Inhoudsopgave
Advertenties
Inleiding/algemene informatie
1.4
Aan/uit
Als u het instrument wilt inschakelen, drukt u op de knop Aan/uit.
De stroom kan worden geleverd door middel van het volgende:
Opgeladen intern accupack
•
AC-stroomvoorziening (opladen interne accu)
•
De gegevenslinkconnector (DLC) van het voertuig (gegevenskabel van het
•
diagnose-instrument aangesloten)
Het instrument wordt automatisch ingeschakeld wanneer:
een AC-stroomvoorziening wordt aangesloten op het diagnose-instrument
•
de gegevenskabel wordt verbonden met de gegevenslinkconnector van het
•
voertuig.
Als u het instrument wilt uitschakelen, sluit u alle functies en communicatie met het
voertuig af en drukt u vervolgens op de knop Aan/uit. Volg de scherminstructies om
het instrument uit te schakelen.
OPMERKING
Er is een optionele stroomkabel vereist voor het testen van niet-OBD-II/EOBD
of modellen die geen stroom leveren op de gegevenslinkconnector.
BELANGRIJK
Sluit de AC-voedingsadapter of de optionele stroomkabel nooit aan op
het diagnose-instrument wanneer het apparaat communiceert met een
voertuig.
BELANGRIJK
Alle voertuigcommunicatie moet worden beëindigd VOORDAT u het
diagnose-instrument uitschakelt. Ontkoppel de gegevenskabel nooit
terwijl het diagnose-instrument communiceert met het voertuig.
1.5
Uitschakelen in noodsituatie
Als u een nooduitschakeling wilt afdwingen, houdt u de toets Aan/uit vijf seconden
ingedrukt, totdat het instrument wordt uitgeschakeld.
De nooduitschakeling dient alleen te worden gebruikt als het diagnose-instrument
niet reageert op navigatie- of bedieningstoetsen of wanneer er sprake is van
onregelmatig bedrijf.
Op sommige voertuigen kan de uitvoering van een nooduitschakeling
tijdens de communicatie met het voertuig resulteren in schade.
2
BELANGRIJK
Aan/uit
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
