Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Volvo V50 2006 Instructieboekje pagina 72

Verberg thumbnails Zie ook voor V50 2006:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektronische klimaatregeling, ECC (optie)
3. Recirculatie
Deze functie kan worden
ingeschakeld als u vieze
lucht, uitlaatgassen en
dergelijke buiten wilt
houden. De lucht in de
passagiersruimte wordt dan
gerecirculeerd. Er komt met andere woorden
geen lucht van buiten de auto in, wanneer
deze functie actief is. Als de lucht in de auto
te lang recirculeert, kan de binnenzijde van de
ruiten beslaan.
Timer
Met de timerfunctie beperkt u (wanneer de
recirculatiefunctie geselecteerd is), de kans
op ijs, beslagen ruiten en een slechte lucht-
kwaliteit. Zie Persoonlijke instellingen,
pagina 63 voor het in- of uitschakelen van
deze functie.
N.B. Wanneer u de ontwaseming (4) selec-
teert, wordt de recirculatie altijd uitge-
schakeld.
3. "Interior Air Quality System" (optie)
(dezelfde knop als de recir-
culatie)
Het "Interior Air Quality
System" bestaat uit een
combifilter met "Air Quality
Sensor". Het combifilter
ontdoet de binnenkomende lucht van gassen
en stofdeeltjes en beperkt zo hinderlijke
geurtjes en verontreinigingen in de passa-
giersruimte. De "Air Quality Sensor" meet de
concentratie van verontreinigingen in de
buitenlucht. Wanneer de sensor een
verhoogde concentratie meet, wordt de
luchtinlaat afgesloten en wordt de lucht in de
passagiersruimte gerecirculeerd. Wanneer
de "Air Quality Sensor" actief is, brandt de
groene LED (A) in de knop.
"Air Quality Sensor" activeren:
• Druk op de knop AUTO (1) om de "Air
Quality Sensor" te activeren (normale
instelling).
Of:
Selecteer één van de volgende drie functies
door verschillende malen op de recircula-
tieknop te drukken.
• De "Air Quality Sensor" is actief –
LED (A) brandt.
• De recirculatie is niet actief (tenzij dit
nodig is voor koeling bij warm weer) –
geen van de LED's brandt.
• De recirculatie is actief – LED (M) brandt.
Let erop dat:
• U de "Air Quality Sensor" het beste altijd
ingeschakeld moet laten staan.
Klimaatregeling
• Er bij koud weer beperkingen voor de
recirculatiefunctie gelden om te
voorkomen dat de ruiten beslaan.
• U de "Air Quality Sensor" moet uitscha-
kelen, als de ruiten beslaan.
• U beter ook de ontwaseming voor de
voorruit, achterruit en zijruiten kunt inscha-
kelen, wanneer de ruiten beslaan.
4. Ontwaseming
Met deze knop kunt u de
voorruit en de zijruiten snel
ontwasemen en ontdooien.
De ventilator draait dan op
hoge snelheid en stuurt
lucht naar de ruiten. De LED
in de ontwasemingsknop brandt, wanneer de
functie is ingeschakeld.
Bij activering van deze functie gebeurt
bovendien het volgende om de lucht in het
interieur zoveel mogelijk van vocht te
ontdoen:
• de airconditioning (A/C) wordt automa-
tisch ingeschakeld
• de recirculatie wordt automatisch uitge-
schakeld.
Bij het uitschakelen van de ontwaseming
hervat de klimaatregeling de voorgaande
instellingen.
71

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave