Starten met hulpaccu
Starten met een hulpaccu
Als de accu leeg is, kunt de stroom van een
losse accu of van de accu in een andere auto
gebruiken. Controleer altijd of de klemmen
van de startkabels goed vastzitten en of er
geen vonken kunnen ontstaan tijdens de
startpoging.
Als u een hulpaccu gebruikt bij het starten
adviseren wij u de volgende stappen aan te
houden om explosiegevaar te voorkomen:
– Draai de contactsleutel naar stand 0.
– Zorg dat de hulpaccu een spanning van
12V levert.
– Als de hulpaccu zich in een andere auto
bevindt, moet u de motor van die auto
afzetten. Zorg ervoor dat de auto's elkaar
niet raken.
– Sluit de rode startkabel aan tussen de
pluspool (1+) van de hulpaccu en de
pluspool (2+) van de lege accu.
– Sluit de ene klem van de zwarte kabel aan
op de minpool (3–) van de hulpaccu.
– Sluit de andere klem van de zwarte kabel
aan op het massapunt (4–) dat op bij de
linker veerpoot zit.
– Start de motor van de "hulpauto". Laat de
motor enkele minuten draaien op een
toerental dat iets hoger ligt dan normaal,
1500 omw/min.
– Start de motor van de auto met de lege
accu.
– Verwijder de startkabels. Verwijder eerst
de zwarte kabel en daarna de rode. Zorg
dat geen van de klemmen aan de zwarte
startkabel contact kan maken met de
pluspool van de accu of met de klem die
op de rode startkabel is aangesloten.
Raak de aansluitingen niet aan tijdens de
startpoging. Er bestaat namelijk gevaar voor
vonkvorming.
Starten en rijden
WAARSCHUWING!
Accu's kunnen een zeer explosief knalgas
produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt
door een onjuiste aansluiting van de start-
kabels, is voldoende om de accu tot
ontploffing te brengen.
Accu's bevatten tevens zwavelzuur, wat
ernstige verwondingen door etsing kan
veroorzaken. Als u accuzuur in uw ogen
krijgt of op uw huid of kleren morst, moet
u onmiddellijk met grote hoeveelheden
water spoelen. Neem onmiddellijk contact
op met een arts, als u accuzuur in uw ogen
krijgt.
125