Oven inbouwen
Gebruik de oven alleen wanneer de-
ze is ingebouwd. Alleen dan is veilig
gebruik gegarandeerd.
Voor een correcte werking van de
oven moet voldoende koellucht wor-
den aangevoerd. Andere warmte-
bronnen (zoals een open haard) mo-
gen de benodigde koellucht niet te
veel verwarmen.
Let bij de inbouw beslist op het vol-
gende:
De tussenbodem waarop de oven
wordt geplaatst, mag niet op de
wand aansluiten.
Monteer geen warmtewerende lijsten
aan de zijwanden van de keuken-
kast.
Sluit het apparaat op het net aan.
De deur kan beschadigd raken als u
de deurgreep gebruikt om het appa-
raat te dragen.
Gebruik voor het dragen de grepen
aan de zijkant van het apparaat.
Voordat u het apparaat inbouwt, is het
verstandig eerst de deur te verwijde-
ren (zie "Reiniging en onderhoud", pa-
ragraaf "Deur uitbouwen") en de ac-
cessoires uit de oven te halen. Het ap-
paraat is dan lichter en u kunt niet per
ongeluk de handgreep van de deur
gebruiken om het apparaat op te tillen.
Schuif de oven in de keukenkast en
stel hem bij.
Open de deur als u ze niet hebt ver-
wijderd.
Bevestig de oven met de bijgeleverde
schroeven aan de zijwanden van de
kast.
Plaats zo nodig de deur weer terug
(zie 'Reiniging en onderhoud", para-
graaf "Deur inbouwen').
Installatie
71