32) Jetstraalbuis
Wanneer u bij draaiende motor aan het
stuur draait, zwenkt de jetstraalbuis en
verandert de boot van richting.
WAARSCHUWING
Gebruik de jetstraalbuis nooit als
steunpunt om op te stappen of de
boot op te heffen.
Zie AANDRIJVING onder WERKINGS-
PRINCIPE.
33) Achteruitvaarklep
Wanneer de schakelhendel in de vrij-
loop- of achteruit-stand wordt gezet,
beweegt de achteruitvaarklep om-
hoog of omlaag tot de gewenste
stand.
WAARSCHUWING
Gebruik de klep nooit als steun-
punt om in te stappen. De schakel-
hendel mag enkel worden gebruikt
wanneer de motor stationair draait
en de boot volledig stilligt.
34) Spuigatklep
Hierlangs wordt het water van het dek
afgevoerd. Houd deze schoon om ver-
stopping te voorkomen.
______________________
64
TYPISCH
1. Spuigatklep
35) Ventilatieopening
brandstoftank
TYPISCH
1. Ventilatieopening brandstoftank
Langs deze opening kunnen brand-
stofdampen en druk uit de brandstof-
tank ontsnappen.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit een brandende luci-
fer of open vlam in de buurt van de
ventilatieopening. Volg de voor-
geschreven TANKPROCEDURE in
het hoofdstuk VEILIGHEIDSINFOR-
MATIE.