Alarm (optie)
Zolang de sleutel in het contact steekt (of tot
één minuut na het uitnemen van de sleutel),
blijft er een melding op het display staan.
De volgende keer dat u het contact
inschakelt, worden de sensoren weer geacti-
veerd.
Als de auto met Safelock-functie is uitgerust,
wordt deze functie tegelijkertijd geactiveerd.
Alarmsysteem testen
Bewegingsmelder in passagiersruimte
testen
– Open alle zijruiten.
– Activeer het alarm. De LED knippert
langzaam om aan te geven dat het alarm
is ingeschakeld.
– Wacht 30 seconden.
– Test de bewegingsmelder in de passa-
giersruimte door een tas of iets dergelijks
van de stoel te pakken. Er moet nu een
sirene afgaan en tegelijkertijd moeten alle
richtingaanwijzers knipperen.
– Deactiveer het alarm door de auto via de
afstandsbediening te ontgrendelen.
Portieren testen
– Activeer het alarm.
– Wacht 30 seconden.
– Ontgrendel de auto met de sleutel aan de
bestuurderszijde.
– Open een van de portieren. Er moet nu
een sirene afgaan en tegelijkertijd moeten
alle richtingaanwijzers knipperen.
– Deactiveer het alarm door de auto via de
afstandsbediening te ontgrendelen.
Motorkap testen
– Ga in de auto zitten en deactiveer de
bewegingsmelder.
– Activeer het alarm. Blijf in de auto zitten
en vergrendel de portieren met de knop
op de afstandsbediening.
– Wacht 30 seconden.
– Ontgrendel de motorkap met de hendel
onder het dashboard. Er moet nu een
sirene afgaan en tegelijkertijd moeten alle
richtingaanwijzers knipperen.
– Deactiveer het alarm door de auto via de
afstandsbediening te ontgrendelen.
Sloten en alarm
103