6 Inbedrijfstelling
Afb.66
2
1
Z
1/2 Z
1 Optimale locatie
2 Mogelijke locatie
Afb.67
6
Inbedrijfstelling
6.1
Algemeen
6.2
Procedure voor inbedrijfstelling met smartphone
58
2
1
H
1/2 H (min. 2,5 m)
Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende
kenmerken:
De inbedrijfstellingsprocedure voor de warmtepomp wordt uitgevoerd:
Bij inbedrijfstelling van de warmtepomp kan de gebruiker zien wat de
verschillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de
warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
Er is een app beschikbaar gemaakt die u helpt met de inbedrijfstelling en
configuratie van de parameters voor de verwarmingsinstallatie
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
Afgeraden locaties
Afgeschermd door een element van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Dichtbij een storende warmtebron (direct zonlicht, schoorsteen,
ventilatierooster, enz.).
de eerste keer dat deze gebruikt wordt,
nadat het apparaat langdurig buiten bedrijf was.
Opgelet
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkende
installateur.
1
2
MW-8800N001-3
MW-3000014-2
7790532 - v05 - 03012022