de gemeten stromingssnelheid dicht bij de doelstromingswaarde ligt, afhankelijk van het vermogen van de buitenunit. Voor een installatie met radiatoren moet het debiet met de drukgestuurde bypassklep ingesteld worden. 1.
8 Instellingen Instellingen Toegang tot het installateursniveau Afb.71 Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode. Alleen de installateur mag deze parameters wijzigen. Voor toegang tot het installateursniveau: 1. Druk op de toets tot het carrouselscherm verschijnt.
8 Instellingen 2. Selecteer de waarde die correspondeert met het type geselecteerd circuit: Waarde Beschrijving Zone1 Zone2 EHC–08 SCB-04 Uitschakelen Geen circuit aangesloten Direct Direct verwarmingscircuit zonder mengklep Menggroep Verwarmingscircuit voor directe vloerverwarming (Zone1) Tweede verwarmingscircuit met mengklep (Zone2) Zwembad Verwarming van zwembad niet beschik...
8 Instellingen 8.4.2 Koelfunctie configureren Koeling van uw verwarmingszone is alleen mogelijk als de parameter Groepfunctie is ingesteld op Menggroep of Ventilatorconvector. Belangrijk Koelen is alleen mogelijk als de warmtepomp in de zomermodus is, de standaardmodus als de buitentemperatuur 22 °C overschrijdt;...
8 Instellingen 8.5.2 Configureren van de hybride werkingsmodus voor een back-upketel De hybride werkingsmodus is alleen beschikbaar voor toestellen met een back-upketel. De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de warmtepomp en de ketel op basis van de kosten, het verbruik of de CO uitstoot van elke warmtegenerator.
8 Instellingen 3. Kies de optimalisering van het energieverbruik. Tab.34 Waarde van de Beschrijving Hybride modus (HP061) parame Primaire energy Optimalisering van het primaire energieverbruik: de regelaar kiest de generator die de minste primaire energie verbruikt. De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelprestatiecoëfficiënt COP- drempel (HP054).
8 Instellingen 2. Configureer de vloerdroogparameters voor de relevante verwarmingszone: Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groep, dgn droogtijd Aantal dagen vloerdroogtijd Aantal dagen voor drogen CP470 Begintemp.drogen Begintemperatuur van het vloerdroogprogramma Starttemperatuur voor het drogen CP480 Stoptemp.drogen Eindtemperatuur van het vloerdroogprogramma Eindtemperatuur voor het drogen CP490 Het programma voor het drogen van de vloer wordt gestart en blijft werken...
Pagina 70
8 Instellingen De besturingsprints worden geleverd met een brug op de klemmen R-Bus. 1. Verbind de AC-thermostaat met de EHC–08 besturingsprint. Afb.76 1 EHC–08 besturingsprint 2 AC-thermostaat 3 ON/OFF uitgang 22° 4 Uitgang "verwarming/koelingcontact" 2. Volg het hieronder beschreven toegangspad. R-Bus MW-1001290-1 Toegangspad...
8 Instellingen Tab.39 Configuratie C Waarde van de pa Waarde van de pa De multifunctionele Bedieningsmodus Als het contact OT Als het contact OT rameter rameter ingang is BL1: van de warmte open is gesloten is Logica niv. contact Config. contact BL1 pomp (CP640) (AP098)
8 Instellingen Tab.41 Comfort van warm water verbeteren Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Max. duur SWW-prod. Maximale duur voor de productie van sanitair Verhoog de maximaal toegestane duur voor sani DP047 warm water. tair-warmwaterproductie . Langere duur voor productie van warm water. Min.
8 Instellingen de productie van thermische energie voor de verwarmings-, sanitair warm water- en koelingsmodi. De thermische energie van de back-upketel of het elektrisch verwarmingselement wordt ook meegeteld om een totaalbeeld te krijgen van de herwonnen thermische energie. Voor een correcte werking van de energiemetingen moet de parameter aangepast worden: Waarde van de puls afkomstig van de elektrische teller 1.
8 Instellingen 3. Een potentiaalvrij contact aansluiten op de ingang BL2 . De ingang BL2 wordt geactiveerd. Het verwarmingscircuit en de sanitair-warmwaterboiler worden oververhit door gebruik van de warmtepomp en back-ups. 4. Volg het hieronder beschreven toegangspad. Toegangspad > Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Blokkerende ingang 5.
8 Instellingen 8.11.2 Reset de configuratienummers CN1 en CN2 Als u de besturingsprint heeft vervangen of een fout heeft gemaakt tijdens de instelling, moet u de configuratienummers CN1 en CN2 opnieuw instellen. Met deze nummers herkent het systeem het type buitenunit en het type back-up dat op de installatie zit.
8 Instellingen Tellers Beschrijving van de meters Energielevering CV Thermische energielevering voor centrale verwarming in kWh AC008 Energielev.SWW Thermische energielevering voor sanitair warm water in kWh AC009 Energielev. koeling Thermische energielevering voor koeling in kWh AC010 Aantal pomp uren Aantal pompuren AC026 Aantal pomp starts Aantal pompstarts...
Pagina 78
8 Instellingen Signalen Beschrijving van de signalen Actuele modus groep Actuele modus van de groep CM120 Schema Handmatig Tijdelijk Actuele acitiviteit van de groep Actuele acitiviteit van de groep CM130 Gereduceerd Comfort Antilegionella Truimte stpunt groep Gewenste ruimtetemperatuur van de groep in °C CM190 Huidige modus Huidige bedrijfsmodus...
Pagina 79
8 Instellingen Tab.50 > Warmtepomp / 0-10 volt of PWM Signalen Beschrijving van de signalen Draait de pomp? Is de pomp in bedrijf? AM015 Niet actief Actief Pomptoerental Het actuele pomptoerental AM010 in % Tab.51 > Warmtepomp / buitenunit Signalen Beschrijving van de signalen Setpnt aanvoerT WP Setpunt aanvoertemperatuur van warmtepomp in °C...
8 Instellingen Signalen Beschrijving van de signalen Warmtepomp Back Up1 Warmtepomp Back Up1 HM012 Setpunt WP koeling Setpunt aanvoertemperatuur warmtepomp in afkoelingsmodus in °C HM033 Tab.53 > buitenunit Signalen Beschrijving van de signalen CondensatieT. Condensatietemperatuur van het koudemiddel in °C HM019 Comm.-kwaliteit Kwaliteit van de communicatie tussen de regeleenheid en de interfacekaart in %...
Pagina 81
8 Instellingen Tab.56 > Zone Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone1 Zone2 Groepfunctie Functionaliteit van de groep Menggroep Menggroep CP020 Uitschakelen Direct = radiatoren. Koelen niet mogelijk. Menggroep = vloerverwarming voor circuit A en vloerverwar ming met mengklep voor circuit B. Koelen is mogelijk. Zwembad.
Pagina 82
8 Instellingen Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone1 Zone2 Groep Verschuiving tussen berekend setpunt en setpunt verzonden 4 °C klepvertraging naar verbruiksmanager voor de menggroep CP050 Instelbaar van 0 °C tot 16 °C Groep,nachtsetpu Gewenste ruimtetemperatuur tijdens nachtbedrijf 16 °C 16 °C Instelbaar van 5 °C tot 30 °C...
8 Instellingen Tab.61 > Geavanceerd Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone1 Zone2 Openingstijd klep De benodigde tijd voor de klep om volledig te openen 60 sec. CP330 Instelbaar van 0 Sec tot 240 Sec Vermogenssetpun Vermogenssetpunt 100% Instelbaar van 0 % tot 100 % CP520 Selectie Selectie buskanaal RU v.d.
8 Instellingen Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Zone1 Zone2 Tau gebouw WAR Instelling aanwarm- en afkoelsnelheid. AP079 Tijdconstante van het gebouw voor weersafhankelijk regelen. Instelbaar van 0 tot 10 0 = 10 uur voor een gebouw met een lage ther mische inertie, 3 = 22 uur voor een gebouw met een normale thermische inertie,...
Pagina 85
8 Instellingen Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Buffertank Het hydraulisch beheer van de buffertank activeren HP086 Hyst buffertank. Temperatuurhysterese om verwarming van de buffertank te starten 3°C HP087 of te stoppen Instelbaar van 0 tot 30 °C Tab.64 >...
Pagina 86
8 Instellingen Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Minimale buitentemperatuur Minimale buitentemperatuur voor de parameter Vertr. min. buitenT. -10 °C voor back-up Instelbaar van -30 °C tot 0 °C HP049 Maximale buitentemperatuur Maximale buitentemperatuur gerelateerd aan parameter Vertr. max. 15 °C voor back-up buitenT.
Pagina 87
8 Instellingen Tab.67 > Energiebeheer Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Elektr. pulswaarde Waarde van de puls afkomstig van de elektrische teller 1 Wh HP033 Instelbaar van 0 Wh tot 1000 Wh Min. buitentemp. WP Minimale buitentemperatuur waaronder de compressor van de -20 °C HP051 warmtepomp wordt gestopt...
8 Instellingen Tab.69 > Handmatige warmtevraag Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Handm. warmtevraag Activeren handmatige warmtevraag AP002 Setpunt: in deze modus is het temperatuursetpunt de temperatuur die is ingesteld voor de parameter Handm. warmtevraag (AP026) TBuiten regelaar Taanv setpnt.handbed Setpunt aanvoertemperatuur voor handbediening warmtevraag 40 °C AP026...
Pagina 89
8 Instellingen Tab.73 > Algemeen Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling EHC–08 Hysterese sww Hysterese temperatuur die hoort bij sww temperatuur setpunt 14 °C DP120 Instelbaar van 0 °C tot 40 °C Maximum temperatuur van Maximum temperatuur van warmwater 70°C warmwater Instelbaar van 10 °C tot 75 °C DP046...
8 Instellingen 8.15.6 > Installateur > Systeeminstallatie > SCB-01 Tab.77 Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling SCB-01 Status relaisfunctie Status relaisfunctie 1 Geen actie EP018 Geen actie Alarm Alarm geïnverteerd Branden Brander uit Gereserveerd Gereserveerd Onderhoudsverzoek Branden voor CV Branden voor tappen CV pomp aan Vergr.
8 Instellingen In de verwarmingsmodus wordt de back-up aangestuurd door de parameters: Bival. temperatuur (HP000) en VertrStartResrveCV (HP030). Als VertrStartResrveCV (HP030) op 0 is ingesteld, wordt de activeringsvertraging van de back-up ingesteld op basis van de buitentemperatuur: hoe lager de buitentemperatuur, hoe sneller de back- up wordt geactiveerd.
8 Instellingen Beschrijving van de werking Het gedrag van de back-upketel of het elektrisch verwarmingselement in de sanitair-warmwatermodus is afhankelijk van de configuratie van de parameter Beheer SWW(DP051). Als Beheer SWW (DP051) ingesteld is op Eco, geeft het systeem voorrang aan de warmtepomp tijdens de productie van sanitair warm water.
8 Instellingen Tab.78 Fase Beschrijving van de fase Beschrijving van de werking Uitsluitend bereiding sanitair warm Als het systeem is ingeschakeld, als sanitair-warmwaterbereiding is toege water staan en de parameter Beheer SWW (DP051) is geconfigureerd naar Eco, dan wordt een sanitair-warmwaterbereidingscyclus opgestart voor een maximale duur die kan worden aangepast en die is vastgesteld door de Max.
Pagina 94
8 Instellingen 1 Instelpunt actuele aanvoertemperatuur van groep 3 Helling stooklijn CP230 CM070 4 Buitentemperatuur CM210 2 Instelpunt maximale aanvoertemperatuur groep 5 Curve van de basistemperatuur CP210 / CP220 CP000 = 55 °C = 20 °C Tab.79 Parameters Beschrijving van de parameters Instelpunt maximale De aanvoersetpunttemperatuur voor het circuit CM070 wordt beperkt door het maximum setpunt aanvoertemperatuur groep...
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie Afb.81 Verwarmingscurve met curve basis Met instelling van de curve basistemperatuur (CP210 / CP220 > 15 °C) op 30 °C): een buitentemperatuur CM210 van 0 °C levert een MW-6070167-1 CM070 aanvoersetpunttemperatuur voor het circuit CM070 van 45 °C. °C CP210 CM210...
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 9.1.2 De warmtepomp aansluiten en configureren Afb.83 400V~50Hz 400V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz MW-1002091-1 1 Buitentemperatuursensor 4 Keerklep verwarming/sanitair warm water 2 Bekabelingsset voor directe vloerverwarming 5 Sanitair-warmwatersensor 3 eTwist aangesloten thermostaat 8 Buitenunit-busaansluiting 1.
Pagina 97
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 3. Configureer de parameters voor de vloerverwarming (Zone1). Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groepfunctie Functionaliteit van de groep Menggroep CP020 Ventilatorconvector Alleen deze twee instellingen worden gebruikt voor koeling. Stooklijn Groep, hoek stookln Waarde van de helling van de verwar Stel in tussen 0,4 en 0,7 (voor een CP230 mingscurve...
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie Installatie met elektrisch verwarmingselement, twee circuits en een buffervat dat gebruikt wordt als open verdeler 9.2.1 Hydraulisch schema Afb.84 400V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz MW-1002088-1 1 eTwist slimme thermostaat - radiatorcircuit 5 Circuit met driewegklep met circulatiepomp 2 eTwist slimme thermostaat - vloerverwarmingscircuit 6 Buffertank als open verdeler 3 Direct circuit met circulatiepomp...
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 9.2.2 De warmtepomp aansluiten en configureren Afb.85 CIRC A CIRC B 400V~50Hz 400V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz MW-1002093-1 Laux Naux 1 Buitentemperatuursensor 7 eTwist slimme thermostaat - radiatorcircuit 2 Debietsensor voor vloerverwarmingscircuit 8 Buitenunit-busaansluiting 3 eTwist slimme thermostaat - 9 Verbinding 230 V voeding tussen de EHC–08 en vloerverwarmingscircuit...
Pagina 100
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 4. Configureer de parameters voor het radiatorcircuit (Zone1). Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groepfunctie Functionaliteit van de groep Direct (fabrieksinstelling) CP020 Deze instelling activeert de koeling niet. Stooklijn Groep, hoek stookln Waarde van de helling van de verwar 1,5 (voor een radiatorcircuit) CP230 mingscurve...
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 9.3.2 De warmtepomp aansluiten en configureren Afb.87 CIRC A CIRC B 400V~50Hz 400V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz 230V~50Hz MW-1002094-1 Laux Naux 1 Buitentemperatuursensor 8 Buitenunit-busaansluiting 2 Veiligheidsthermostaat voor vloerverwarming 9 Verbinding 230 V voeding tussen de EHC–08 en aanvoer de besturingsprints SCB-04 3 eTwist slimme thermostaat -...
Pagina 103
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 4. Configureer de parameters voor het radiatorcircuit (Zone1). Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groepfunctie Functionaliteit van de Direct (fabrieksinstelling) CP020 groep Deze instelling activeert de koeling niet. Stooklijn Groep, hoek stookln Waarde van de helling 1,5 (voor een radiatorcircuit) CP230 van de stooklijn.
9 Voorbeelden van aansluiting en installatie 3. Configureer de parameters voor de vloerverwarming (Zone1). Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groepfunctie Functionaliteit van de groep Menggroep CP020 Ventilatorconvector Alleen deze twee instellingen worden gebruikt voor koeling. Stooklijn Groep, hoek stookln Waarde van de helling van de verwar Stel in tussen 0,4 en 0,7 (voor een CP230 mingscurve...
10 Werking 2. Configureer de parameters voor Zone2. Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Groep,functie Type groep (menggroep, directe groep etc.) Zwembad CP020 Groep, Sept. Zwembad Setpunt van zwembad 26 °C CP540 Belangrijk Voor bijverwarmen wordt dezelfde logica gevolgd als voor verwarmen. Eventueel kan de werking van de bijverwarmingen met de BL-ingangen worden geblokkeerd.
10 Werking 10.3 Zones aanpassen 10.3.1 Definitie van de term "zone" Afb.93 Zone: term gebruikt voor de verschillende hydraulische circuits. Het bepaalt de diverse ruimtes die door hetzelfde circuit worden bediend. Tab.82 Voorbeeld: In de fabriek ingestel Toets Zone de naam Zone 1 Zone1 Zone 2...
10 Werking Afb.96 Tab.83 Voorbeeld Setpoint kamertempera °C Begin van de activiteit Activiteit tuur 6:30 20 °C Ochtend 9:00 19 °C 17:00 20 °C Thuis 06:30 09:00 17:00 20:00 23:00 20:00 22 °C Avond MW-1001144-2 23:00 16 °C Slapen 10.4.2 De naam van een activiteit wijzigen De namen van de diverse activiteiten worden in de fabriek ingesteld: Ochtend, Slapen, Thuis, Avond, Weg en Aangepast.
10 Werking 10.5 Kamertemperatuur voor een zone 10.5.1 Bedrijfsmodus selecteren Om de kamertemperatuur in te stellen voor de verschillende leefruimten, kunt u kiezen uit vijf bedrijfsmodussen. Als u een programmeerbare aan/uit-thermostaat gebruikt, adviseren we de handmatige-bedieningsmodus voor de zone. As u OpenThem of R-bus gebruikt, adviseren we de Programmeer- bedieningsmodus waarmee de kamertemperatuur kan worden aangepast aan uw activiteiten en uw energieverbruik kan worden geoptimaliseerd.
10 Werking Afb.105 5. Om de klokprogrammering te wijzigen, selecteert u het programma dat u wilt wijzigen. De voor maandag geplande activiteiten worden weergegeven. De laatste activiteit van een dag is geldig tot de eerste activiteit op de volgende dag. 6.
10 Werking Afb.108 4. Selecteer de te wijzigen dag. 5. Voer de volgende handelingen uit volgens uw behoeften: MW-6000882-1 Tab.86 Actie Procedure Wijzig de tijdsinstellingen van de geprogram Selecteer een geprogrammeerde activiteit. meerde activiteiten. Druk op de toets Wijzig de starttijd en/of de hieraan verbonden activiteit. Selecteer Bevestigen om de wijziging op te slaan.
10 Werking 10.6 Sanitair-warmwatertemperatuur 10.6.1 Werkingsmodus selecteren Voor de productie van sanitair warm water kunt u kiezen uit vijf bedrijfsmodussen. Wij adviseren de Programmeer modus waarmee de bereidingsperiode van sanitair warm water kan worden aangepast aan uw behoeften en uw energieverbruik kan worden geoptimaliseerd. Afb.112 1.
10 Werking Afb.117 5. Om de klokprogrammering te wijzigen, selecteert u het programma dat u wilt wijzigen. De voor maandag geplande activiteiten worden weergegeven. De laatste activiteit van een dag is geldig tot de eerste activiteit op de volgende dag. MW-6000887-1 Afb.118 6.
10 Werking Afb.121 4. Selecteer Tijdelijke temperatuursverandering. 5. Geef de tijd aan dat de override eindigt. 6. Selecteer Bevestigen om de override te bevestigen. Selecteer een andere bedrijfsmodus om de override te annuleren. MW-6000888-1 10.6.4 De richttemperaturen van het sanitair warm water wijzigen De sanitair warmwaterproductie werkt met twee richttemperaturen: Comfort setpunt SWW : gebruikt in de programmeer, handmatige en Tijdelijke temperatuursverandering modussen...
10 Werking Afb.126 1. Druk in het startscherm op de toets. MW-6000868-2 Afb.127 2. Selecteer Geforceerde koeling Aan/Uit. 3. Selecteer de gewenste waarde: Ja : koeling is actief, ongeacht de buitentemperatuur. Nee : het systeem activeert automatisch de koeling op basis van de buitentemperatuur.
10 Werking vakantiemodus bedieningsmodus worden geactiveerd voor alle zones, inclusief de sanitair warm water-zone of de Vakantie bedieningsmodus voor iedere zone afzonderlijk. Vakantiemodus voor alle zones activeren Als u van plan bent enkele weken van huis te gaan kunt u de Systeem vakantiemodus bedieningsmodus activeren voor alle zones, inclusief sanitair warm water.
10 Werking Als de watertemperatuur lager is dan 8 °C, start de circulatiepomp. Als de watertemperatuur lager is dan 6 °C, start de bijverwarming op. Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit en draait de circulatiepomp kort na. De radiatorkranen in de vorstgevoelige ruimtes moet wel helemaal opengedraaid zijn.
11 Onderhoud 10.9.2 De warmtepomp uitschakelen De warmtepomp moet in bepaalde situaties worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld tijdens werkzaamheden aan de apparatuur. In andere situaties zoals een langere periode van afwezigheid, wordt aangeraden om Systeem vakantiemodus de bedrijfsmodus te gebruiken om te kunnen profiteren van de antiblokkeerfunctie van warmtepomp en om de installatie tegen vorst te beschermen.
11 Onderhoud 11.2 Informatie voor onderhoudsmonteur Tab.90 Onderwerp Beschrijving Veiligheidscontroles Vóór werkzaamheden aan systemen met ontvlambare koudemiddelen moeten er veilig heidscontroles uitgevoerd worden om het risico op ontbranding tot een minimum te beper ken. Werkprocedure De werkzaamheden moeten volgens een vaste procedure uitgevoerd worden om het risi co op brandbare gassen of dampen tijdens de uitvoering tot een minimum te beperken.
11 Onderhoud Tab.92 Dichtheidstests Controleren Lekdichtheid van het verwarmingscircuit Lekdichtheid van het sanitair-warmwatercircuit Lekdichtheid van het koudemiddelcircuit (gebruik een snuiverlekdetector) Tab.93 Controle van de veiligheidsorganen Controleren Uit te voeren handelingen Veiligheidsklep voor het overdrukventiel Bedien de veiligheidsklep om te controleren of deze goed werkt. Veiligheidsklep sanitair-warmwatercircuit Bedien de veiligheidsklep om te controleren of deze goed werkt.
11 Onderhoud 1. Druk op de toets 2. Selecteer Installateur. 3. Selecteer Inbedrijfstelling > Testmodus > Functieteststatus. 4. Selecteer de bedrijfsmodus die moet worden getest. 11.6 Reinig de magnetische zeeffilters De magnetische filters op de retour van het verwarmingscircuit en de retour van het tweede verwarmingscircuit return (indien aanwezig) zorgen ervoor dat de platenwarmtewisselaar niet verstopt raakt.
11 Onderhoud Afb.142 5. Monteer de magneet weer. Druk deze volledig in. MW-1002017-1 Afb.143 6. Controleer de druk in de installatie. Vul de installatie bij wanneer de waterdruk lager is dan 1,5 bar. 7. Open de afsluiters van de verwarmingscircuits. 8.
Pagina 124
11 Onderhoud Afb.146 5. Schroef de slibopvangbak los met behulp van het onderhoudsgereedschap uit de accessoiretas. MW-1002020-1 Afb.147 6. Demonteer de diverse onderdelen van de slibopvangbak. De magnetische deeltjes in het filter vallen op de bodem. MW-1002021-1 Afb.148 7. Reinig de diverse onderdelen met schoon water. MW-2002022-1 Afb.149 8.
11 Onderhoud 11.7 Verwarmingscircuit aftappen 1. Schakel het toestel uit en sluit het toestel hydraulisch af met de afsluiters voor de verwarmingscircuits. Afb.150 2. Ontlucht het door de klep te openen. MW-1002078-1 Afb.151 3. Verwijder de dop van de condensaatbak. 4.
12 Bij storing Afb.153 3. Verwijder de metalen steun voor de optionele besturingsprints. MW-1002081-1 Afb.154 4. Verwijder de batterij die zich in aan de achterzijde van het bedieningspaneel bevindt, door er voorzichtig tegen te duwen. 5. Plaats een nieuwe batterij. Belangrijk Batterijtype: CR2032, 3 V...
12 Bij storing 4. Neem contact op met de servicedienst als de code opnieuw wordt weergegeven. 12.1.1 Waarschuwingscodes Een waarschuwingscode geeft aan dat niet voldaan wordt aan de optimale bedrijfsomstandigheden. Het systeem blijft veilig werken, maar er is een risico op uitschakeling als de situatie verder verslechtert. Als de situatie verbetert, kan de waarschuwingscode zomaar verdwijnen.
Pagina 128
12 Bij storing Code Melding Beschrijving H00.32 T Buiten open Buitentemperatuursensor is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bedrading tussen de CPU-kaart en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor. Vervang de sensor indien nodig.
Pagina 129
12 Bij storing Code Melding Beschrijving H00.79 Tzwembad open De zwembadsensor is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor. Vervang de sensor indien nodig.
Pagina 130
12 Bij storing Code Melding Beschrijving H02.23 Systeemdebiet fout Waterdoorstromingsfout van het systeem actief Verstopt verwarmingscircuit: Zorg ervoor dat de thermostaatkranen of aanvoerkleppen geheel geopend zijn. Controleer of de filters niet verstopt zijn en reinig ze indien nodig. Reinig en spoel de installatie door. Geen doorstroming: Controleer of de afsluiters en de thermostatische radiatorkranen open staan.
12 Bij storing Code Melding Beschrijving H06.26 Warmtepmp vloeistofT Warmtepomp vloeistoftemperatuur sensorfout Controleer de bekabeling tussen de besturingsprint FTC2BR en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor. Vervang de sensor indien nodig. H06.27 Vorstbeveiliging De vorstbeveiliging warmtepomp is geactiveerd...
12 Bij storing Tab.98 Code Melding Beschrijving E00.00 T Aanvoer open De aanvoertemperatuursensor is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang de sensor indien nodig E00.01 Aanvtempsens...
13 Afdanken en afvoeren 1. Volg het hieronder beschreven toegangspad voor deze informatie. Toegangspad > Installateur > Storingsgeschiedenis De lijst met 32 meest recente fouten wordt weergegeven met de foutcode, een korte beschrijving en de datum. 2. Selecteer de fout waarvoor u de details wilt raadplegen en druk op de toets 3.
13 Afdanken en afvoeren 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Schakel de elektrische voeding naar de warmtepomp uit: buitenunit en binnenunit. 3. Onderbreek de stroomvoorziening van het elektrisch verwarmingselement, indien aanwezig. 4. Onderbreek de stroomvoorziening van de back-upketel, indien aanwezig. 5.
14 Energiebesparing 7. Als de cilinder correct zijn gevuld en het proces voltooid is, zorg er dan voor dat de cilinders en de apparatuur onmiddellijk van de plaats worden verwijderd en alle kleppen op de apparatuur afgesloten zijn. Belangrijk Opgevangen koudemiddel mag niet worden gevuld in een ander koudemiddelsysteem voordat het is gereinigd en gecontroleerd.
15 Productkaart en pakketkaart Installeer een energiebesparende douchekop, wat tot 40 % aan energie kan besparen. Neem een douche in plaats van een bad. Een bad kost het dubbele aan water en energie. 15 Productkaart en pakketkaart 15.1 Productkaart Tab.100 Productkaart voor combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp Eenheid AWHPR 4 MR AWHPR 6 MR AWHPR 8 MR Ruimteverwarming - temperatuurtoepassing...
15 Productkaart en pakketkaart 15.3 Pakketkaart - combinatieverwarmingstoestellen (ketels of warmtepompen) Afb.157 Pakketkaart voor combinatieverwarmingstoestellen (ketels of warmtepompen) met vermelding van de energie- efficiëntie voor waterverwarming van het pakket Energie-effi ciëntie van waterverwarming door combinatieverwarmingstoestel ‘I’ Opgegeven capaciteitsprofi el: Bijdrage zonne-energie Aanvullende elektriciteit overeenkomstig productkaart zonne-energie- installatie...
15 Productkaart en pakketkaart 15.4 Pakketkaart - middentemperatuur-warmtepompen Belangrijk "Middentemperatuurtoepassing": een toepassing waarbij het ruimteverwarmingstoestel met warmtepomp of het combinatieverwarmingstoestel met warmtepomp zijn opgegeven verwarmingsvermogen levert bij een uitlaattemperatuur van de warmtewisselaar, binnen, van 55 °C. Afb.158 Pakketkaart voor middentemperatuur-warmtepompen met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi...
16 Reserveonderdelen De waarde van de wiskundige formule: 294/(11 · Prated), waarbij "Prated" is gerelateerd aan het ruimteverwarmingstoestel als hoofdverwarming. De waarde van de wiskundige formule 115/(11 · Prated), waarbij "Prated" is gerelateerd aan het ruimteverwarmingstoestel als hoofdverwarming. De waarde van het verschil tussen de seizoensgebonden energie- efficiënties voor ruimteverwarming onder gemiddelde en koudere klimaatomstandigheden, uitgedrukt in %.
Pagina 155
17 Bijlage Tab.115 Naam en temperatuur van de activiteiten voor koelen In de fabriek ingestelde In de fabriek ingestelde Door de klant gedefinieerde naam en tempera Activiteiten naam temperatuur tuur Activiteit 1 Slapen 30 °C Activiteit 2 Thuis 25 °C Activiteit 3 25 °C Activiteit 4...
Pagina 160
48720 Kotka Energy Net d.o.o. T +385 95 21 21 888 A.K. Miošića 22a E info@energynet.hr 43000 Bjelovar Marketbau - Remeha Kft. T +36 23 503 980 Gyár u. 2. F +36 23 503 981 E remeha@remeha.hu 2040 Budaors Euro Gas Ltd.