Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Informatie Over De Klimaatregeling - Volvo V50 2006 Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor V50 2006:
Inhoudsopgave

Advertenties

Klimaatregeling

Algemene informatie over de klimaatregeling

Airconditioning
De klimaatregeling koelt of verwarmt de lucht
in de passagiersruimte en ontdoet deze van
vocht. De auto is voorzien van een
handmatige klimaatregeling met aircondi-
tioning (A/C) of een automatische klimaatre-
geling (ECC).
N.B. U kunt de airconditioning uitschakelen.
Voor optimale luchtkwaliteit in de passagiers-
ruimte en om te voorkomen dat de ruiten
beslaan, moet u de airconditioning echter
altijd aan laten staan.
Beslagen ruiten
Poets de binnenzijde van de ruiten schoon
om te voorkomen dat ze beslaan. Gebruik
een normaal poetsmiddel voor glaswerk.
Sneeuw en ijs
Veeg sneeuw en ijs van de luchtinlaat voor de
klimaatregeling (de opening tussen de
motorkap en de voorruit).
Storingen opsporen en
verhelpen
Laat controle- en reparatiewerkzaamheden
aan de klimaatregeling alleen uitvoeren door
een erkende Volvo-werkplaats.
Koudemiddel
De airconditioning maakt gebruik van het
koudemiddel R134a. Het bevat geen chloor,
66
waardoor het koudemiddel onschadelijk voor
de ozonlaag is. Gebruik bij het bijvullen/
verversen van koudemiddel alleen R134a.
Laat dergelijke werkzaamheden over aan een
erkende Volvo-werkplaats.
Interieurfilter
Alle lucht die de passagiersruimte
binnenkomt wordt gereinigd door een filter. U
moet het filter regelmatig vervangen.
Raadpleeg het Onderhoudsprogramma van
Volvo voor het aanbevolen vervangingsin-
terval. In zeer sterk verontreinigde gebieden
moet u het filter mogelijk vaker vervangen.
N.B. Er bestaan twee verschillende soorten
interieurfilters. Let erop dat u het juiste filter
aanbrengt.
Display
Er zit een display boven het klimaatregelings-
paneel. Hier worden de door u ingevoerde
klimaatinstellingen weergegeven.
Persoonlijke instellingen
U kunt twee functies van het klimaatrege-
lingssysteem naar wens instellen:
• De ventilatorsnelheid in de stand AUTO
(geldt alleen voor auto's met ECC).
• De door de timer geregelde recirculatie
van de lucht in de passagiersruimte.
Zie pagina 63 voor meer informatie over het
verrichten van instellingen.
Blaasmonden in dashboard
A. Open
B. Dicht
C. Luchtstroom naar links of rechts
D. Luchtstroom omhoog of omlaag
Richt de buitenste blaasmonden op de
voorste zijruiten om ze te ontwasemen.
Bij koud weer: Sluit de middelste blaas-
monden om de temperatuur in de auto zo
comfortabel mogelijk te houden en de
zijruiten optimaal te ontwasemen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave