prisma30ST
BiLevel-therapieapparaat voor de behandeling van patiënten met obstructieve,
gemengde of complexe slaapapneu en/of chronisch gereduceerde ademdrang (bijv.
slaapgerelateerde of positie-afhankelijke hypoventilatie of chronisch stabiele OHS),
respiratoire insufficiëntie bijv. COPD.
1.5 Contra-indicaties
De volgende contra-indicaties zijn bekend – in individuele gevallen is het aan de
behandelend arts om te beslissen of het therapieapparaat kan/moet worden gebruikt.
acute cardiale decompensatie, ernstige hartritmestoornissen, ernstige hypotonie, met
name in combinatie met intravasculaire volumedepletie, ernstige epistaxis, hoog risico
op barotrauma, ernstige chronische / gedecompenseerde pulmonale aandoeningen,
pneumothorax of pneumomediastinum, pneumocephalus, schedeltrauma, status na
hersenoperatie en na chirurgische ingrepen aan de hypofyse of aan het midden- resp.
binnenoor, acute neusbijholteontsteking (sinusitis), middenoorontsteking (otitis
media) of trommelvliesperforatie, dehydratie.
prismaCR
symptomatisch-chronische, systolische hartinsufficiëntie (NYHA 2-4) met
gereduceerde linker ventriculaire ejectiefractie (LVEF ≤ 45%) en matige tot ernstige
predominant centrale slaapapnoe (AHI 15/h, CAHI/AHI 50% en CAI 10/h).
1.6 Bijwerkingen
Bij gebruik van het therapieapparaat kunnen bij kort- of langdurig gebruik de
volgende ongewenste bijwerkingen optreden: drukplekken van het masker en van het
voorhoofdkussen in het gezicht, rode plekken in het gezicht, verstopte neus, droge
neus, droge mond in de ochtend, drukgevoel in de bijholtes, irritaties van het bindvlies
van de ogen, gastro-intestinale luchtinsufflatie ("opgeblazen maag"), bloedneus.
Deze bijwerkingen zijn algemene bijwerkingen tijdens de therapie met een
slaaptherapieapparaat en kunnen niet specifiek worden herleid naar het gebruik van
de apparaten van het type WM 100 TD.
|
6
NL
1 Inleiding