13 Bijlage
SPECIFICATIE
Nauwkeurigheid volumemeting bij
20 °C
Filters en afvlakkingstechnieken
THERAPIEAPPARAAT
± 20%
•
Instelbaar doelvolume:
Bij het niveau "langzaam" controleert het
apparaat na telkens 8 ademhalingen of het
doelvolume werd bereikt en verandert de
druk met 0,5 hPa. Als de druk een corridor
rond het doelvolume bereikt, dan schakelt het
apparaat om naar nauwkeurige regeling.
Bij het niveau "gemiddeld" controleert het
apparaat na telkens 5 ademhalingen of het
doelvolume werd bereikt en verandert de
druk met 1,0 hPa. Als de druk een corridor
rond het doelvolume bereikt, dan schakelt het
apparaat om naar nauwkeurige regeling.
Bij het niveau "snel" controleert het apparaat
na elke ademhaling of het doelvolume werd
bereikt en verandert de druk met 1,5 hPa. Als
de druk een corridor rond het doelvolume
bereikt, dan schakelt het apparaat om naar
nauwkeurige regeling.
•
Alarmen:
De alarmen "Laag minuutvolume" en "Laag
tidaal volume" worden geactiveerd, als bij ten
minste drie van de laatste vijf ademhalingen
de alarmgrens werd onderschreden. De
alarmen worden automatisch teruggezet,
zodra bij ten minste drie van de vijf volgende
ademhalingen de desbetreffende alarmgrens
weer wordt overschreden.
Bij geactiveerd doelvolume wordt het alarm
"Laag tidaal volume" pas geactiveerd,
wanneer bovendien IPAPmax of PDIFFmax
werd bereikt.
Het alarm "Apneu" wordt geactiveerd, als
een apneu wordt herkend die langer is dan de
ingestelde alarmgrens. Het alarm wordt
automatisch teruggezet, zodra het einde van
de apneu werd herkend.
|
NL
59