1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Algemene veiligheidsvoorschriften Tab.1 Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van drie jaar en ouder en mensen met lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen R290 koudemiddel (propaan) Tab.4 Identificatie van het product Naam van het koudemiddel: R290 (PROPANE) Nummer voor noodgevallen: Antigifcentrum Raadpleeg uw huisarts Tab.5 Etiketelementen - etikettering in overeenstemming met (CE) N° 1272/2008 [CPL] regelgeving Waarschuwing Gevaar Gevaarnotities H220 : Zeer hoog ontvlambaar gas H280 : Bevat onder druk staand gas;...
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Tab.9 Te nemen maatregelen in het geval van onbedoeld morsen Persoonlijke voorzorgsmaatregelen Niet handelen zonder geschikte beschermingsmiddelen Vermijd contact met de huid en de ogen De dampen niet inademen Niet roken Breng personeel over naar een veilige locatie Ventileer de zone waarin gemorst werd Stop het lek zo veilig mogelijk Bescherming van het milieu...
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Op een solide, stabiele structuur die zijn gewicht kan dragen als die met water is gevuld en er verschillende accessoires op zijn geïnstalleerd Op meer dan 1 meter afstand van elke vlambron of warmtebron van boven de 80 °C (open verwarmingsketel, keukenfornuis enzovoort) Zo dicht mogelijk bij het watertappunt, om warmteverlies in de leidingen zoveel mogelijk te beperken In een ruimte zonder luchtuitwisseling en met een verwarmde kamer...
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Elektrische bedrading Gevaar Schakel vóór bedradingswerkzaamheden aan het elektrisch circuit de stroom uit, controleer of het systeem spanningsloos is en vergrendel de installatie-automaat. Waarschuwing De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs. Alleen een erkend installateur of technicus is geautoriseerd om werkzaamheden aan het elektrische systeem van de warmtepompboiler te verrichten.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Aëraulische aansluiting Opgelet Leidingen die aangesloten zijn op de warmtepompboiler, mogen geen ontstekingsbron bevatten of hiernaartoe leiden. De maximum leidinglengte moet aangehouden wordt (inclusief bochten, dak- of wandgemonteerde terminals). Gebruik alleen leidingen en accessoires met een diameter van 160 mm met specificaties die op zijn minst identiek zijn aan de aanbevolen leidingen en accessoires.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Onderwerp Beschrijving Elektrische apparaten Veiligheidscontroles en inspectieprocedures van onderdelen behoren tot de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan elektrische onderdelen. Als er een defect is met een vei ligheidsrisico, mag er pas een elektrische voeding op het circuit aangesloten worden als het defect naar behoren is verholpen.
2 Standaard leveringsomvang Aansprakelijkheden Tab.17 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen. Ze worden daar om afgeleverd met de -markering en eventueel noodzakelijke documenten. In het belang van de kwaliteit van onze produc ten brengen wij doorlopend verbeteringen aan.
3 Gebruikte symbolen Gebruikte symbolen In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
Goedkeuringen 4.1.1 Richtlijnen Remeha verklaart hierbij dat de apparatuur van het radio-elektrische type AZORRA Ace een product is dat hoofdzakelijk ontworpen is voor huiselijk gebruik en in overeenstemming is met de volgende richtlijnen en normen. Het is geproduceerd en in omloop gebracht in overeenstemming met de eisen van de Europese richtlijnen.
5 Beschrijving van het product 24 Veiligheidsthermostaat 25 Condensor Beschrijving van de gebruikersinterface 5.2.1 Beschrijving van de interface Afb.11 Terugknop Hoofdmenuknop Display Selectie-/validatietoets Schermachtergrondkleur volgens status: Blauw = normale werking Rood = waarschuwing voor blokkering Rood knipperend = vergrendeling MW-5000915-1 5.2.2 Beschrijving van het stand-byscherm Afb.12...
5 Beschrijving van het product 5.2.4 Beschrijving van het hoofdscherm Afb.13 Als de gebruikersinterface op stand-by staat, draai dan aan de knop voor toegang tot het startscherm. 1 Bedieningsmodus van de warmtepomp 2 Vulhoeveelheden op de setpunttemperatuur 3 Temperatuur gemeten door onderste sensor 4 Aantal beschikbare douchebeurten 5 Status van het toestel MW-6001086-02...
6 Voorbeelden van aansluiting en installatie Installaties met een bijverwarmingsketel De hydraulische back-up (opgewekt door een verwarmingsketel) kan op een van de volgende twee manieren worden gecontroleerd: Ofwel via de verwarmingsketel. Ofwel door de warmtepompboiler. 6.2.1 Hydraulische back-up geregeld door een verwarmingsketel Er is geen aansluiting nodig op de printplaat van de warmtepompboiler.
Pagina 26
6 Voorbeelden van aansluiting en installatie Afb.20 MW-6001065-05 A Verwarmingsketel 1 Hydraulische back-up opvoerpomp 2 Contact sanitair-warmwatervraag ketel 1. Verbind het contact voor de sanitair-warmwatervraag ketel met X3 op de CU–HW-01-printplaat. 2. Verbind de hydraulische back-up opvoerpomp met X2 op de CU– HW-01-printplaat.
7 Installatie Installatie met zonnecollectoren Afb.21 A Regeling zonnecollector 2 Regelcontact zonnecollector 1 Temperatuursensor sanitair warm water 1. Installeer de sanitair-warmwatertemperatuursensor in de sensorbuis. 2. Sluit de temperatuursensor voor sanitair warm water aan op de zonnecollectorregeling. 3. Beperk de aanvoertemperatuur van de hydraulische back-up tot 80 °C op het zonnecollectorregelsysteem.
7 Installatie Beschrijving Collo nr. Waterdichte grondplaat voor 25° tot 45° schuine daken (diameter 160 mm) EH277 Waterdichte set voor gegalvaniseerde bocht EH77 HK437 PE schuim-leidingset + muurroosters (luchtinlaat en -uitlaat) HK438 Horizontale terminalset met muurroosters (luchtinlaat en -uitlaat) HK506 Typeplaat Afb.22 De typeplaat moet altijd toegankelijk zijn.
7 Installatie 7.3.2 Aanbevolen locaties zonder luchtleidingen Afb.24 Garage: Het toestel zuigt lucht aan en voert lucht af in een gesloten ruimte. Maakt de terugwinning mogelijk van de vrije energie die wordt vrijgegeven door de motor van uw voertuig wanneer deze wordt uitgeschakeld na gebruik of door huishoudelijke toestellen in gebruik.
7 Installatie Afb.28 A Bovenste handgrepen B Onderste handgrepen Gebruik de handgrepen A en B om de warmtepompboiler vast te pakken en te verplaatsen. Belangrijk Pak het toestel niet vast aan de bovenkap. 7.3.5 Effectieve afmetingen voor hantering Afb.29 Tab.32 Positienr.
7 Installatie 7.3.6 Bevestiging op de vloer of aan de wand Afb.30 Het toestel moet bevestigd worden op de vloer of aan de wand. 1. Schroef een van de voeten van de warmtepompboiler los. 2. Voer de voet door het gat in de bevestigingsband en schroef hem vast.
7 Installatie Montage van luchtleidingen 7.4.1 De warmtepompboiler installeren in omgevingslucht (zonder leidingen) Afb.32 Verwijder de roosters niet die meegeleverd zijn voor installatie in omgevingslucht (zonder leidingen). De roosters voorkomen het binnentreden van vreemde voorwerpen en geleiden de luchtstroom. Alleen het luchtuitlaatrooster moet in de juiste stand gezet worden. Belangrijk Plaats niets boven op het toestel.
Pagina 33
7 Installatie Aansluitingen met leidingen of deels met leidingen zijn toegestaan Tab.33 Aansluitingen met leidingen Configuratie Beschrijving Rechte lengte Afb.34 Verticale luchtuitlaat en luchtinlaat L1 ≤ 10 m L2 ≤ 10 m > 1m MW-6001026-5 Afb.35 Horizontale luchtuitlaat en verticale luchtinlaat L1 ≤...
7 Installatie Tab.34 Aansluitingen deels met leidingen Configuratie Beschrijving Rechte lengte Afb.38 Luchtinlaat in omgevingslucht (zonder leidingen) L1 ≤ 10 m Verticale of horizontale luchtuitlaat (L1 = leiding met rechte lengte) MW-1002248-2 Drukverlies voor aanvullende accessoires Het gebruik van aanvullende accessoires in combinatie met de toegestane aansluitingen die (deels) met leidingen zijn, leidt tot extra drukverlies.
7 Installatie 7.5.2 Aansluiten condensafvoer Afb.40 Het gebruik van een sifon wordt aanbevolen (niet meegeleverd) om het volgende te voorkomen: Onderbreking van de condensstroom als de ventilator werkt als gevolg van vacuümvorming doordat aanvoerlucht in de verkeerde richting circuleert. Ongewenste geurtjes in omgevingsluchtinstallaties (zonder leidingen). 1.
7 Installatie Elektrische aansluitingen 7.6.1 Aanbevolen kabeldoorsneden Neem bij het uitvoeren van de elektrische aansluitingen de volgende polariteiten in acht. Tab.37 Kleur van de draad Polariteit Bruine draad Fase Blauwe draad Nulleider Groen/gele draad Aarde Tab.38 Aansluiting Voedingskabeltype Doorsnede Installatie- Maximum van de ka...
7 Installatie 7.6.2 Toegang tot de klemmenstrook van de printplaat Afb.42 Als de leidingen op de warmtepompboiler aangesloten zijn, moeten de luchtleidingen verwijderd worden. 1. Verwijder de drie bevestigingsschroeven van het bovenste paneel. 2. Verwijder de bovenkap. 3. Verwijder het tussengelegen deksel. 4.
7 Installatie 7.6.4 Opties aansluiten op de CU–HW-01 printplaat Er kunnen verschillende opties aangesloten worden op de printplaat van de warmtepompboiler. Als de leidingen op de warmtepompboiler aangesloten zijn, moeten de luchtleidingen verwijderd worden om de bovenste en tussenliggende covers te kunnen demonteren. Afb.44 X18 X11 X3 X2 Hydraulische back-up opvoerpomp...
7 Installatie Afb.45 1. Plaats de sensor in de dompelbuis, gebruik hierbij de dompelbuisscheider. 2. Controleer de goede plaatsing van de sensor in de sensorbuis. 3. Controleer de montage van de dompelbuisscheider. 7.6.6 Conventionele elektrische aansluiting Kies het klokprogramma (programma 1, 2 of 3) om gebruik te maken van een sanitair-warmwatertemperatuur die afgestemd is op de activiteiten van die dag.
7 Installatie 7.6.7 Aansluiting op het contact voor piektarief/daltarief door shunt Afb.47 X11 - Signal X11 - L 538 kW/h 500 mA C1 C2 X11 - Signal X11 - L CU-HW-01 Auto CU-HW-01 1 Teller 3 Aardlekschakelaar 2 Aansluiting installatie-automaat 4 Installatie-automaat 1.
7 Installatie 7.6.8 Aansluiting op het contact voor piektarief/daltarief rechtstreeks op de meter Afb.48 X11 - Signal X11 - L 538 kW/h 500 mA C1 C2 X11 - Signal X11 - L CU-HW-01 CU-HW-01 1 Teller 3 Aardlekschakelaar 2 Aansluiting installatie-automaat 4 Installatie-automaat 1.
7 Installatie Afb.49 X18 - Signal X18 - L X18 - Signal X18 - L PV-S X11 X3 CU-HW-01 3 Aardlekschakelaar 5 Zonnepaneel 4 Installatie-automaat 6 Fotovoltaïsche inverter Als het fotovoltaïsche signaal actief is: 1. Stel de gewenste SWW setpunttemperatuur in voor de fotovoltaïsche ingang, parameter DP512.
8 Inbedrijfstelling Een waterverzachter wijzigt onze garantie niet, onder voorbehoud dat deze goedgekeurd en afgesteld is volgens de praktijkrichtlijnen en volgens de aanbevelingen uit de handleiding van de waterverzachter en regelmatig gecontroleerd en onderhouden wordt. Inbedrijfstelling Algemeen De inbedrijfstellingsprocedure voor de warmtepompboiler moet uitgevoerd worden: Wanneer het toestel voor het eerst wordt gebruikt;...
8 Inbedrijfstelling 8.3.1 CN1 en CN2 parameters De CN1 en CN2 parameters op het typeplaatje worden gebruikt om de installatie te configureren gebaseerd op het type back-up en de capaciteit van de warmtepompboiler. Tab.40 AZORRA Ace 200 in omgevingslucht (zonder leidingen) AZORRA Ace 200 in buitenlucht (met leidingen) 3 AZORRA Ace 250 in omgevingslucht (zonder...
9 Instellingen Instellingen Toegang tot het installateursniveau Afb.53 Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode. Alleen de installateur mag deze parameters wijzigen. Voor toegang tot het installateursniveau: 1. Druk op de toets tot het carrouselscherm verschijnt.
9 Instellingen Oververhitting wordt geactiveerd afhankelijk of het droge contact op de ingangen D.I1 of D.I2 open of gesloten is en de HP059 en HP076 parameters die de activering van functies controleren afhankelijk of de contacten open of gesloten zijn. 1.
9 Instellingen 9.4.3 Fabrieksinstellingen terugzetten Om de fabrieksinstellingen te herstellen voor de warmtepompboiler: 1. Druk op de toets 2. Selecteer Installateur. 3. Selecteer Menu 'Geavanceerd' > Fabrieksinstellingen resetten. 4. Selecteer Bevestigen om de fabrieksinstellingen te herstellen. Parameterlijst 9.5.1 > Installateur > Systeeminstallatie > SWW (sanitair warm water) In het submenu SWW vindt u alle parameters met betrekking tot de tank voor sanitair warm water.
9 Instellingen Tab.46 Submenu > Antilegionella Parameters Beschrijving van de parameters Fabrieksinstelling Legio.beschr. boiler Legionellamodus Gedeactiveerd DP004 Gedeactiveerd Wekelijks Dagelijks Setpunt Antileg SWW Anti legionella setpunt 65 °C DP160 Instelbaar van 60 °C tot 75 °C Startdag anti-leg. Startdag SWW anti-legionellaprogramma Zaterdag DP430 Instelbaar van Maandag tot Zondag...
9 Instellingen Parameter Beschrijving Ontdooicycli Totaal aantal ontdooicycli. HC003 Prod.uren na serv Aantal bedrijfsuren sinds laatste service AC002 Bedr.uren na serv Aantal uren sinds de laatste service aan het toestel AC003 Starts sinds service Aantal verwarmingsgeneratorstarts sinds laatste service AC004 Servicemelding Type eerstvolgende servicebeurt Onderhoud nodig?
10 Werking Zie ook Naar een parameter of een gemeten waarde zoeken, pagina 45 10 Werking 10.1 Regionale en ergonomische parameters U kunt uw toestel aanpassen door de parameters te wijzigen die zijn geassocieerd met uw geografische locatie en de ergonomie van de gebruikersinterface.
10 Werking Afb.57 1. Ga vanaf het hoofdscherm naar het scherm voor de relevante zone. 2. Druk op de toets MW-6001108-01 Afb.58 3. Selecteer Werkingsmodus. 4. Selecteer de gewenste bedrijfsmodus: MW-6000884-02 Tab.58 Bedrijfsmodus Beschrijving Schema Het sanitair warm water wordt bereid volgens het gekozen klokprogrammanummer De temperatuur van het sanitair warm water blijft voortdurend op de comforttempe...
10 Werking Afb.63 6. Selecteer de te wijzigen dag. 7. Voer de volgende handelingen uit volgens uw behoeften: MW-6000864-2 Tab.59 Actie Procedure Wijzig de tijdsinstellingen van de geprogram Selecteer een geprogrammeerde activiteit. meerde activiteiten Druk op de toets Wijzig de starttijd en/of de hieraan verbonden activiteit. Selecteer Bevestigen om de wijziging op te slaan.
10 Werking Tab.60 Parameters Bedrijfsmodi Comfort setpunt SWW Schema Comfort ECO setpnt SWW Schema U kunt deze setpunttemperatuurinstellingen wijzigen en ze aan uw behoeften aanpassen. Afb.67 1. Ga vanaf het hoofdscherm naar het scherm voor de sanitair- warmwaterzone. 2. Druk op de toets MW-6001108-01 Afb.68 3.
10 Werking Afb.73 2. Selecteer Werkingsmodus. MW-6000884-02 Afb.74 3. Selecteer Vakantie. MW-6001110-02 Afb.75 4. Stel de begindatum en einddatum van uw vakantie in. 5. Selecteer Bevestigen om de instelling te bevestigen. Belangrijk De setpunttemperatuur tijdens de afwezigheidsperiode is automatisch ingesteld op de DP337 parameter. MW-6001111-01 Zie ook Naar een parameter of een gemeten waarde zoeken, pagina 45...
11 Onderhoud 4. Stel de startdag voor de anti-legionellafunctie in, parameter Startdag anti-leg.. 5. Stel de starttijd voor de anti-legionellafunctie in, parameter Starttijd anti-leg.. Zie ook Naar een parameter of een gemeten waarde zoeken, pagina 45 10.8 De warmtepompboiler uitschakelen De warmtepompboiler moet in sommige situaties worden uitgeschakeld.
11 Onderhoud 11.2 Lijst van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Tab.61 Controle van de werking van de installatie Controleren Uit te voeren handelingen Controle van de werking van de warmtepompboi Gebruikersinterface Voer een visuele controle van de interface uit. Controleer de conditie en werking van de toetsen. Storingsgeschiedenis Blader door de historie en noteer de storingen waarvoor een controle of in...
11 Onderhoud 11.3.1 De servicemeldingen configureren 1. Volg het hieronder beschreven toegangspad. Toegangspad > Installateur > Serviceherinnering weergeven > Servicemelding 2. Selecteer de gewenste Type melding: Type melding: Beschrijving Geen Geen onderhoudsmelding Zelf ingesteld De onderhoudsmelding wordt weergegeven na het aantal bedrijfsuren van de warmtepomp. Als Zelf ingesteld wordt gekozen, selecteer Bedrijfsuren netsp.
11 Onderhoud Zie ook Vergrendelingscodes, pagina 66 11.4.3 Bedien de veiligheidsklep of -unit Bedien minstens een keer per maand de veiligheidsklep van de unit om te controleren of deze goed werkt en neem voorzorgsmaatregelen tegen mogelijke pieken in de waterdruk waardoor de boiler zou kunnen beschadigen.
11 Onderhoud 11.5.3 Aftappen van de warmtepompboiler Afb.79 Belangrijk Voor de meeste onderhoudswerkzaamheden moet de warmtepompboiler worden afgetapt. Plan deze operaties tegelijkertijd. 1. Schakel de stroomtoevoer uit. 2. Sluit de toevoerleiding van het sanitair koud water af. 3. Indien nodig, sluit een slang aan op de sanitair koudwaterinlaat dicht bij het aftappunt.
11 Onderhoud 11.5.5 De behuizing en wisselaar van de warmtepompboiler ontkalken Afb.81 Belangrijk Zorg dat u een nieuwe lippenring en een nieuwe borgring (A) bij 85° de hand hebt voor het inspectiepaneel. 1. Koppel de voeding los. 2. Laat de boiler leeggelopen. 3.
11 Onderhoud 11.5.7 De batterij van de gebruikersinterface vervangen Afb.83 Als de warmtepompboiler is uitgeschakeld, neemt de batterij van de gebruikersinterface de stroomvoorziening over om de juiste tijd te behouden. De batterij moet vervangen worden wanneer de actuele tijd niet meer wordt opgeslagen.
12 Bij storing 12 Bij storing 12.1 Beveiligingsthermostaat resetten Afb.85 De veiligheidsthermostaat heeft een geïntegreerde thermische veiligheidsuitschakeling. Deze voorkomt dat het water te heet wordt in geval van een storing. Neem de oorzaak van de oververhitting weg en reset vervolgens de veiligheidsthermostaat. Gevaar Maak de warmtepompboiler spanningsloos voor u met de werkzaamheden begint.
12 Bij storing Tab.66 Code Melding Beschrijving A00.16 SWW sensor open Temperatuursensor tank sanitair warm water is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bekabeling tussen de besturingsprint en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang de sensor indien nodig A00.17...
12 Bij storing Code Melding Beschrijving H06.51 Compressor blokkeren Compressor blokkeert als thermische beveiliging is open of hogedrukschakelaar open Controleer de werking van de hete gaskraan Controleer de compressorbedrading (conditie van de aansluitingen op de condensa tor en compressorconnectorstroken) Controleer de aansluiting van de drukschakelaar Controleer of de condensator niet vervormd is H06.52 Pomp uit...
Pagina 67
12 Bij storing Code Melding Beschrijving E00.65 Bronuitl.sensor kortgesl Bronuitlaattemperatuursensor is kortgesloten of meet een temperatuur boven het of boven bereik bereik De verdampertemperatuursensor is kortgesloten of er wordt een temperatuur boven het bereik gemeten Controleer de bekabeling tussen de printplaat en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is Controleer de weerstandswaarde van de sensor Vervang de sensor indien nodig...
13 Afdanken en afvoeren 12.3 Het foutgeheugen weergeven en wissen Het foutgeheugen slaat de 32 meest recente fouten op. U kunt de informatie van elke fout controleren en deze vervolgens wissen uit het foutengeheugen. Om het foutgeheugen weer te geven en te wissen: 1.
13 Afdanken en afvoeren 13.2 Verwijdering en recycling Afb.87 Waarschuwing De warmtepompboiler moet door een erkende vakman worden ontmanteld en verschroot volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. 1. Schakel de warmtepompboiler uit. MW-3000179-03 2. Onderbreek de netvoeding naar de warmtepompboiler. 3.
14 Reserveonderdelen 13.5 Vacumeer gereedschap Als koudemiddel uit een systeem wordt verwijderd, hetzij voor service of buitenbedrijfstelling, wordt aanbevolen om alle koudemiddelen veilig te verwijderen. Bij het overbrengen van koudemiddel in cilinders, let op dat alleen geschikte opvangcilinders voor koudemiddel worden gebruikt. Zorg ervoor dat het juiste aantal cilinders voor de hele vulling beschikbaar zijn.
14 Reserveonderdelen Positienr. Referentie Beschrijving 300026994 Isolatie PSE-inspectiepaneel 97860646 Verstelbare voet M10 x 35 mm 7793199 Een band voor bevestiging op de vloer of aan de wand 14.6 AZORRA Ace 200 aansluitingen Afb.93 MW-6010022-01 Tab.75 Positienr. Referentie Beschrijving 7759214 3/4" buiskraag, rood 7759216 3/4"...
Spanje, Polen De garantievoorwaarden staan op het garantiebewijs. Italië, Nederland De garantie wordt toegepast volgens de verkoop-, leverings- en garantievoorwaarden van het bedrijf dat de Remeha producten op de markt brengt. Spanje, Portugal De garantieperiode staat vermeld in onze prijslijst. Zwitserland De garantie wordt toegepast volgens de verkoop-, leverings- en garantievoorwaarden van het bedrijf dat de Remeha producten op de markt brengt.
Pagina 79
16 Garanties Alle landen: Behalve De garantieperiode staat vermeld in onze prijslijst. Duitsland, Italië, Po len, Rusland en Tur kije Alle landen: Behalve Onze garantie is beperkt tot de vervanging of reparatie van de door onze technische diensten als de Duitsland, Oostenrijk, fect erkende onderdelen, met uitsluiting van de arbeids-, verplaatsings- en transportkosten.
Pagina 84
48720 Kotka Energy Net d.o.o. T +385 95 21 21 888 A.K. Miošića 22a E info@energynet.hr 43000 Bjelovar Marketbau - Remeha Kft. T +36 23 503 980 Gyár u. 2. F +36 23 503 981 E remeha@remeha.hu 2040 Budaors Euro Gas Ltd.