9.2 Storingen van het therapieapparaat
STORING
Geen bedrijfsgeluid, geen
weergave in het display.
Therapie wordt niet door
een ademhaling gestart.
Het therapieapparaat
schakelt zichzelf na het
verwijderen van het
masker niet na ca.
5 seconden uit.
softSTART kan niet
worden ingeschakeld.
Therapieapparaat bereikt
onderste drukgrens niet.
|
50
NL
OORZAAK
Geen stroomvoorziening.
SD-kaart defect.
Functie autoSTART-STOP is
niet geactiveerd.
De functie autoSTART-STOP
kan bij accessoires met een
hoge weerstand
belemmerd worden.
softSTART-functie is
geblokkeerd.
Luchtfilter vervuild.
Masker ondicht.
9 Alarmen en storingen
VERHELPEN
Controleer of de netkabel correct
is aangesloten. Controleer de
werking van het stopcontact.
Haal de SD-kaart uit het apparaat
(zie 5.11.3,
pag. 37), koppel het
apparaat los van de
stroomvoorziening, sluit het
opnieuw aan en schakel het
weer in.
Wanneer het apparaat kan
worden ingeschakeld: vervang
de SD-kaart.
Blijft de fout optreden: neem
contact op met de vakhandelaar.
Activeer de functie autoSTART-
STOP
(zie 6.1,
pag. 39).
neem contact op met de
vakhandelaar.
Vraag aan arts of functie kan
worden geactiveerd.
Luchtfilter reinigen. Indien
noodzakelijk: filter vervangen
(zie "7 Hygiënische zuivering",
pagina 43).
Stel de hoofdbanden zodanig in
dat het masker dicht is.
Indien noodzakelijk: defect
masker vervangen.