– Respecteer de rechten van andere
recreanten en/of omstanders en
houd altijd een veilige afstand van
andere vaartuigen, mensen en voor.
– Ga niet opzettelijk in een zog varen,
spring niet op de golven, vaar ni-
et in de branding en stuif of spat
niemand nat met uw boot. U kunt
de mogelijkheden van uw boot of
uw eigen vaardigheden verkeerd in-
schatten en tegen een boot of per-
soon botsen.
– Deze boot kan scherpere bochten
nemen dan andere boten. Vermijd
echter scherpe bochten met hoge
snelheid, tenzij in noodgevallen.
Dergelijke manoeuvres kunnen het
moeilijk maken voor anderen om u
te ontwijken of in te schatten waar
u naartoe vaart. Voorts kunnen u
en/of uw passagier(s) uit de boot
geslingerd worden.
– Net als elk ander vaartuig heeft
deze boot geen remmen.
stopafstand is afhankelijk van uw
beginsnelheid, lading, de wind en
de toestand van het water. Oefen
het stoppen en aanmeren in een
veilige, verkeersvrije zone, zodat u
een idee heeft van de afstand die
uw boot nodig heeft om te stoppen
in diverse omstandigheden.
– Soms moet u uw snelheid aan-
houden of verhogen om een bots-
ing te voorkomen.
Veilig varen
– Vergeet niet dat u bij het terugk-
eren van de gashendel naar station-
air minder goed kunt sturen. Zodra
de motor stilligt kunt u helemaal ni-
et meer sturen. U moet gas geven
om te kunnen sturen.
– Hoewel uw boot hoge snelheden
kan halen, raden wij u ten zeer-
ste aan enkel snel te varen in ide-
ale omstandigheden die dit toe-
laten.
Hoge snelheden vereisen
een betere stuurvaardigheid en
verhogen het risico op ernstige ver-
wondingen.
___________
Uw
VEILIGHEIDSINFORMATIE
– Vaar voorzichtig en zeer traag in
ondiep water. Als uw boot vast-
loopt of bruusk stopt, kunt u ver-
wondingen oplopen. De jetpomp
kan ook afval opzuigen en achter-
waarts wegslingeren op mensen of
voorwerpen.
– Schakel de boot niet in achteruit om
te stoppen. Anders kunnen u of
uw passagier(s) met grote kracht
vooruit of zelfs van de boot worden
geslingerd.
Veiligheidsbewustzijn van
bestuurder/passagier
– Start of vaar niet met de boot ter-
wijl er iemand op het zonnedek of
zwemplatform zit of naast de boot
in het water zwemt. Water en/of
afval dat uit de straalbuis spuit, kan
ernstige verwondingen toebren-
gen.
– Voordat de motor wordt gestart
of de boot zich in beweging zet,
moeten de bestuurder en passagi-
er(s) altijd correct plaatsnemen.
Alle passagiers moeten weten hoe
ze de aanwezige handgrepen en
gordels moeten gebruiken.
– Accelereer altijd geleidelijk met een
boot wanneer u passagiers mee-
neemt, zowel bij het vertrekken als
onderweg. Als u snel accelereert
kunnen uw passagiers hun even-
wicht of houvast verliezen en er-
gens tegen botsen of achterwaarts
uit de boot vallen. Verwittig uw pas-
sagier(s) altijd voordat u snel accel-
ereert.
__________
29