Inhoudsopgave
Advertenties
1 Inleiding
1.1 Toepassingsdoel
De apparaten van het type WM 100 TD zijn drukgecontroleerde, niet-invasieve, niet-
levensbehoudende therapieapparaten voor de behandeling van slaapgerelateerde
ademhalingsstoornissen (SGAS) of voor de intermitterende behandeling van
respiratoire insufficiëntie via een masker.
De apparaten worden bij personen vanaf een lichaamsgewicht van 30 kg ingezet. De
CPAP-modus kan bij personen vanaf een leeftijd van 3 jaar worden ingezet. Het
apparaat mag uitsluitend op voorschrift van een arts worden gebruikt.
De apparaten van het type WM 100 TD worden in klinische instellingen en thuis
ingezet. Bij thuisgebruik kunnen de apparaten ook op reis worden meegenomen.
1.2 Functiebeschrijving
De compressor in het therapieapparaat zuigt omgevingslucht via een filter aan,
comprimeert de lucht en transporteert deze naar de apparaatuitgang.
Vanaf hier stroomt de lucht door het slangsysteem en het masker naar de patiënt.
Door het uitademsysteem voor het masker of optioneel in het masker geïntegreerd,
wordt de ophoping van CO
Het therapieapparaat bepaalt en analyseert het druk- en ademflowsignaal. Hierdoor
kunnen respiratorische gebeurtenissen worden herkend.
Het apparaat kan met één drukniveau (CPAP) of met twee resp. drie drukniveaus
(BiLevel resp. inspiratorische druk, expiratorische druk en eindexpiratorische druk)
werken. Afhankelijk van de variant, kunnen de drukniveaus door het apparaat binnen
vooraf ingestelde grenswaarden automatisch vastgelegd of ook handmatig ingesteld
worden. Afhankelijk van de modus, kan de druk permanent op één niveau of door de
patiënt getriggerd resp. tijdgestuurd worden toegepast. Druksignalen,
ademflowsignalen en respiratorische gebeurtenissen kunnen opgeslagen en/of op een
PSG-systeem analoog uitgegeven worden.
De therapiegegevens worden voor de therapiecontrole in het apparaat en op een
SD-kaart opgeslagen.
De bediening van het apparaat geschiedt via de aan/uit-toets en een touchscreen.
Via de therapiesoftware prismaTS kan het apparaat op afstand worden bestuurd.
Ingeval van een stroomuitval blijven de instellingen behouden en wordt de therapie na
het herstel van de stroomvoorziening voortgezet.
|
4
NL
-rijke ademlucht in het slangsysteem voorkomen.
2
1 Inleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
